¡Hala Madrid!

Gestart door Hielke, okt 23, 2010, 12:35:28

Vorige topic - Volgende topic

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Hielke

Geen Europees voetbal met Heerenveen zorgt voor een bepaalde leegte. Niet dat ik de thuiswedstrijden mis. Die zijn, op een enkeling na, niet memorabel. De uitwedstrijden zijn dat wél. Het volgen van de loting, het boeken van de reis, de lange autorit of het wachten op Schiphol tussen medesupporters, de training bekijken, de speelstad verkennen, een café opzoeken en tot slot lang niet het leukste onderdeel: de wedstrijd.

Het is herfstvakantie. Voetbaltijd. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. De speelschema's van diverse Europese landen worden uitgeprint. De voorwaarden zijn overzichtelijk: het liefst een Zuid-Europees land en twee wedstrijden. Het wordt Madrid. De twee grootmachten uit die stad, Real en Atlético, spelen op respectievelijk dinsdag- en donderdagavond. Beter kan niet. Op naar Schiphol en vliegen maar. Van de regen in de dr... zon. Kortebroekenweer. Twintig graden, strakblauwe hemel.


Cultuur snuiven.


Het kristallen paleis, gelegen in een fraai stadspark.


Misschien wel het mooiste stadion van Madrid: de stierenvechtarena.

Barcelona heeft, terecht, de naam van een fraaie stad. Van Madrid had ik geen hoge verwachtingen. De centraal gelegen hoofdstad heeft weinig alom bekende culturele hoogtepunten. Misschien wel daarom is de verrassing aangenaam. Een levendige stad met vele gezichten. De statige buurten met veel hoge gebouwen gaan naadloos over in levendige, kronkelige volksbuurten, vol kleine winkeltjes en restaurantjes. Oneindig veel. Om lekker doorheen te slenteren en af en toe een tussenstop te maken. Op een bankje, waar tussen de middag ook de lokale bevolking bivakkeert. Siësta.

Deel I; Naar het circus

Kort na de landing op Barajas Aeropuerto is het tijd voor hoofddoel één: Real Madrid - AC Milan. Een klassieker van de eerste orde. En hoewel ik net als vele anderen niets op heb met het patserige, poenerige en overcommerciële imago van de Champions League en De Koninklijke in het bijzonder, verheug ik me zeer op deze wedstrijd. Voor een topwedstrijd in één van de Europese voetbaltempels zet ik graag mijn principes tijdelijk aan de kant.


Estadio Santiago Bernabéu, van binnen veel imposanter dan van buiten.


Voetbal is heerlijk overzichtelijk en altijd en overal hetzelfde. Waar je ook komt, overal zijn de stalletjes met sjaals.


Een heerlijk chaotische drukte rondom het stadion.

Een kleine vier uur nog tot de aftrap. De metro stopt bij het kolossale stadion. Buiten lijkt het alsof de wedstrijd op het punt van beginnen staat. Een krioelende menigte van toeristen in Madridkleuren en -traditiegetrouw- drukke, uitgelaten Italianen zorgen voor een gezellige mierenhoop rondom de dichte poorten. Iedereen drinkt glazen bier en maakt foto's.

Maar dan ineens, we zijn inmiddels een paar uur verder, slaat de stemming even om. Een grote groep van honderden Italiaanse ultra's marcheert naar het stadion. Uit alle hoeken en gaten duiken ME'ers op. Er klinkt geschreeuw. De Madrilenen fluiten naar de uitsupporters en zwaaien met middelvingers. 'Milan, Milan, vaffanculo!'. Plotseling zet de massa zich in beweging. De groep Italianen wordt uiteen gedreven. Een dag later zijn in de sportkrant Marca foto's te zien van agenten die met wapenstokken inslaan op Milanista, alsof het een politieke betoging in een bananenrepubliek betreft.


De groep Milanezen wordt onvriendelijk ontvangen en krijgt klappen van de ME.


Madrid? Milan? Nee hoor. Stiekem telt voor alle Guardia Civil-agenten maar één club!

In het stadion is de rust terug. De eerste indruk is overweldigend: een muur van blauwe stoeltjes die haast tot in de hemel reikt. Mijn 'goedkope' kaartje -voor 55 euro gekocht via de website van de club- stuurt me naar een stoeltje in de nok van het machtige stadion. Het veld lijkt verrassend dichtbij. De spelers, die inmiddels warmlopen, zijn met enige voorkennis goed van elkaar te onderscheiden. De glimmende schedel van Clarence Seedorf, de roze balletschoenen van Cristiano Ronaldo en de voortanden van Ronaldinho.


Waarschuwing: niet geschikt voor mensen met hoogtevrees.


Kijk nou: een bekende sticker!

Als ik om me heen kijk en Japanners druk zie fotograferen, zijn mijn verwachtingen wat sfeer betreft tot onder het nulpunt gedaald. De tribunes duizelen inmiddels niet meer voor mijn ogen, maar staan stil. Zelfs Bernabéu went, helaas. Ik zie, net als de ruim 80.000 andere aanwezigen, de sterren het veld betreden. Voetbal kijken van deze afstand heeft iets surrealistisch. Alsof je naar een 3D-film kijkt. Een digitale circusvoorstelling. Ik heb het gevoel nooit bij een wedstrijd van Real Madrid te zijn geweest.

Het niveau van het voetbal is onwerkelijk. Anders dan op televisie. Het is snel, onnavolgbaar soms. Het wervelt. Voor Nederlandse begrippen -laat ik me tot Heerenveen beperken- is het niveau van Real Madrid haast buitenaards. Ronaldo is een onuitstaanbare egoïst, maar speelt werkelijk briljant. Dankzij hem vallen binnen twee minuten twee doelpunten en is de wedstrijd al snel beslist. De sfeer is lang niet slecht. De 'Ultra Sur' achter het doel krijgt met enige regelmaat het hele stadion mee. 'Hala Madrid!' klinkt het dan, of 'Milan, Milan, vaffanculo!'. Voor Ronaldinho, ex-Barça, en Robinho, voor het geld naar Manchester City gegaan, zijn striemende fluitconcerten en niet al te vriendelijke liedjes gereserveerd. 


Het 3D-scherm.

Voetbal kijken is overal hetzelfde, maar de lokale tradities maken een prettig verschil. In Madrid zit iedereen om mij heen gedurende de hele wedstrijd nootjes te knagen. Bij voorkeur zonnebloempitten. Onophoudelijk. Het zorgt voor een ritmisch geknaag. Het restafval klettert op de grond. In de rust komen tovert iedereen plotseling een in aluminiumfolie verpakt pistoletje tevoorschijn en begint de volgende gang. Pas na de wedstrijd, tegen elven, worden de restaurantjes opgezocht en is het tijd voor een warme hap.


Bernabéu na een avondje Champions League.

Na de wedstrijd, die eindigt in 2-0, baan ik me een weg door de lege zonnebloempitten. Op naar de metro, op naar het hotel. En op naar Atlético.

(Wordt vervolgd.)

Hielke

Deel II; Zelfde stad, andere wereld

In het zuiden van Madrid ligt een blinde vlek op de toeristische kaart: Estadio Vicente Calderón. De thuishaven van Atlético Madrid komt in geen enkele reisgids voor. Het is een Japannervrije zone. De tweede club van Madrid is van het volk. Een grote, trotse vereniging, waar men niets van de overcommerciële, gehypte grote broer moet hebben. Voor buitenlanders is het onmogelijk gemaakt om via de internetsite kaarten voor thuiswedstrijden van Atletí' te bestellen. Die gaan maar naar Real, moet de gedachte zijn.

Atlético heeft een merkwaardige historie. De club werd in 1903 door Baskische studenten werd opgericht als dochterclub van Athletic Bilbao en verhuisde pas later naar Madrid. De rood-witgestreepte thuisshirts zijn verantwoordelijk voor de al even bijzondere bijnaam: De Matrassen. Vroeger werden in Spanje veel matrassen verkocht die een rood-witte hoes hadden. Toegegeven, het is niet de meest flatteuze bijnaam. Dan klinkt De Koninklijke toch net iets beter.


Aan de grotendeels drooggelegde rivier ligt in de verte Estadio Vicente Calderón.


Aan deze weg, die naar het stadion leidt, zou ik alleen vanwege de naam al willen wonen...


Eén minpuntje: lelijkere stadionlampen dan die van Atlético kan ik me niet heugen.


Een doorgaande weg onder de hoofdtribune... Weer eens wat anders dan een supportershome.

Ruim op tijd spuugt de metro een vroeg plukje supporters uit. De houder van de Europa League en de Supercup speelt een poulewedstrijd tegen het Noorse Rosenborg BK. In de straten rondom het stadion zoek ik, rond zes uur, naarstig naar iets eetbaars. Tevergeefs. Voor een warme hap is het in Spanje nog veel te vroeg. Enig speurwerk levert een gezellige rood-witte supportersbar waar hamburgers worden geserveerd. Altijd goed.

Rondom het stadion is het een oase van rust vergeleken bij het krankzinnige Madrileens-Milanese circus twee dagen eerder. Plukjes supporters drentelen richting het stadion of zitten rustig keuvelend op een bankje. Een soort collectieve siësta. Overal worden knabbelnootjes verkocht. Zakkenvol, om de wedstrijd te overleven. Op elke hoek van de straat zijn sjaals te koop met 'Antimadridista' erop, als ode aan de aartsrivaal. Of 'Fuck The Vikings'. De tegenstander komt immers uit Noorwegen.


Anti-Madrid, het blijft een tikkeltje merkwaardig in Madrid.


Veel Madrilenen zullen zich afvragen wat er op 17 mei 2009 precies gebeurde.

Een uur voor de wedstrijd is het betonnen trappenhuis volledig uitgestorven. Alsof de wedstrijd is afgelast. De fraaie, karakteristieke en door de tand des tijds aangetaste tribunes van Vicente Calderón zijn leeg. Op een enkele nootjeseter na. Dit is een echt voetbalstadion, met het gepassioneerde publiek dicht op het veld. Alhoewel, vooralsnog heerst er een doodse stilte. Heerlijk. De muziekterreur zoals in de Nederlandse stadions, kent men hier niet. Het clublied wordt gedraaid, meer niet. Geen André Hazes, Jan Smit of Coldplay. Het voelt als een traktatie. Evenals het ontbreken van reclameboodschappen, gladjakkerige stadionspeakers of, het allerergst, het dweperige volksvermaak dat men in Duitsland altijd nodig acht.


Stil, aan de overkant.




De eerste ultra meldt zich.

Een kwartier voor de aftrap stromen de tribunes vol. Pas na het eerste fluitsignaal komt de grote massa binnen, waardoor er voor een goedgevuld huis -30.000 mensen- kan worden gespeeld. De sfeer is veel echter dan aan de andere kant van de stad. Gevoelsmatig zijn er verder geen buitenlandse toeristen aanwezig in het stadion. Alleen maar lokaal volk.
Achter het doel is een fanatiek vak dat met enige regelmaat de rest van het stadion meekrijgt. Vrijwel alle liedjes zijn ook in Heerenveen, of één van de andere Nederlandse stadions hoorbaar.


De slechtzichtplek!




Als voetbalsupporter moet je soms creatief zijn!

Atlético heeft een superseizoen achter de rug en kan beschikken over goede spelers als Forlan, Simão en Ujfalusi. Voor hem, als één van de publiekslievelingen, hebben de supporters een even simpel als hilarisch liedje. Het gaat ongeveer zo: 'Oe, oe, oe, oe, oe, oe, Ujfalusi!' Oerwoudgeluiden voor een langharige, blanke Tsjech.


De vlaggenzwaaiers. Sommige vlaggen hangen van ellende aan elkaar - net als het voetbal van de thuisclub.


Een koud windje op de onoverdekte tribunes. Mutsenweer in Madrid!


Los Fanaticos.

Het spel van Atlético is tamelijk armoedig. Sterspeler Kun Agüero, de schoonzoon van Maradona en de Madrileense Messi, wordt node gemist. Eigenlijk spelen de Noren beter, toch wordt het 1-0, waardoor de volumeknop in het stadion omhoog kan.


'Aáááááááátlééééééétíííííííííí!'

Pas met het inbrengen van de luid toegezongen en bijna verafgode Agüero komt er leven in de wedstrijd. Alle zijn acties leveren gevaar op, en hij scoort kort na zijn invalbeurt. Voor het thuispubliek, dat het Europese wedstrijdje als een plichtmatig tussendoortje lijkt te beschouwen, toch een hoogtepunt. Hun held scoort de beslissende goal. Het moet raar lopen wil Agüero niet binnen afzienbare tijd schitteren bij een Europese topclub.

Een kwartier voor tijd valt de 3-0. Dat is voor veel thuissupporters het teken om de restaurants op te gaan zoeken. Iedereen lijkt genoeg te hebben van de zonnebloempitten en de pistachenoten en gaat er vandoor. De buit is binnen. In de 85ste minuut lijkt het alsof de scheidsrechter heeft afgefloten, zó massaal worden de uitgangen opgezocht. Het laatste fluitsignaal krijgt haast niemand meer mee. Alleen een paar buitenlandse toeristen die voor even deel uitmaakten van het andere Madrid. Het échte Madrid.


Etenstijd.

\
Resultaat van een avondje Europacup.



georgesv

leuke report om zien/lezen!