Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.

Gestart door hgrm, apr 22, 2014, 20:32:06

Vorige topic - Volgende topic

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

hgrm

Politiek gezien is Duitsland nooit een eenheidsstaat geweest, zoals bijvoorbeeld Engeland of Frankrijk. Tot 1871 bestond Duitsland niet eens en ook in de tijd erna -tot op de dag van vandaag- hielden de deelstaten veel macht. Het is dan ook niet vreemd dat het voetbal in Duitsland erg lang regionaal georganiseerd is geweest. In de begintijd stuurde elke deelstaat een vertegenwoordiger naar het eindtournooi om het Duitse kampioenschap. Ook de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog kende het toenmalige West-Duitsland een structuur met 5 regionale competities (Noord, West, Zuidwest, Zuid en Berlijn)  waarvan de winnaars en later ook de nummers twee om het kampioenschap speelden. Pas met de invoering van de Bundesliga in 1963 kwam er een nationale competitie.

In het jaar voor de invoering van de Bundesliga kende Duitsland 74 clubs die op het hoogste niveau actief waren. Slechts 16 daarvan gingen naar de Bundesliga. Met de invoering van de 2. Bundesliga (1974, aantal clubs gehalveerd in 1981), de Regionalliga (1994, aantal clubs gehalveerd in 2001) en de 3. Liga (2008) is de top steeds smaller geworden. Veel clubs die in de jaren 50 en 60 in hun regio een rol van betekenis speelden, zijn ergens tussen 1963 en 2001 afgehaakt. Sommigen doen amechtige pogingen om terug te komen (RW Essen, Waldhof Mannheim, Wuppertaler SV bijvoorbeeld), anderen zijn compleet weggezakt in de Niederungen des Amateurfussballs en berusten daarin. Juist in deze laatste categorie zijn clubs en stadions te vinden waar de tijd lijkt stil te staan. Een aantal van deze clubs wil ik voorstellen.
Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Om niet te veel hooi op de vork te nemen, beperk ik me (voorlopig) tot clubs die in 1963 de boot hebben gemist en vervolgens nooit meer op het hoogste niveau zijn teruggekeerd.

Kapitel 1: Schweinfurt 05

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 2002 (2. Bundesliga)
Palmares: Deelname aan eindronde Duits Kampioenschap (1942), halve finale beker (1936)
Huidig niveau: Regionalliga Bayern (IV)

Schweinfurt is een stad van net iets meer dan 50000 inwoners in het noordwestpuntje van Beieren. Al in 1905 werd de plaatselijke voetbalclub opgericht. In het begin was er nog geen aansluiting met de regionale top; clubs als Nürnberg, Fürth en Würzburger Kickers waren een maatje te groot.

In de jaren 30 maakte Schweinfurt zijn opwachting op het hoogste niveau. Een belangrijke rol hierin speelde suikeroom Willy Sachs, fabrikant van aandrijvingen voor auto's. In 1936 schonk Sachs de club een nieuw stadion. Bij de opening droeg Sachs zijn SS-uniform en waren diverse hoge Nazi's van de partij. Ondanks het Nazi-verleden van Sachs heet het stadion tot op de dag van vandaag het Willy-Sachs-Stadion.
Ondanks de bemoeienissen van Sachs lukte het slechts éénmaal om de hegemonie van Nürnberg en Fürth in de Gauliga Bayern te doorbreken. In 1942 werd de competitie gewonnen. In de eindronde was het door een nederlaag tegen Straatsburg al na één ronde schluss.

Als één van de weinige clubs was Schweinfurt in alle 18 seizoenen van de Oberliga Süd van de partij. Een derde plek in 1955 was het beste resultaat; kwalificatie voor de eindronde werd op doelgemiddelde gemist. In de jaren 60 zakte Schweinfurt steeds meer af. Een 11e plaats in 1963 was dan ook bij lange na niet voldoende voor deelname aan de Bundesliga. In de jaren die volgden, wist Schweinfurt de Regionalliga Süd (destijds niveau 2) éénmaal te winnen. In de kwalificatieronde voor de Bundesliga werd de club laatste.

Toen de 2. Bundesliga in 1974 van start ging, lukte het Schweinfurt op het nippertje kwalificatie veilig te stellen. Het verblijf in de 2e Bundesliga duurde slechts twee jaar. De 15 jaar die volgenden, werden voornamelijk in de Bayernliga (niveau 3) doorgebracht, met enkele uitstapjes naar beneden. De ommekeer kwam in 1986, toen Werner Lorant als speler/trainer werd aangesteld. Uiteindelijk werd in 1990 het kampioenschap behaald en ook de promotiecompetitie gewonnen. Schweinfurt was weer terug in de 2. Bundesliga. De vreugde was van korte duur. Met slechts 13 punten werd men laatste.

10 jaar later, in 2001, werd Schweinfurt verrassend 3e in de Regionalliga. Aangezien de nummer twee, het tweede team van Stuttgart, niet kon promoveren, mocht Schweinfurt naar de 2e Bundesliga. Ook ditmaal duurde het verblijf slechts 1 jaar. De eindplaatsering was wel iets beter: 17e met 24 punten. 

Deze hernieuwde degradatie was de voorlopige nekslag voor de club. Sindsdien speelt met afwisselend op niveau 4 en 5. Momenteel vecht Schweinfurt in de Regionalliga Bayern tegen degradatie. Lange termijn doelstelling is de 3. Liga.

Het Willy-Sachs-Stadion heeft ook het laatste seizoen in de 2. Bundesliga goed doorstaan. De noodzakelijke renovatie beperkte zich tot het vernieuwen van de staanplaatsen, het aanleggen van een uitvak en het plaatsen van lichtmasten.  De bomen die het stadion omzomen zijn blijven staan en geven het stadion zijn charme. In essentie ligt het stadion er nog bij zoals in de jaren 30, al zullen de bomen toen een stukje kleiner zijn geweest.






Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 2: Hessen Kassel

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 1990 (2. Bundesliga)
Palmares: Deelname aan eindronde Westduits Kampioenschap (1927), kwart finale beker (1991)
Huidig niveau: Regionalliga Südwest (IV)

Hoewel voorgangerclub SV Kurhessen Kassel voor en tijdens de oorlog duidelijk succesvoller was dan Hessen Kassel erna, speelde Hessen tot aan de invoering van de Bundesliga toch enkele jaren op het hoogste niveau. In 1962-63, het laatste seizoen van de oude Oberliga, werd het gepromoveerde Hessen Kassel 10e. Kwalificatie voor de Bundesliga werd hiermee ruim gemist.

Met het begin van de Bundesliga werden de oude Oberligen vervangen door Regionalligen. In de Regionalliga Süd werd Hessen meteen kampioen. In de hierop volgende promotieronde voor een plaats in de Bundesliga was Hannover echter te sterk. Ondanks enkele goede plaatseringen in de volgende jaren, wist men niet meer door te dringen tot de promotieronde.

1973/74 was opnieuw een kwalificatieseizoen, ditmaal voor de nieuw op te richten 2. Bundesliga. Een ranglijst opgemaakt over de laatste 5 jaren zou hierbij bepalend zijn. Om deel te nemen aan de 2. Bundesliga, mocht een club in het laatste seizoen echter niet bij de laatste 3 eindigen. En dat was precies wat Hessen Kassel deed. Hierdoor werd de 2. Bundesliga, die op grond van de ranglijst over 5 jaar zeker leek, toch gemist. Het verschil met nummer 14, Schweinfurt, bedroeg slechts 1 punt.

Het duurde even voordat de club zich had hersteld van het missen van de 2. Bundesliga. De eerste paar jaar op het 3e niveau leverden plaatsen in de subtop op. In 1979/80 werd uiteindelijk het kampioenschap gewonnen en hiermee promotie naar de 2. Bundesliga. De laatste wedstrijd als amateurclub verliep dramatisch: in de halve finale van het Duitse amateurkampioenschap werd roemloos  met 11-0 verloren van de amateurs van VfB Stuttgart.

Het eerste seizoen in de 2. Bundesliga Süd verliep uiterst succesvol. Een 4e plaats en directe kwalificatie voor de ongedeelde 2. Bundesliga die in 1981/82 van start ging. In de 5 seizoenen hierna was Hessen Kassel driemaal vierde. Steeds werd de promotiewedstrijd van de nummer 3 van de 2. Bundesliga tegen de nummer 16 van de Bundesliga net gemist, in 1985 zelfs op doelsaldo. In 1987 ging het plotseling mis: Hessen werd 19e en moest terug naar de Oberliga. Twee jaar later lukte het nog om voor één jaar terug te keren naar de 2. Bundeslga, voorlopig (?) voor het laatst.

De jaren 90 werden gekenmerkt door financiële problemen. In 1993 werd -door een boekhoudkundige truc- een faillissement overleefd zonder dat de club teruggezet werd. Hierdoor was Hessen Kassel een jaar later Gründungsmitglied van de nieuwe Regionalliga. In 1998 ging het echt mis. Er werd opnieuw een faillissement uitgesproken en dit maal was er geen redding mogelijk. De club werd ontbonden en als KSV Hessen Kassel heropgericht. Hierdoor moest men in de laagste klasse beginnen.

Door vier promoties op rij vanuit de Kreisliga (VIII) via de Bezirksliga (VII), Bezirksoberliga (VI) en Verbandsliga (V) naar de Oberliga (IV) speelde de nieuwe club snel weer op acceptabel niveau. In de Oberliga stagneerde de progressie; pas in het vierde seizoen werd promotie naar de Regionalliga afgedwongen.

In het seizoen 2007/2008 ging het weer mis in een kwalificatieseizoen. Na een goede eerste seizoenshelft werd er na de winterstop slechts 3 keer gewonnen. Het eindresultaat was een 14e plaats en 7 punten te weinig voor kwalificatie voor de 3. Liga. Sindsdien speelt KSV Hessen op het vierde niveau. In afgelopen seizoen werd de Regionalliga Südwest gewonnen. In de promotiewedstrijd tegen Holstein Kiel ging het echter weer fout. Momenteel staat Hessen Kassel onderin de middenmoot.


Na diverse omzwervingen door de stad betrok Hessen Kassel in 1953 het nieuw gebouwde Auestadion, waar het nog steeds speelt.
Zoals veel stadions uit die tijd bestaan de rondlopende staantribunes uit puin van de in de oorlog zwaar gebombardeerde stad. Het dak van de hoofdtribune was zelfdragend (zonder pilaren) uitgevoerd, waardoor het voor zijn tijd erg modern was. Later zijn links en rechts van de hoofdtribune nog kleine overdekte zittribunes gebouwd.

Het laatste decennium heeft het stadion een metamorfose ondergaan. Tegenover de hoofdtribune is een nieuwe overdekte zittribune gebouwd, zodat er alleen achter de goals nog staanplaatsen over zijn. Wegens bouwvalligheid is de oude hoofdtribune (ondanks monumentenstatus) gesloopt en door een nieuwe vervangen.









 
Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 3: Arminia Hannover

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1980 (2. Bundesliga Nord)
Palmares: Noordduits kampioen (1920), deelname aan Duits Kampioenschap (1920, 1930, 1933 )
Huidig niveau: Landesliga Hannover (VI)

Hoewel de clubkleuren van Arminia Hannover groen en wit zijn, speelt de club al sinds 1913, 3 jaar na de oprichting, in het blauw. Dit heeft er mee te maken dat volgens de toenmalige regels van de Hannoveraner voetbalbond elke kleur maar door één club gebruikt mocht worden. Groen was al bezet... Aanvankelijk koos Arminia voor zilvergrijs, maar in 1913 kwam blauw vrij doordat er twee andere clubs fuseerden. Sindsdien speelt men in blauw en luidt de bijnaam 'die Blauen'.

In 1920 behaalde het nog jonge Arminia zijn eerste succes: het Noordduits kampioenschap en daarmee deelname aan de Duitse kampioensronde. Door tweede te worden in 1930 en 1933 mocht Arminia nog tweemaal meedoen aan het Duitse kampioenschap. 1933 was het beste jaar, toen werd de tweede ronde gehaald. In de jaren 30 veroverde Hannover 96 de hegemonie in de stad  dankzij betere contacten met de nieuwe machthebbers  en werd zelfs Duits kampioen. Arminia zakte weg naar de middenmoot.

Na de oorlog was Arminia lang in de Oberliga vertegenwoordigd zonder potten te kunnen breken. In 1957 degradeerden de blauwen. Terugkeren naar de Oberliga bleek moeilijk; pas de vijfde poging om de promotiecompetitie te winnen was succesvol. Hierdoor was Arminia er het laatste seizoen van de Oberliga weer bij, maar was het kansloos voor kwalificatie voor de Bundesliga. 

De eerste jaren in de Regionalliga waren redelijk succesvol. Arminia eindigde steevast in het linker rijtje en speelde twee keer (zonder succes) om promotie naar de Bundesliga. In de jaren 70 waren de resultaten zoveel minder dat kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga in 1974 er niet in zat. Twee jaar later lukte het wel om te promoveren. Arminia speelde 4 jaar in de 2. Bundesliga en eindigde in 1979 zelfs boven Hannover 96 (voor het laatst in de historie). Een jaar later degradeerde Arminia kansloos met 14 punten achterstand op een veilige plek.

In de jaren 80 mocht Arminia nog tweemaal meedoen aan de promotiecompetitie voor de 2. Bundesliga, maar zonder succes. In 1991 bleek zelfs het niveau van de Oberliga te hoog. Drie jaar later mocht Arminia zich weer Oberligist noemen, maar dan alleen omdat de Regionalliga opgericht werd en de Oberliga daardoor het vierde niveau werd.

Een opleving kwam in 1997, toen Arminia naar de Regionalliga promoveerde en in het eerste seizoen zesde werd. Deze plaatsering bleek een incident te zijn, in de jaren die volgden streden de blauwen tegen degradatie en in 2000 werd de kwalificatie voor de verkleinde Regionalliga gemist. Financiële problemen zorgden ervoor dat Arminia in 2008 niet mocht deelnemen aan de nieuwe Regionalliga (op niveau 4). Sindsdien pendelt Arminia tussen de Oberliga (V) en de Verbandsliga (VI). Momenteel staan de blauwen op het punt weer terug te keren in de Oberliga.


In 1918 fuseerde Arminia met rugbyclub Merkur. De rugbyclub bracht het Stadion am Bischofsholer Damm in. In dat stadion speelt Arminia nog steeds, al is het inmiddels omgedoopt in Rudolf-Kalweit-Stadion. Gastronoom Rudolf Kalweit was bijna 80 jaar lid en liet Arminia een behoorlijke erfenis na.
In 1963 dreigde het einde van het stadion: de stad wilde een verkeersweg verbreden en had de grond nodig. Uiteindelijk is er een compromis gevonden en hoefde alleen één tribune achter de goal gesloopt worden. In 1976 kreeg de hoofdtribune een nieuw dak. Of beter gezegd: een tweedehands dak. Het dak van de staantribune van het oude Stadion Rote Erde in Dortmund, dat na de opening van het Westfalenstadion werd verkleind, werd naar Hannover getransporteerd en doet sindsdien dienst aan de Bischofsholer Damm. De rest van de tribune is overigens ook in Hannover te vinden: bij OSV Hannover.











Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 4: Westfalia Herne

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga West)
Laatste jaar op tweede niveau: 1979 (2. Bundesliga Nord)
Palmares: Westduits kampioen (1959), deelname aan Duits Kampioenschap (1959, 1960)
Huidig niveau: Oberliga Westfalen (V)

In tegenstelling tot veel clubs uit het Ruhrgebiet is Westfalia Herne geen echte mijnwerkersclub, hoewel veel spelers wel mijnwerker of metaalarbeider waren. Westfalia bleef dan ook veel langer op hoog niveau actief dan de echte mijnwerkersclubs zoals Sodingen en Katernberg, die hun piek in het begin van de jaren 50 hadden.
De eerste 30 jaar van zijn bestaan was de club nog niet heel succesvol. Slechts in het seizoen 1908/1909 werd op het hoogste Westfaalse niveau gespeeld. De kentering kwam in 1934, toen het nieuwe stadion werd geopend. Vanaf dat jaar tot aan het einde van de oorlog speelde Westfalia op het hoogste niveau, zonder zich overigens te kwalificeren voor de eindronde om het Duitse kampioenschap.

Na de oorlog duurde het tot 1954 voordat Westfalia zich weer bovenin meldde. De eerste vier seizoenen in de Oberliga waren moeizaam: tweemaal 13e, 11e en 12e. Het vijfde seizoen was alles plotseling anders: Westfalia werd kampioen met 6 punten voorsprong op 1.FC Köln en ook voor clubs als Dortmund, Essen en regerend Duits kampioen Schalke. In de eindronde om het kampioenschap overleefde Herne de poulefase niet.
Dat Herne geen eendagsvlieg was, bewees het de volgende seizoenen: in 1960 mocht men als vice-kampioen van het westen opnieuw meedoen om het Duits kampioenschap (al in de kwalificatieronde ging het mis) en de twee seizoenen erna werd Westfalia 5e en 6e. Aan de vooravond van het seizoen 1962/63 leek kwalificatie voor de Bundesliga haalbaar. Het pakte anders uit: Westfalia werd 14e en moest genoegen nemen met een plaats in de Regionalliga, niveau II.

In de Regionalliga zijn de resultaten eigenlijk nooit goed geweest. In het eerste seizoen was een 6e plaats bij lange na niet voldoende voor deelname aan de promotieronde naar de Bundesliga en daarna was Westfalia doorgaans onderin de middenmoot te vinden. In 1968 degradeerde de club zelfs voor 2 jaar naar het derde niveau. In 1974 werd kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga -zoals te verwachten viel- gemist. 

Dat Westfalia Herne een jaar later naar de 2. Bundesliga promoveerde, dankte het aan sponsor Erhard Goldbach. De eigenaar van benzinestation-keten Goldin. Met Goldins geld hield Westfalia het na de promotie in 1975 vier jaar in de 2. Bundesliga uit. Eerst in de middenmoot, in 1978/79 (onder de naam Westfalia-Goldin Herne; dat mocht toen) werd een 5e plaats behaald.

In mei 1979 kwam er een abrupt einde aan het avontuur dat misschien wel in de Bundesliga had kunnen eindigen. Het bleek dat Goldin al jaren verlies leed en alleen door grootschalige belastingontduiking (345 miljoen DM; nog steeds de grootse belastingfraude uit de Duitse geschiedenis) het hoofd boven water had kunnen houden. Voor Goldin was dit het einde en voor Westfalia ook bijna. Het seizoen 1979/80 werd nog wel in de  2. Bundesliga aangevangen, maar na één wedstrijd werd de licentie van Westfalia Herne (nu weer zonder Goldin in de naam) ingetrokken. Degradant RW Lüdenscheid nam Hernes plaats in en Herne ging naar de Oberliga Westfalen.

Na 10 seizoen Oberliga (met als beste resultaat een 2e plaats in 1988), zakte Herne in de jaren 90 weg tot in de Landesliga (VI). In 1999 en opnieuw in 2005 keerde Westfalia terug in de Oberliga (inmiddels niveau IV). In 2008 werd kwalificatie voor de Regionalliga net gemist zodat Westfalia in de NRW-Liga (niveau V) terecht kwam. Na vier seizoenen werd de NRW-liga wegens de reorganisatie van de Regionalligen ontbonden en sindsdien speelt Westfalia Herne weer in de Oberliga Westfalen. Vorig seizoen werd degradatie net voorkomen en ook dit seizoen vecht men tegen den Abstieg.


Het Stadion am Schloss Strünkede waar Westfalia nog steeds in speelt, ligt in een park vlak bij het slot van Herne, niet ver van het centrum. Bij de opening in 1934 was het stadion één van de grootste van het land. Afgezien van de bouw van een nieuwe tribune in de jaren 50 is er in het stadion weinig veranderd. Het is dan ook het prototype van een Duits stadion: zitplaatsen op de hoofdtribune, athletiekbaan en staanplaatsen.
In tegenstelling tot Westfalia Herne heeft het Stadion am Schloss Strünkede wel Bundesligavoetbal gekend. In 1976 werd het Ruhrstadion van Bochum verbouwd en moest Bundesligist VfL Bochum uitwijken. Het stadion van Herne werd opgeknapt en Bochum speelde zich aan het einde van het seizoen in Herne veilig.










Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 5: ETB Schwarz-Weiß Essen

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga West)
Laatste jaar op tweede niveau: 1978 (2. Bundesliga Nord)
Palmares: Bekerwinnaar (1959), deelname Duits Kampioenschap (1924)
Huidig niveau: Oberliga Niederrhein (V)

De stad Essen in het Ruhrgebiet heeft twee gezichten. Het noorden van de stad ligt midden in het mijnbouw- en industriegebied. Vroeger werd dit gedeelte gekenmerkt door de vele fabrieken, hoogovens (o.a. Krupp) en mijnen, tegenwoordig door werkeloosheid en andere sociale problemen. Uit dit gedeelte komen ook de meeste bekende Essense voetbalclubs: arbeidersclubs als Rot-Weiss Essen, Sportfreunde Katernberg en TuS Helene.
In het zuiden van Essen, dat ligt in de Ruhrvallei, wonen veelal de beter gesitueerden. Beroemd is wat dat betreft de Villa Hügel, het meer dan modale optrekje van de familie Krupp.  Uit dit gedeelte van de stad komt Schwarz-Weiß Essen. In het noorden wordt de club ook wel Lackschuhe-Verein genoemd, vrij vertaald in het Nederlands: witte-boorden-club.

Op 11 april 1881 werd de Essener Turnerbund Schwarz-Weiß opgericht. In die tijd was voetbal nog vrijwel onbekend in Duitsland. Onder aanvoering van Turnvater Friedrich Ludwig Jahn was turnen de nationale sport van Duitsland geworden. De machthebbers vonden dit -na aanvankelijke tegenstand- prima; turnen was een uitstekend middel om de bevolking fit te houden voor een eventuele oorlog. Rond de eeuwwisseling begon het voetbal Duitsland te veroveren en in 1900 werd ook binnen ETB Schwarz-Weiß een voetbalafdeling opgericht.
De turnbond zag voetbal met lede ogen populairder worden en werkte het onduitse Fußlummelei op allerlei manieren tegen. In 1924 werd het turnclubs verboden een voetbalafdeling te hebben. Dit bereikte niet het gewenste effect; de meeste voetbalafdelingen -zo ook die van Schwarz-Weiß- werden zelfstandig en niet het voetbal, maar het turnen kreeg harde klappen. In 1936 smolten de voetbalafdeling en de rest van de club weer samen.

In de jaren 20 vierde Schwarz-Weiß, lang voor concurrent Rot-Weiss, de eerste successen. In 1923 werd het regionale kampioenschap behaald en in 1925 deed ETB SW mee aan de Duitse kampioenschappen. In de jaren 30 speelde de club continu op het hoogste niveau. Drie maal op rij werd een tweede plaats behaald, wat net niet genoeg was om mee te doen aan het Duitse kampioenschap. In de oorlog degradeerde Schwarz-Weiß en na de oorlog duurde het tot 1951 voordat de Oberliga bereikt werd. Op dit hoogste niveau was de middenmoot het hoogst haalbare. Drie jaar lang was de club zelfs zweitklassig. Ondertussen was Rot-Weiss uitgegroeid tot de succesvolste club van de stad door het winnen van de beker (1953) en het landskampioenschap (1955). Aan het einde van de jaren 50 herstelde Schwarz-Weiß zich: in 1959 werd -als tweedeklasser- de beker gewonnen en in het begin van de jaren 60 was men weer terug op het hoogste niveau, waar een 4e en een 7e plaats behaald werden. Op dat moment speelde Rot-Weiss een niveau lager.

Ondanks dat Schwarz-Weiß weer de beste van de stad was, waren de plaatsering niet goed genoeg voor kwalificatie voor de Bundesliga. Samen met Rot-Weiss ging men in de Regionalliga spelen. Vanaf dat moment belandde Schwarz-Weiß in Essen op het tweede plan. Terwijl het Rot-Weiss tot drie maal toe lukte om de promotieronde voor de Bundesliga te winnen (en hierdoor totaal 7 jaar Bundesliga speelde), mocht Schwarz-Weiß maar één keer deelnemen. In 1967 kwam het één punt tekort om te promoveren.

De kwalificatie voor de 2. Bundesliga werd in 1974 wel gehaald. Vier jaar zou Schwarz-Weiß het uithouden op het tweede niveau. In het laatste jaar speelden beide Essense clubs in de 2. Bundesliga. Rot-Weiss werd als degradant uit de Bundesliga tweede, Schwarz-Weiß werd laatste en degradeerde naar de Oberliga. Ondanks diverse pogingen om de Oberliga naar boven te verlaten (tweede plaatsen in 1980 en 1988), speelt ETB SW daar nu nog steeds. In 1994 werd kwalificatie voor de Regionalliga ruim gemist en ook het ambitieuze plan 'WIR 1996' dat tot doel had om in 1996 te promoveren, mislukte jammerlijk.

In 2008 was kwalificatie voor de nieuwe Regionalliga het doel. Hiervoor moest bij de eerste 4 geëindigd worden. Dit leek te lukken; een overwinning in de thuiswedstrijd tegen concurrent 1.FC Kleve zou genoeg zijn om de promotie te bezegelen. De wedstrijd werd jammerlijk met 2-0 verloren waardoor Kleve en niet Schwarz-Weiß promoveerde. Kwalificatie voor de NRW-liga op niveau vijf (nog nooit speelde ETB SW zo laag) was een schrale troost. Vier jaar later miste Schwarz-Weiß de volgende kans op deelname aan de Regionalliga. Door de versterkte promotie wegens het uitbreiden van het aantal Regionalligen was de 9e plaats voldoende voor een play-off wedstrijd. ETB SW werd op doelsaldo 10e.  Vorig seizoen werd Schwarz-Weiß ondanks een bijna-faillisement 6e in de Oberliga en ook nu staat de club in de subtop.


In 1922 werd de pacht van het oude sportterrein niet verlengd en moest Schwarz-Weiß op zoek naar een nieuw terrein. Dit werd gevonden in het Stadtwald, vlak bij de Baldeneysee, waar een nieuw stadion kon worden gebouwd. Het Stadion am Uhlenkrug was voor zijn tijd erg modern: het geraamte van de tribune voor 2000 toeschouwers was van staal en er waren totaal 35000 plaatsen. In 1939 werd de tribune vergroot tot 2400 plaatsen en het totale stadion tot 45000. Doordat Schwarz-Weiß steeds verder achterop raakte bij de concurrentie, is het stadion hierna nooit meer uitgebreid of gemoderniseerd. In 1975 was het zelfs zodanig vervallen dat Schwarz-Weiß moest uitwijken naar het nabijgelegen Grugastadion (inmiddels gesloopt) voor zijn wedstrijden in de 2e Bundesliga.
In de loop der jaren zijn er -helaas- wel steeds meer staanplaatsen verdwenen. De staanplaatsen aan de noordzijde werden als eerste weggehaald, hoewel de contouren van de staantribune behouden beleven. In het kader van de kwalificatie voor de NRW-liga is de bovenste helft van de Gegengerade verdwenen. Momenteel passen er nog 9950 mensen in de Uhlenkrug.

















Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 6: Bayern Hof

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 1978 (2. Bundesliga Süd)
Palmares: Deelname promotieronde Bundesliga (1967, 1968, 1972)
Huidig niveau: Regionalliga Bayern (V)


Bayern Hof is in 1910 opgericht als 1910 Hof en was vanaf 1911 als Britannia Hof actief. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd deze naam onacceptabel zodat de club sindsdien naar de naam Bayern Hof luistert. Voor de oorlog speelde de club een tijdje op het hoogste (regionale) niveau, zonder door te dringen tot het Duitse kampioenschap. Na de oorlog werd het er niet makkelijker op. Door de Duitse deling was Hof verworden van knooppunt van belangrijke verkeersstromen tot een slaperig stadje in een uithoek van de Bondsrepubliek. Het duurde dan ook lang voordat Bayern Hof zijn opwachting maakte in de Oberliga: pas in 1959 promoveerde Hof. Vier jaren later waren vier seizoenen in de middenmoot van de Oberliga bij lange na niet voldoende voor kwalificatie voor de Bundesliga. Het hoogtepunt uit die tijd was wel een 5-0 uit-overwinning bij het andere Bayern, Bayern München, in het seizoen 1961/62

Na enkele middelmatige jaren in de Regionalliga deed Hof vanaf de tweede helft van de jaren 60 opeens mee voor promotie naar de Bundesliga. Een tweede plaats in 1967, het Regionalliga-kampioenschap in 1968 en opnieuw een tweede plaats in 1972 bezorgden de Oberfranken driemaal een plaats in de promotieronde. Driemaal kwam men er niet aan te pas. Hoewel de resultaten daarna minder werden, plaatste Hof zich toch voor de nieuwe 2. Bundesliga Süd. Een vierde plaats in 1975 was het beste resultaat en na vier seizoenen was het in 1978 schluss.

Twee jaar na de degradatie bleek ook de Bayernliga (III) te hoog gegrepen. 30 jaar lang was Bayern Hof het Volendam van Beieren: dan weer eens Bayernliga, dan weer eens Landesliga. Overigens was de Bayernliga in het eerste seizoen dat Hof er speelde het 3e niveau en 30 jaar later (doordat eerst de Regionalliga en later de 3. Liga ertussen waren gekomen) het 5e niveau.
In 2012 profiteerde Hof van de versterkte promotie wegens de uitbreiding van het aantal Regionalligen. In de Regionalliga Bayern vecht de club sindsdien tegen degradatie.


Al in 1913 streek Bayern Hof neer in het oosten van de stad, aan de Grüne Au. Een Au of Aue is in Duitsland het laaggelegen gebied langs de rivier (in dit geval de Saale), vergelijkbaar met de uiterwaarden in Nederland.
Het terrein werd steeds uitgebreid naarmate de club hoger ging spelen. In het seizoen 1929/30 kwamen er 7000 toeschouwers af op de wedstrijd tegen regionale grootmacht Nürnberg.

Pas vlak na de oorlog werd er een houten tribune langs de hele noordzijde van het veld gebouwd, die er nu nog steeds staat. In de jaren dat Hof om promotie naar de Bundesliga speelde, moest er ook een modernere tribune komen. In 1969 werd begonnen met de bouw van een zittribune hoog boven de Gegengerade. Toen het geld op was, was de tribune nog niet klaar. Het heeft tot 1999 geduurd voordat de tribune een dak kreeg. Het stadion was toen allang aan de stad verkocht om de financiële nood te lenigen.
Overigens is het Stadion Grüne Au één van de weinige oude Duitse stadions zonder atletiekbaan.











Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 7a: Waldhof Mannheim

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1990 (Bundesliga)
Laatste jaar op tweede niveau: 2003 (2. Bundesliga)
Palmares: Deelname aan eindronde Duits Kampioenschap (1934, 1936, 1937, 1940, 1942), finale beker (1939)
Huidig niveau: Regionalliga Südwest (IV)


Eigenlijk voldoet Waldhof Mannheim niet aan de criteria voor dit topic: in 1963 was Waldhof geen Oberligist en Waldhof heeft nog in de Bundesliga gespeeld, niet eens zo heel lang geleden. Bovendien laat mijn Waldhof-fotoarchief te wensen over. Toch wijd ik een (half) hoofdstuk aan Waldhof vanwege de vrije val die het na 2003 doormaakte en vanwege de verwevenheid met de andere club uit Mannheim, VfR Mannheim, die om meer dan één reden vergelijkbaar is met die van Spakenburg met IJsselmeervogels. Meer over VfR komt overigens in het tweede deel van dit hoofdstuk.

Laten we bij het begin beginnen: in 1907, 4 jaar voordat VfR uit een fusie ontstond, werd SV 1907 Waldhof opgericht in het gelijknamige arbeiderswijk van Mannheim. Al in 1914 werd de hoogste klasse bereikt. De Eerste Wereldoorlog gooide tijdelijk roet in het eten, maar in 1920 was Waldhof weer succesvol met deelname aan het Zuidduits kampioenschap. De meest succesvolle periode kwam na de machtsovername door de Nazi's: tussen 1933 en het einde van de oorlog deed Waldhof vijfmaal mee aan het Duitse kampioenschap (beste resultaat: 4e in 1940) en was het verliezend bekerfinalist  (1939).

Na de oorlog was Waldhof tot degradatie in 1954 een middenmoter in de Oberliga. Hierna pendelde Waldhof tussen de Oberliga en de 2. Liga. In het laatste jaar voor de Bundesliga speelde Waldhof in de 2. Liga, dus kwalificatie kwam nicht in Frage. De 3e plaats was wel voldoende voor een plaats in de Regionalliga. Na een aarzelend debuutjaar (11e) ging het aanvankelijk best goed en behaalde Waldhof een 4e en een 3e plaats. Daarna zakte men weg naar de middenmoot en zelfs naar de amateurs in 1970.

In 1972 had chipsfabrikant Chio er 190 000 DM voor over om Waldhof voortaan als SV Chio Waldhof te laten spelen. Net weer gepromoveerd naar de Regionalliga werd Chio meteen 7e en in 1974 plaatste de club zich probleemloos voor de 2. Bundesliga Süd. In de 2. Bundesliga werd middelmatig gepresteerd, maar Waldhof (inmiddels weer zonder Chio en vanaf 1979 als Waldhof Mannheim) plaatste zich wel voor de ongedeelde 2. Bundesliga in 1981. Twee jaar later promoveerde men zelfs naar de Bundesliga.

Omdat het eigen stadion te klein was, moest Waldhof uitwijken naar het Südweststadion in Ludwigshafen, tot groot ongenoegen van 1.FC Kaiserslautern. Hoewel Ludwigshaven slechts door de Rijn van Mannheim gescheiden wordt, ligt het in een ander Bundesland en valt het onder de regio Südwest. Volgens de regels mag een club niet buiten het eigen regiogebied spelen. Mannheim kreeg dispensatie hetgeen Südwestclub Kaiserslautern (75 km verderop) als oneerlijke concurrentie zag.  Uiteindelijk zou Waldhof 6 jaar in Ludwigshafen spelen. Seizoen 1989/90, het laatste jaar Bundesliga, werd weer in het eigen stadion afgewerkt.

Na de degradatie probeerde Waldhof wanhopig weer te promoveren. In 1992 was men dichtbij maar een 2e plek in de eenmalig weer in Noord en Zuid verdeelde 2. Bundesliga was niet voldoende vanwege de competitiehervormingen na de Wende. Ook het gereedkomen van het nieuwe stadion in 1994 bracht niet de gehoopte promotie. In 1997 degradeerde Waldhof zelfs naar de Regionalliga. Na twee jaar kwam Waldhof nog één keer terug in de 2. Bundesliga. Het verblijf duurde vier jaar en leverde één vierde plek op, maar dus weer geen promotie.

In 2003 barstte de bom. De financiële situatie bleek zo slecht dat Waldhof -na degradatie uit de 2. Bundesliga- geen licentie kreeg voor de Regionalliga. Na vijf jaar Oberliga werd de Regionalliga wel weer bereikt, maar na twee jaar betekende een faillissement opnieuw de gang naar de Oberliga. Inmiddels is Waldhof weer terug in de Regionalliga.
Dat de club überhaupt nog bestaat, heeft het te danken aan Dietmar Hopp, de eigenaar van 1899 Hoffenheim. Behalve dat Hopp Waldhof rechtstreeks gesponsord heeft toen de nood hoog was, heeft Hoffenheim tijdens het eerste Bundesligaseizoen in het stadion van Mannheim gespeeld omdat het eigen stadion nog niet klaar was. Ongetwijfeld heeft Waldhof daar ook financieel van geprofiteerd.


Na enkele jaren gespeeld te hebben op een veld met de weinig goeds voorspellende naam Sandacker, kon Waldhof in 1924 een nieuw stadion openen. Tot aan de verhuis naar het nieuwe Carl Benz-stadion in 1994 speelde Waldhof in het Stadion am Alsenweg, met uitzondering van de eerste zes jaren Bundesliga. Tegenwoordig wordt het stadion voor het tweede en de jeugd gebruikt. In 1996 is het stadion vernoemd naar Seppl Herberger, ooit jeugdspeler van Waldhof maar bekender als de coach van het team dat in 1954 wereldkampioen werd.






Het Südweststadion van Ludwigshafen werd in 1940 geopend, maar in de oorlog totaal vernield. Tussen 1946 en 1950 werd een nieuw stadion gebouwd waarbij puin uit de verwoeste stad als ondergrond voor de staanplaatsen werd gebruikt. Het stadion had maar liefst 83000 plaatsen, maar geen vaste bespeler op niveau. Er werd af en toe een wedstrijd om het kampioenschap gespeeld: in 1952 de finale en later diverse thuiswedstrijden van Kaiserslautern. Ook in de Bundesligatijd week Kaiserslautern voor een paar wedstrijden uit naar Ludwigshaven toen de Betzenberg werd verbouwd. De 6 Bundesligaseizoenen van Waldhof Mannheim waren de enige jaren dat er structureel op het hoogste niveau werd gevoetbald in het Südweststadion.
Intussen is het stadion nogal vervallen. Voor de thuiswedstrijden van Regionalligist Oggersheim (inmiddels ook al weer ter ziele) is een klein gedeelte van de staanplaatsen en de hoofdtribune gerenoveerd. De rest is gesperrt. Nu wordt het stadion allen nog maar voor breedtesport gebruikt.










Het Carl Benz-Stadion uit 1994 is gebouwd net voor de grote hausse aan nieuwe stadions. Veel aspecten van de latere stadions zijn al zichtbaar: dichtgebouwde hoeken, doorlopend dak, in het dak geïntegreerde floodlights. Er zijn echter slechts twee hoeken dichtgebouwd, zodat het stadion U-vormig is met een losstaande tribune aan de open kant van de U.
Op de plek van het huidige Carl Benz-Stadion stond tot 1992 het Stadion Mannheim uit 1927. Dit stadion was een klassiek ovaal stadion met atletiekbaan. De contouren van het oude stadion zijn nog zichtbaar rond het nieuwe stadion.





Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 7b: VfR Mannheim

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 1975 (2. Bundesliga Süd)
Palmares: Duits kampioen (1949)
Huidig niveau: Oberliga Baden-Württemberg (V)


In de eerste helft van dit hoofdstuk vergeleek ik de relatie tussen Waldhof en VfR al met die tussen Spakenburg en IJsselmeervogels. Naast de rivaliteit tussen beide teams (die pogingen tot een fusie al meerdere malen gefrustreerd heeft), is er nog een reden voor: net als in Spakenburg liggen ook in Mannheim de stadions van beide clubs letterlijk naast elkaar.

De oudste voorganger van VfR Mannheim is opgericht in 1896 (het jaar dat de club als officieel oprichtingsjaar opgeeft) maar pas in 1911 ontstond de club in huidige vorm toen 3 clubs uit het burgerlijke milieu fuseerden. Daarmee is voor een deel ook de rivaliteit met Waldhof verklaard: Lackschuhe tegen Arbeiter was in het vooroorlogse Duitsland een garantie voor een stevige rivaliteit. Bovendien domineerden beide Mannheimer clubs in de jaren 30 de regionale competitie en werden ze bijna beurtelings kampioen. In die tijd nam VfR zesmaal aan de landelijke eindronde deel.

Ook na de oorlog mocht VfR nog tweemaal meedoen aan de eindronde. In 1949 was een 2e plaats in de Oberliga Süddeutschland genoeg voor deelname. Via overwinningen op HSV en Kickers Offenbach werd de finale in Stuttgart bereikt. Voor maar liefst 92000 toeschouwers leek Borussia Dortmund in de 82e minuut de winnende goal te scoren. Vijf minuten voor tijd maakte VfR gelijk zodat er verlengd moest worden. In de zomerhitte hield Mannheim het het langst vol. Door een doelpunt in de 108e minuut mocht de ploeg als eerste de kampioensschaal in ontvangst nemen; de oude trofee (die Viktoria) was in de oorlog zoek geraakt en werd pas 50 jaar later teruggevonden.

Het volgende seizoen werd VfR in de Oberliga slechts 5e. Als titelverdediger mocht VfR toch meedoen aan het kampioenschap. In de eerste ronde kwam men de finale-tegenstander van het vorige jaar tegen, Borussia Dortmund. Opnieuw werd er gewonnen. De tweede ronde was het echter Schuss tegen Preussen Delbrück (dat inmiddels is opgegaan in Viktoria Köln).

In de seizoenen die volgden, was VfR meestal slechts middelmaat. In tegenstelling tot Waldhof speelde VfR tot aan de invoering van de Bundesliga wel continu in de Oberliga. Kwalificatie voor de Bundesliga zat er niet in, dus vanaf 1963 was VfR -net als Waldhof- Regionalligist. In 1971, een jaar na Waldhof, degradeerde ook VfR naar de amateurs. Twee jaar later (weer een jaar na Waldhof) kwam VfR weer terug in de Oberliga. In 1974 plaatste beide clubs zich voor de 2. Bundesliga Süd, maar aan het einde  eerste seizoen scheidden de wegen van de twee clubs zich. Terwijl Waldhof  in de 2e Bundesliga bleef en zich later zelfs opwerkte naar de Bundesliga, degradeerde VfR als laatste naar de amateurs.

Het eerste jaar bij de amateurs leverde het kampioenschap op en daarmee (tevergeefse) deelname aan de promotieronde terug naar de 2. Bundesliga. Het zou bij die ene keer blijven. 19 jaar lang speelde VfR op het hoogste amateurniveau. In 1994 waren de prestaties goed genoeg om Gründungsmitglied van de Regionalliga te worden. In 1995 werd VfR tweede, op respectabele afstand van Stuttgart Kickers, dat als kampioen naar de 2. Bundesliga promoveerde. VfR mocht meedoen aan het amateurkampioenschap, waar het de finale bereikte. In 2000 wist VfR zich door een prima 3e plaats te kwalificeren voor de nieuwe, tweedelige Regionalliga.

Sportief ging het niet slecht, maar financieel wel. In 2002 gaf VfR de licentie voor de Regionalliga terug en nam het ook niet deel aan de Oberliga. Het seizoen daarop moest men in de Verbandsliga (VI) aantreden. Het kampioenschap werd behaald zodat VfR weer terug was in de Oberliga. Op nog twee jaar Verbandsliga na, speelt het daar nog steeds.


In 1905 kreeg één van de voorgangers van VfR een terrein naast een brouwerij. Hoewel het stadion niet toereikend was voor een club van de statuut van VfR Mannheim, kon de club niet verhuizen omdat het grote Stadion Mannheim met voorrang werd gebruikt door de in Mannheim gelegerde Amerikaanse troepen. Toen de brouwerij in 1959 ging uitbreiden, moest VfR weg. Het grote stadion (inmiddels teruggekocht van de Amerikanen) was het enige alternatief. Voor VfR was het te groot en te leeg en het stadion raakte meer en meer in verval.

In 1971 kwam de oplossing: naast het stadion bouwde VfR een voetbalstadion dat meer bij de grootte van de club paste, zonder atletiekbaan en met lichtmasten. Met het grote stadion gebeurde weinig meer totdat er in 1994 een nieuw stadion voor Waldhof verrees. Ondertussen speelt VfR nog steeds in het inmiddels al weer meer dan 40 jaar oude Rhein-Neckar-Stadion.








Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 8: Hamburg

Concordia Hamburg
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1974 (Regionalliga Nord)
Palmares: Kwartfinale beker (1953), Derde plaats amateurkampioenschap (1976)
Huidig niveau: Landesliga Hamburg (VI)

Altona 93
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1968 (Regionalliga Nord)
Palmares: Deelname Duits kampioenschap (1903, 1909, 1914, 1925), halve finale beker (1955, 1964)
Huidig niveau: Oberliga Hamburg (V)

Victoria Hamburg
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1954 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1966 (Regionalliga Nord)
Palmares: Deelname Duits kampioenschap (1905, 1906, 1907, 1943), tweede plaats amateurkampioenschap (1975)
Huidig niveau: Regionalliga Nord (IV)


Al sinds 1919, toen uit HSV uit een fusie ontstond, heeft HSV het Hamburgse voetbal gedomineerd. Als enige club in Duitsland is HSV sinds 1919 ononderbroken op het hoogste niveau actief. In de regionale competities was HSV zowel voor en tijdens de oorlog (17 kampioenschappen in 27 jaar, nooit lager dan 3e) als na de oorlog (16 kampioenschappen in 18 jaar) veruit de beste ploeg van de stad en van Noord-Duitsland. Naast HSV heeft alleen St. Pauli tot op heden weten te overleven binnen het profvoetbal. Toch kent Hamburg nog een aantal interessante ploegen in de schaduw van de 'grote twee'.

Als havenstad kwam Hamburg vroeg in contact met de Engelse cultuur. Al voor de eeuwwisseling was er in de stad een aantal voetbalclubs actief zoals SC Germania von 1887 en Hamburger FC 1888 die later zouden opgaan in HSV en ook Victoria Hamburg (1895). In de tot 1938 zelfstandige stad Altona werd Altonaer FC von 1893 opgericht. Voor de opkomst van HSV waren Victoria en Altona toonaangevend in de stad en in het land. Beide verenigingen waren Gründungsmitglieder van de DFB, de Duitse bond, en Altona deed mee aan het eerste kampioenschap in 1903. Voor de eerste wereldoorlog zouden beide ploegen elk 3 maal meedoen aan het Duitse kampioenschap. Daarna was de grote tijd wel voorbij, maar zowel Victoria als Altona hoorden bij de betere clubs en speelden tot aan het einde van de oorlog steeds op het hoogste niveau.

Concordia Hamburg begon haar bestaan in 1907 als Concordia Wandsbek. Net als Altona werd Wandsbek in 1938 bij Hamburg gevoegd. Concordia (of Cordi, zoals de club vaak genoemd wordt) had voor de oorlog niet de statuur die Victoria en Altona wel hadden. Pas in 1919 speelde Cordi voor één seizoen op het hoogste niveau. In de jaren 20 volgden nog 6 seizoenen, maar daarna zakte de club zelfs weg tot de 3e klasse. In 1939 promoveerde Cordi naar de Gauliga, het hoogste niveau in Nazi-Duitsland. Het verblijf duurde slechts twee seizoenen.

In 1947 maakten Victoria en Concordia deel uit van de nieuwe Oberliga Nord. Victoria degradeerde direct, kwam in de jaren 50 nog twee keer terug maar nam in 1954 definitief afscheid van het hoogste niveau. Concordia degradeerde in 1953, maar wist zich drie jaar later terug te vechten naar de Oberliga. Meer dan middenveldplaatsen zaten er echter niet in. Altona'93 promoveerde pas in 1950 naar de Oberliga, degradeerde en promoveerde in 1952 opnieuw. Na een aantal plaatsen in de subtop, zakte Altona ook af naar het middenveld en kwam het duidelijk te kort voor kwalificatie voor de Bundesliga. En ook al zouden Concordia of Altona zich sportief wel gekwalificeerd hebben, dan had de DFB een stokje gestoken voor deelname aan de Bundesliga omdat een tweede team uit de stad -naast het ongenaakbare HSV- ongewenst was. Aan de andere kant van het land werd Bayern München om dezelfde reden gepasseerd.

Toen de Regionalliga als tweede niveau in 1963 van start ging, waren Victoria, Altona en Concordia alle drie van de partij. Met een vierde plaats kwam Altona het dichtst bij promotiewedstrijden, Victoria eindigde in het middenveld en Concordia wist zich ternauwernood op doelgemiddelde te redden. Twee jaar later haakte Victoria als eerste af. Op 7 punten van de voorlaatste werd de club afgetekend laatste. Na een aantal jaren op het 3e niveau volgde degradatie naar het 4e niveau en in 1996 zelfs naar het 5e niveau. Na promotie in 2012 speelt Viktoria momenteel in de Regionalliga (IV) waar het vecht tegen degradatie.

Na een aantal goede plaatsen in de voorgaande jaren, ging het in 1968 mis met Altona'93. De club degradeerde naar de Landesliga (III, later IV) en kwam in de jaren 80 zelfs even op het 5e niveau terecht. Altona herpakte zich en werkte zich op naar de Oberliga Nord (III) waar het in 1986 zelfs meedeed om promotie. In 1996 promoveerde Altona naar de Regionalliga, waaruit het na één seizoen weer degradeerde. Uit financiële overwegingen zakte men toen zelfs voor enkele jaren naar de Verbandsliga. In 2008 kwalificeerde Altona zich voor de nieuwe Regionalliga, maar ook nu duurde het verblijf slechts een jaar. Sindsdien is Altona subtopper in de Hamburgse Oberliga.

Concordia hield het het langste uit op het tweede niveau. In 1970 werd het afgetekend laatste werd maar in 1973 keerde de club terug in de Regionalliga. Een 10e plaats was op zich verdienstelijk, maar niet voldoende voor kwalificatie voor de 2. Bundesliga. Tot 1991 speelde Concordia in de Oberliga Nord (III), meestal in de middenmoot. Als kampioen van de Verbandsliga (IV) mocht Cordi meedoen in de nieuwe Regionalliga, waar het drie seizoenen speelde. Sindsdien is de club bezig langzaam weg te zakken in het moeras dat amateurvoetbal heet. Momenteel speelt de club (na een fusie onder de naam Wandsbeker TSV Concordia von 1881) op het zesde niveau.


Na 10 jaar op het Heiligengeistfeld (ongeveer waar nu St. Pauli gehuisvest is) gespeeld te hebben en 3 jaar bij de wielerbaan, verhuisde Victoria Hamburg in 1907 naar een eigen terrein in Hoheluft. Twee jaar later werd een tribune gebouwd, de eerste in het noorden van Duitsland. Het stadion werd dan ook vaak gebruikt voor wedstrijden in de eindronde om het kampioenschap en voor interlands. Na een brand werd in 1921 een nieuwe tribune gebouwd, die er nu nog staat.
Stadion Hoheluft werd meerdere malen verkleind omdat het naastgelegen ziekenhuis ruimte nodig had. In 2008 werd het stadion gerenoveerd omdat Victoria kans maakte zich te plaatsen voor de Regionalliga. Dat lukte niet, maar Altona'93 kwalificeerde zich wel en speelde een jaar in het stadion omdat de eigen Adolf Jäger Kampfbahn niet aan de eisen voldoet.











De Adolf-Jäger-Kampfbahn, genoemd naar een international van Altona'93, is slechts enkele jaren jonger dan Stadion Hoheluft. In de loop de tijd werd het stadion uitgebreid en in de jaren 20 was het zelfs het grootste stadion van Hamburg met 27000 plaatsen. Tegenwoordig mogen er nog 8000 in. Het stadion is inmiddels wel in de blessuretijd van het bestaan aangekomen: het is al verkocht, maar Altona mag er blijven spelen totdat er een nieuw onderkomen is gebouwd.













De eerste 15 jaar van het bestaan leidde Concordia een nomadisch bestaan, maar in 1922 kon er een stuk land in de villawijk Mariënthal gekocht worden. In 1924 was het veld bespeelbaar. Een echt stadion was het nog niet; pas in de jaren 50 werd er een tribune gebouwd en staanplaatsen aangelegd. In 1952 werd het stadion in allerijl flink uitgebreid want het grote Borussia Dortmund kwam op bezoek voor een bekerwedstrijd. Er werd letterlijk tot aan de nacht voor de wedstrijd doorgewerkt aan de tijdelijke tribunes om alle toeschouwers een plaats te kunnen bieden. 
In 2009 is Stadion Marienthal gesloten en gesloopt. Concordia speelt nu op een zielloos standaard-sportpark.

   







Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 9: Saar 05 Saarbrücken

Saar 05 Saarbrücken
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Südwest)
Laatste jaar op tweede niveau: 1971 (Regionalliga Südwest)
Palmares: 5 maal deelname aan hoofdtournooi DFB-Pokal
Huidig niveau: Saarlandliga (VI)


Toen Saar 05 Saarbrücken in 1905 onder da naam St. Johanner SC 1905 (genoemd naar het stadsdeel waar de club vandaan komt) werd opgericht, was Saarbrücken een normale stad in het zuiden van de Rheinprovinz in de deelstaat Pruissen. De club zelf speelde tot aan de Eerste Wereldoorlog op het tweede niveau. Gezien de versnipperde situatie en de enorme hoeveelheid competities op het eerste niveau die er toen in Duitsland waren, was dat niet bijzonder hoog.

Na de Eerste Wereldoorlog veranderde de politieke situatie enorm. Duitsland was Elzas-Lotharingen aan Frankrijk verloren en het Saargebied was onder Frans bestuur gekomen. Hierdoor werd Saarbrücken opeens een stad op de grens van de Duitse en de Franse invloedssfeer. Voor het voetbal veranderde er niet veel. Saar 05 bleef in de Duitse piramide spelen. Tegenstanders uit steden als Metz kwam het niet meer tegen, die speelden nu in Frankrijk.
Na de oorlog kwam Saar 05 op het hoogste niveau terecht en kwalificeerde zich in 1920 voor het kampioenschap van de Rheinkreis. De winnaar hiervan mocht meedoen aan het Zuidduitse kampioenschap, waar op zijn beurt weer startbewijzen voor het Duitse kampioenschap te verdienen waren. Zover kwam het niet: Saar 05 werd als tweede van de Rheinkreis uitgeschakeld.

Tot aan de invoering van de Gauliga door de Nazi's, speelde de club, op twee seizoenen in de jaren 20 na, steeds op het hoogste niveau zonder verder potten te breken. De kwalificatie voor de Gauliga Südwest in 1933 werd gemist maar een jaar later lukte het alsnog om de Gauliga te bereiken. Na één seizoen degradeerde Saar 05 weer. Pas na de oorlog keerde de club op het hoogste niveau terug.

De Tweede Wereldoorlog had nog grotere gevolgen voor de politieke situatie van het Saargebied dan de Eerste Wereldoorlog. Zo groot, dat ze in feite tot vandaag de dag voortduren. Onder druk van de Nazi's was het Saargebied in 1935 weer officieel deel geworden van Duitsland. 10 jaar later, toen de oorlog afgelopen was, werd Duitsland verdeeld in 4 bezettingszones (Brits, Amerikaans, Russisch en Frans). Het Saargebied viel onder de Franse zone. De Fransen scheidden het Saargebied steeds meer van de rest van Duitsland af en het Saargebied werd ook niet opgenomen in de Duitse Bondsrepubliek die in 1949 uit de Britse zone, de Amerkiaanse zone en de rest van de Franse zone werd gevormd. Het Saargebied bleef als semi-onafhankelijk land onder Franse invloed en had zelfs een eigen nationaal voetbalteam. Pas in 1957 werd Saarland de tiende deelstaat van West Duitsland.

De onduidelijke politieke situatie van het Saarland had na de Tweede Wereldoorlog ook invloed op het voetbal. In de eerste jaren maakten de clubs nog deel uit van de Duitse competitie. Saar 05 speelde toen (onder de naam SV Saarbrücken) in de Zuidwestduitse competitie, in 1947/48 zelfs op het hoogste niveau. In 1948 stonden de Fransen dit niet meer toe en moesten alle clubs uit Saarland in een eigen competitie spelen. Het grote 1.FC Saarbrücken was hierdoor het zwaarst getroffen; de topclub kon zo niet meer meedoen aan het Duitse kampioenschap. Als compromis mocht het buiten mededinging meedoen aan de Franse 2e divisie, die het prompt won. Het bleef dan ook bij dat ene jaar....

Voor Saar 05 waren de gevolgen niet zo dramatisch. Drie jaar lang speelde de club (nog steeds als SV Saarbrücken) in de subtop van de Saarlandliga. In 1951 mochten de Saarclubs weer meedoen in de Duitse competitie en werd Saar 05 (weer onder de oude naam) opgenomen in de Oberliga Südwest.

In de 11 jaar dat Saar 05 in de Oberliga speelde, werd het 8 keer negende. Deze prestaties waren niet voldoende voor een plaats in de Bundesliga; de Oberliga Südwest werd samen met de Berlijnse Liga als zwakste gezien zodat er maar twee plaatsen in de Bundesliga beschikbaar waren voor het Zuidwesten. Kaiserslautern legde -als kampioen en veruit sterkste club van de regio- beslag op de één van de twee plaatsen. Het andere startbewijs voor de Bundesliga ging niet naar nummer twee en eindrondedeelnemer Borussia Neunkirchen, maar naar 1.FC Saarbrücken. Boze tongen beweren dat Sepp Herberger, voorzitter van de voetbalbond en afkomstig uit Saarbrücken, hier de hand in had.

Dit soort beslommeringen gingen aan Saar 05 voorbij. De club kwam in de Regionalliga Südwest terecht en ook daar speelde de club in de middenmoot totdat de club in 1971 onverwacht degradeerde naar de amateurs. In het begin deed de club nog wel mee in de top, maar al snel zakte Saar 05 ook hier weg naar de middenmoot. Toen de drie hoogste amateurligen uit het Zuidwesten in 1978 fuseerden tot de Amateuroberliga Südwest, wist Saar 05 zich niet te kwalificeren. Pas in 1990 lukte het om (voor 2 jaar) terug te keren op niveau 3.

In 2001 bereikte Saar 05 nog eenmaal de Oberliga, maar daarna kwam de club in vrije val. In 2007/2008 speelde de club in de Kreisliga A (niveau 10), kreeg het ook nog eens een keer 15 punten in mindering en was de financiële situatie dramatisch. De oplossing was om de voetbalafdeling op te heffen en op het allerlaagste niveau opnieuw te beginnen met inschrijving van het jeugdteam. Dit was de ommekeer. Saar 05 promoveerde vier keer achter elkaar. Vorig seizoen debuteerde men in de Saarlandliga (VI) met een 2e plaats en dit seizoen staat Saar 05 al vast als kampioen zodat er volgend jaar weer Oberliga wordt gespeeld.


Sinds 1924 speelt Saar 05 Saarbrücken op de huidige plek. Aanvankelijk was er weinig meer dan een speelveld, maar vanaf 1931 werd er een echt stadion gebouwd, het Stadion Kieselhumes. Tot aan de bouw van het Ludwigsparkstadion (1953) was het het grootste stadion van Saarbrücken. 1.FC Saarbrücken gebruikte het stadion dan ook geregeld voor wedstrijden in het Duitse kampioenschap en het nationale team van Saarland heeft er ook gespeeld.
Tegenwoordig is een flink deel van de ooit 35000 staanplaatsen verwijderd en zijn de atletiekfaciliteiten gemoderniseerd. De tribune staat echter nog steeds (welliswaar voorzien van een modern dak), evenals het karakteristieke torentje ernaast.










Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 10: VfR Kaiserslautern

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Südwest)
Laatste jaar op tweede niveau: 1965 (Regionalliga Südwest)
Palmares: Deelname aan amateur-landskampioenschap (1971)
Huidig niveau: A-Klasse (IX)


De Oberliga Südwest was één van de zwakste in het tijdperk voor de Bundesliga. In vergelijking met de andere Oberligen beslaat Südwest een relatief klein gebied dat bovendien dun bevolkt is. Veel clubs uit het zuidwesten zijn dan ook nooit in de Bundesliga terecht gekomen en in de jaren 70 diep weggezakt. Eén van die clubs is VfR Kaiserslautern.

Op voetbalgebied is Kaiserslautern vooral bekend vanwege 1.FC Kaiserslautern, de grote club van de stad die in de jaren 50 diverse malen kampioen werd met Fritz Walter in de gelederen. Ook in latere jaren vierden de bewoners van de Betzenberg op nationaal niveau nog successen.

Kaiserslautern telt echter nog een tweede club die op het hoogste niveau speelde: VfR Kaiserslautern. Veel valt er over de club niet te schrijven. Over de vooroorlogse periode is weinig te vinden, behalve dat de club in 1920 is ontstaan door een fusie van diverse oudere clubs.

Na de oorlog speelde VfR lange tijd onderin de middenmoot van de Oberliga, in de schaduw van grote broer 1.FC Kaiserslautern dat in die tijd furore maakte. De Bundesliga ging aan VfR voorbij en na twee jaar was ook de Regionalliga te hoog gegrepen. Langzaamaan zakte de club weg naar een bedenkelijk niveau: momenteel speelt VfR op het negende niveau, wel met kansen om weer te promoveren naar niveau 8.


Over het Waldstadion am Erbsenberg is wel een interessant verhaal te vertellen. In 1924 streek VfR Kaiserslautern neer aan de Wormserhöhe, nadat het eerdere stadion werd omgebouwd tot wielerbaan. Op de Wormserhöhe werd een stadionnetje inclusief houten tribune gebouwd. In 1936 moest VfR weer verhuizen: Duitsland was zich aan het voorbereiden op oorlog. Het terrein werd door het leger gevorderd om kazernes op te bouwen.

VfR werd wel schadeloos gesteld: het kreeg een nieuw terrein vlak bij de Betzenberg van 1.FCK. Het leger zou opdraaien voor de kosten voor het verplaatsen van de omheining en tribune. Door de rotsachtige grond vielen die kosten tegen en het heeft aardig wat voeten in de aarde gehad voordat de club z'n geld had. Door deze geschiedenis doet zich dus het merkwaardige feit voor dat delen van de tribune ouder zijn dan het stadion zelf.

Sinds de jaren 50 (toen het stadion nog één keer is uitgebreid) is er weinig veranderd in het stadion. De tribune staat er nog in volle glorie en keurig onderhouden. Verder is er aan de twee lange zijden nog wat terracing. Er mogen tegenwoordig 5000 toeschouwers het stadion in (vroeger 15000); meer dan voldoende voor het niveau waar VfR nu speelt.








Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 11: SV Alsenborn

Laatste jaar op het hoogste niveau: -
Laatste jaar op tweede niveau: 1974 (Regionalliga Südwest)
Palmares: Deelname aan promotieronde naar Bundesliga (1968, 1969, 1970)
Huidig niveau: A-Klasse (IX)


In dezelfde klasse als VfR Kaiserslautern speelt SV Alsenborn. Eigenlijk is Alsenborn geen Traditionsverein. In tegendeel, het is een dorpsclub uit het dorpje Alsenborn (2750 inwoners, 10 km van Kaiserslautern). Dat deze dorpsclub het bijna tot de Bundesliga heeft geschopt, is al bijzonder. Dat er geen grote geldschieter achter zat (zoals bij Hoffenheim) maakt het verhaal helemaal af.

De eerste 40 jaar van de in 1919 opgerichte club waren onopvallend. Zoals zoveel clubs uit de provincie speelde Alsenborn in de lagere amateurklassen zijn voetbal. Dit veranderde toen Fritz Walter, de inmiddels gestopte sterspeler van 1.FC Kaiserslautern en Weltmeister van 1954, SV Alsenborn ging trainen.

Het succesverhaal van Fritz Walter en SV Alsenborn begint in Amsterdam. Naar eigen zeggen kreeg Fritz het idee om van Alsenborn een topclub te maken toen hij bij de Europacupfinale van 1963 (Real-Benfica, Olympisch Stadion) aanwezig was. Walter vond in de persoon van Hannes Ruth, oud-ploeggenoot en aannemer in Alsenborn een gewillig oor. Fritz zou het sportieve aspect voor zijn rekening nemen, Hannes het financiële.

Walter overtuigde drie oud-ploeggenoten uit Kaiserslautern om voor Alsenborn te gaan spelen en bovendien brak er een flink aantal lokale talenten door. Dankzij drie kampioenschappen in drie jaar kwam Alsenborn in 1965 in de Regionalliga Südwest terecht, toen het tweede niveau.

Het avontuur van Alsenborn stopte daar niet. In 1968 werd de Regionalliga met overmacht gewonnen en mocht Alsenborn meedoen aan de promotieronde naar de Bundesliga. In het grote stadion van Ludwigshafen (zie eerder in dit topic) werden 3 van de 4 thuiswedstrijden gewonnen en één gelijkgespeeld. Uit werd maar één punt behaald, zodat de club als 3e eindigde en niet promoveerde.

Ook in 1969 en 1970 werd de Regionalliga gewonnen en werd er in Ludwigshafen gespeeld om promotie. In 1969 was Alsenborn het dichtst bij; een nederlaag op de laatste speeldag bij Hertha Zehlendorf in Berlijn betekende opnieuw een derde plaats, op slechts één punt van Arminia Bielefeld (dat promoveerde en vervolgens hoofdrolspeler werd in het beruchte omkoopschandaal).

Als Alsenborn wel zou zijn gepromoveerd, zou dat het einde van de club in de huidige vorm hebben betekend. Om te kunnen voldoen aan de eisen van de DFB was een verhuizing naar Ludwigshafen en een fusie met club uit die stad nodig geweest. Voor een kleine dorpsclub met een dito stadion was geen ruimte binnen het profvoetbal. Dit zou Alsenborn later nog opbreken.

Een grote klap voor de club was de dood van Otto Render die in 1969 verongelukte. Render was één van de spelers die Fritz Walter uit Kaiserslautern had gehaald en inmiddels trainer geworden. Na 1970 bleef de club bovenin de Regionalliga meespelen maar kwalificeerde het zich niet meer voor de promotieronde.

In 1974 leek kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga Süd geen probleem te worden. Sportief gezien telde een gewogen ranglijst over de laatste 5 jaar. Ondanks een tegenvallend seizoen waren er in het verleden genoeg punten behaald om door te gaan. Het stadion werd met vereende krachten uitgebreid en zou ook geen probleem vormen. Toch ging het niet door. De DFB greep in en gaf 1.FC Saarbrücken 'op financiële gronden' de voorkeur. Boze tongen beweren dat -net als 12 jaar eerder, toen Saarbrücken de Bundesliga binnensloop- DFB-president Hermann Neuberger zijn invloed aanwendde om 'zijn club' Saarbrücken te bevoordelen.

De affaire rond de kwalificatie is Alsenborn nooit meer te boven gekomen. Mentaal geknakt zakte de club steeds verder weg in de regionale competities. Nu is SV Alsenborn weer wat het voor de periode-Walter ook was: een dorpsclub in de lagere klassen van het amateurvoetbal. Maar wel een dorpsclub die kan terugkijken op een gouden periode in de clubgeschiedenis.


Al sinds 1932 speelt SV Alsenborn in het Stadion an der Kinderlehre. In de tijd dat Alsenborn Regionalliga speelde, konden er 8000, later 10000 mensen in. Meer dan een paar duizend kwamen er zelden. Alleen de promotiewedstrijden in Ludwigshafen werden goed bezocht: ruim 20000 toeschouwers gemiddeld.
Met het oog op de kwalificatie naar de 2. Bundesliga werd het stadion uitgebreid tot 15000 plaatsen. Toen het oordeel kwam dat Alsenborn toch niet mocht, waren de nieuwe staanplaatsen al klaar en stond het hek rond het veld er al. Een nieuwe, grotere tribune was al besteld, maar is niet meer geleverd.
In deze toestand staat het stadion er nu nog steeds, al zijn de staanplaatsen behoorlijk overwoekerd. De achterwand van de tribune wordt gesierd door affiches van de promotiewedstrijden uit 1968-70. Als stille getuigen van een mooi verleden.










Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

hgrm

Kapitel 12: Freiburger FC

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1957 (Oberliga Südwest)
Laatste jaar op tweede niveau: 1982 (2. Bundesliga)
Palmares: Duits kampioen (1907), Zuidduits kampioen (1899, 1907)
Huidig niveau: Oberliga Baden-Württemberg (V)

Na hele stapels examens te hebben nagekeken, gaan we weer verder met het wroeten in de Duitse voetbalhistorie. Vandaag deel 12: Freiburger FC.

Op 22 mei 1993 werd de machtsovername afgrond. Met een 4-2 overwinning thuis tegen Unterhaching promoveerde SC Freiburg naar de Bundesliga waardoor er geen twijfel meer over bestond welke club de sterkste van de stad Freiburg is. In twintig jaar tijd heeft SC Freiburg stadsrivaal Freiburger FC ingehaald en voorbij gestreefd. Terwijl SC een plaats onder de elite van het Duitse voetbal veroverde, zakte FC weg in de onbeduidendheid.

Freiburger FC is de oudste van de twee en ook één van de oudste voetbalclubs van Duitsland, zelfs ouder dan de Duitse bond. Directe aanleiding voor het oprichten van de Freiburger FC was een uitnodiging van FC Basel om aan te treden voor een vriendschappelijke wedstrijd. Blijkbaar was de wedstrijd zo'n succes dat de club kort daarna, op 17 december 1897, officieel werd opgericht. Het eerste succes kwam al snel: in januari 1899 werd het Zuidduitse kampioenschap gewonnen dankzij een klinkende overwinning op Pforzheim. Acht jaar later werd het Zuidduits kampioenschap opnieuw binnengesleept. Inmiddels was er een nationale voetbalbond en een nationaal kampioenschap, zodat Freiburg het zuiden mocht vertegenwoordigen in het eindtournooi. Na overwinningen op Leipzig en Viktoria Berlin mocht Freiburger FC zich de beste van het hele land noemen.

Na het kampioenschap was de grote tijd van Freiburger FC eigenlijk meteen voorbij. In 1908 deed de club als titelverdediger nog wel mee aan het Duitse kampioenschap, maar verder dan de eerste ronde kwamen ze niet. Tot het einde van de eerste wereldoorlog handhaafde FC zich wel op het hoogste niveau, zonder grote successen te boeken.

De Franse bezettingsautoriteiten verboden na de Tweede Wereldoorlog alle nog bestaande verenigingen, zo ook Freiburger FC. De club werd onder de naam Fortuna Freiburg heropgericht en mocht pas in 1949 de oude naam weer aannemen. Al snel deed de club weer mee in de nieuwe Oberliga Südwest. In 1949 werd deelname aan het Duitse kampioenschap net gemist. Toen een jaar later de zuidelijke helft van de Oberliga Südwest werd samengevoegd met de Oberliga Süd (dit had te maken met de opheffing van de Franse bezettingszone), was een 4e plaats in de eindstand niet genoeg voor deelname aan de nieuwe Oberliga Süd. Pas in 1956 lukte het om de Oberliga Süd te bereiken, maar slechts voor een jaar.

Tot aan de oprichting van de Bundesliga speelde Freiburger FC op het tweede niveau. Daarmee was het nog steeds de hoogst spelende club van de stad; SC Freiburg speelde nog bij de amateurs. Vanaf 1963 speelde FC met wisselend succes in de Regionalliga, het tweede niveau na de Bundesliga. Het beste seizoen was 1968/69, toen de nacompetitie voor een plaats in de Bundesliga werd bereikt. RW Oberhausen was op doelsaldo te sterk. In 1974, het laatste seizoen van de Regionalliga, werd kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga gemist maar in 1977 werd het 2e niveau alsnog bereikt. Een jaar later zou ook SC Freiburg zijn opwachting maken in de 2. Bundesliga.

Vier seizoenen in de middenmoot van de 2. Bundesliga Süd waren voldoende voor kwalificatie voor de ongedeelde 2. Bundesliga in 1981, maar een jaar later werd Freiburger FC voorlaatste. Eén keer was de club dicht bij promotie terug naar de 2e Bundesliga. In de nacompetitie waren Homburg en Bürstadt (wie???) echter duidelijk te sterk.

In de Oberliga was FC doorgaans in de bovenste regionen te vinden. In 1990 werd vrij abrupt de weg naar onderen ingezet: voorlaatste en degradatie. FC was snel weer terug, maar in 1994 degradeerde de club opnieuw. Dit was het begin van bijna het einde. De club zakte weg tot in de Landesliga en de financiële problemen waren zo groor dat het stadion zelfs verkocht moest worden, nota bene aan SC Freiburg dat een terrein voor de jeugdopleiding zocht. Inmiddels gaat het weer beter. Freiburger FC is onlangs gepromoveerd naar de Oberliga en heeft weer een eigen onderkomen.


Het Möslestadion is in 1922 opgeleverd en is bijna 80 jaar lang de thuishaven van Freiburger FC geweest, totdat het in 2000 aan SC Freiburg werd verkocht. In 1922 had het stadion al twee overdekte tribunes: aan de ene kant de oude tribune die was meegenomen van het vorige terrein, aan de andere kant een nieuwe houten hoofdtribune voor 1000 toeschouwers. In 1953 brandde deze tribune uit (waarbij ook de kampioenswimpel uit 1907 verloren ging). Vanwege het grote turnfeest dat voor 1954 gepland stond, droegen de stad en de Lotto flink bij om snel een nieuwe tribune te bouwen. Op 15 augustus 1954 werd het nieuwe stadion met nieuwe tribune en flink uitgebreide staanplaatsen ingewijd.
Ondanks de jaren in de 2. Bundesliga is er sinds 1954 niet veel aan het stadion veranderd. De grootste verandering is het jeugdcomplex dat achter de hoofdtribune is verrezen.








\

Laatste nieuwe stadion (516): De Groote Wielen - Rosmalen

Hugo

Citaat van: hgrm op mei 18, 2014, 23:48:35
Kapitel 11: SV Alsenborn

Laatste jaar op het hoogste niveau: -
Laatste jaar op tweede niveau: 1974 (Regionalliga Südwest)
Palmares: Deelname aan promotieronde naar Bundesliga (1968, 1969, 1970)
Huidig niveau: A-Klasse (IX)


In Alsenborn zijn ze begonnen met een "Sanierung". Dat betekend in Duitsland dat alles plat, saai en strak gaat worden.