The Boulevard of Broken Dreams

Gestart door Han, mei 18, 2008, 12:01:39

Vorige topic - Volgende topic

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Han

Als zeemeeuwen in de zwiepende regen boven de kade van de Europoort als apocalyptische gieren schichtig inkzwarte silhouetten calligraferen in het donkere zwerk, spookt het op de Noordzee en is zelfs een oceeanstomer een adhd-eendje op de woelige baren.

Onder die barre omstandigheden, heldhaftig de elementen trotserend en een gevecht leverend met de evenwichtsorganen, reisde ik ooit af naar het beloofde land op een pelgrimage naar Hull.

Kingston-upon-Hull zoals de volledige naam luidt is de grootste plaats in Engeland, vergelijkbaar met Rotterdam, dat nog nooit voetbal in de hoogste divisie zag. Het is ook de enige stad in Engeland waar van alle voormalige grounds van de lokale trots nog sporen te vinden zijn. Uniek in een land waar bulldozers genadeloos en zonder pardon het landschap van voetbalhistorie vrijwel hebben geëgaliseerd.




De geschiedenis van Hull City begint in 1904 als Hull Comets op The Boulevard, sinds 1894 de thuishaven van de rugbyclub Hull RFC uit 1865. Hull was toendertijd een rugby stronghold pur sang waar de RFC en Kingston Rovers vochten om de sympathie van de arbeidzame bevolking. The Comets speelden er in witte shirts, zwarte broeken en zwarte kousen gedurende één seizoen 29 wedstrijden als amateurclub maar waren er geen lang leven beschoren. De toegangshekken tot The Boulevard werden namelijk met regelmaat gesloten gehouden als Hull RFC en haar partizaanse aanhang weer eens fiks huis hadden gehouden op en rond het veld en The Comets uit moesten wijken naar de The Cricket Circle, een halve mijl verderop.




In 1905 vroegen The Comets als Hull City succesvol de league-status aan. De Engelse FA was namelijk zéér gebrand op spreiding van het spel over het hele land. Professioneel voetbal was achter een doorn in het oog van de rugby-notabelen uit angst voor concurrentie met de ovale variant van soccer. Vandaar dat het bestuur van Hull RFC tot hun grote ergernis verbood om entree te heffen voor hun potten op The Boulevard. The new home werd The Cricket Circle.

Sinds het vertek van Hull RFC naar het Kingston Communications Stadion in 2003 ligt The Boulevard er in deplorabele staat bij, evenals de buurt. Wie de naam van The Boulevard associeert met avenues met palmen, flanerende dames, brede dreven en boutiques van Vuitton, Armani komt, althans in Hull, bedrogen uit.



De buurt kent een micro-klimaat met uitsluitend moessonachtige regen. De buurt doet dienst als openbaar verzamelstation van vergaan huismeubilair. Tegen dat décor van dichtgetimmerde council estates, uitgewoonde winkeltjes, gebroken glas, auto's zonder banden op kratjes duwen meisjes van dertien kettingrokend een kinderwagen met hun eigen kroost voort. The Boulevard kreunt amechtig in de nadagen van haar antieke schoonheid.

Wordt vervolgd
Strangely Devoted or Mentally Disturbed

Han

The Cricket Circle

The Cricket Circle werd het nieuwe home. Vanwege de gigantische afmetingen werd in een poging om de boel wat huiselijker te maken aan de westrand naast het bestaande paviljoen een extra tribune gebouwd, geschikt voor 1000 toeschouwers.




Maar liefst achtduizend toeschouwers werden voorafgaand aan de eerste leaguewedstrijd tegen Barnsley op 2 September 1905 eerst getracteerd op een wervelende show van de Newland Orphangae Brass Band en vervolgens van hun favourieten dat Barnsley geheel in stijl met 4-1 afdroogde. We zullen nooit weten wat er zich in het washok op the Cricket Circle heeft afgespeeld maar zeker is dat de openingsdag werd gevierd in honinggele shirts, zwarte broeken en geel/zwarte kousen. Met een dergelijke smaakvolle haute couture kon een bijnaam natuurlijk niet uitblijven; de Hull Daily Mail schreef derhalve een competitie uit onder haar lezers.



De rugby-helft van de stad was verwend met de Airlie Birds, een geuzennaam voor Hull RFC vanwege de ligging van The Boulevard aan Airlie Street en de Robins, vernoemd naar de rode outfit van Kingston Rovers. Een bijnaam uit de dierenwereld leek dus voor de hand te liggen in het soccer-liefhebbende contingent. Geïnspireerd door de nieuwe clubkleuren werd het uiteindelijk het inmiddels vermaarde The Tigers.

Ondanks alle inspanningen om van The Cricket Circle een 'proper ground' te maken voelde Hull City zich er tijdens het seizoen 1905/6 nooit écht thuis. Voor de topwedstrijd tegen Manchester United smeekten The Tigers zelfs bij vijandelijke rugbyclub Hull RFC om weer van The Boulevard gebruik te mogen maken. RFC streek over haar hart en zo kon het gebeuren dat op 28 October 1905 ongeveer 10.000 toeschouwers ruim £250 aan recette opbrachten én helaas getuige waren van een smadelijke 0-1 nederlaag.


Anlaby Road

Ondanks die sportieve nederlaag onderkende Hull City haar financiële potentie en liet daarom haar oog vallen op een stukje land, ingeklemd aan de oostzijde door The Cricket Circle en aan de westzijde door een spoorweg, in het bezit van de North-Eastern Railway Company. Dit gebiedje werd ontwikkeld tot een heuse football ground en kreeg de naam Anlaby Road, genoemd naar het district waarin het lag. The Tigers namen, voorlopig, afscheid van The Cricket Circle en speelden op 24 Maart 1906 hun eerste wedstrijd op hun nieuwe 'home' tegen Blackpool, uitslag 2-2, toen het gras nog niet eens ingezaaid was.

In de zesde ronde van de FA Cup in Maart 1930 vestigde de Anlaby Road Ground het toeschouwersrecord van 32,930. Een onheilstijding van de North-East Railway Company die het stuk land waarop het stadion zich bevond weer opeiste, dwong Hull City op zoek te gaan naar een nieuw terrein. Uiteindelijk werd dat één kilometer verderop gevonden, een voormalige golfcourse die al vanaf 1924 in ongebruik was geraakt. Vanwege gebrek aan geld om het gebiedje te ontwikkelen tot een football ground én mismanagement van de spoorwegen speelden The Tigers tot aan de Tweede Wereld Oorlog nog stééds op de Anlaby Road Ground.

Tijdens de eerste oorlogsjaren trok Hull City zich terug uit de competitie en moest tijdens deze gedwongen pauze Anlaby Road formeel overhandigen aan de spoorwegmaatschappij toen het lease-contract uiteindelijk eindigde. In 1944 hervatte de club de competitie op......The Boulevard, hun oorspronkelijke home. Hull City bleef echter niets bespaard want na een sportief armzalig seizoen aldaar kwam de volgend klap. Opnieuw werd de toegang tot The Boulevard ontzegd door de wispelturige vastgoed-bobo's van de rugbyclub RFC. The Tigers zagen zich genoodzaakt om zich voor het seizoen 1945-1946 weer uit de competitie terug te trekken.

Intussen was tijdens de oorlogsjaren de stad hevig gebombardeerd en datzelfde lot was de Anlaby Road Ground beschoren. Er is vrijwel niets meer van over maar ik ken mijn klassiekers.


Om de derde ground van The Tigers te ontbloten van haar mystiek beschikte ik over een topografische kaart, een spijkerbroek die bestand is tegen prikkeldraad en hardnekkige brandnetels, modderwerende hooligan-schoenen en de onverschrokken wil om slagregens te trotseren.




De beloning is, staande als Indiana Jones op een aarden wal die ooit de South Stand vormde, een verwarrende mix van melancholie, vervlogen tijden en uitzicht op het nabijgelegen ultramoderne KC Stadium.

The Cricket Circle, Hull City's tweede thuis, leeft nog slechts voort in de fantasie van romantici want het vormt het fundament van het fonkelnieuwe Kingston Communication Stadium, samen met de omliggende parkeerterreinen en parken. Het hele complex is cirkelvormig als ware het een ode aan de clubgeschiedenis.

Wordt vervolgd
Strangely Devoted or Mentally Disturbed

Han

Tijdens de tweede gedwongen pauze, vlak na de Tweede Wereld Oorlog, zag Hull City dan éindelijk kans om van de oude golfcourse een voetbalbolwerk te maken dat vanaf 1946 als Boothferry Park in gebruik werd genomen.

Bij een nieuwe start en het breken met een dramatisch verleden hoorde in de ogen van de club een nieuwe outfit. De keuze viel op oranje shirts met blauwe biezen, witte broeken en oranje/blauwe sokken. De zogenaamde Board of Trade, die vlak na de oorlog alles rantsoeneerde wat los en vast zat verbood echter de levering van de bepaald niet gangbare oranje kleurstof.

Het enige waar de club haar handen op kon leggen waren vaalblauwe shirts en witte broeken. Blauw is overigens de stadskleur en prominent aanwezig in het stadswapen dat op de outfit werd geborduurd. Het bestaat uit drie kronen op een azuurblauwe achtergond, en vertoont een opvallende gelijkenis met dat van het Duitse Köln, waarmee de plaats met name in de Middeleeuwen nauwe handelsbanden onderhield.

Volgens de overlevering, die we hier overigens jammer genoeg met een flink korreltje zout moeten nemen, voelden textielhandelaren uit Hull zich even verheven als hun legendarische collega-marktkooplui uit een christensprookje waarin ze als de Drie Wijze Koningen door het leven gingen. Aannemelijker is dat Hull de kronen ging gebruiken nadat het van Koning Edward I stadsrechten verwierf. Deze theorie wordt versterkt door het gegeven dat tijdens het bewind van Edward I op een handelsconferentie in Brugge werd besloten dat handelsschepen getooid moesten worden met de vlag van de thuishaven als herkenning op zee.



Wat de club ook deed, op alles leek een vloek te rusten, dus óók op de kleding. De supporters vonden het maar niks en dus werd één seizoen later alweer amber and black uit het washok geplukt, ditmaal voorzien van een tijgerhoofd. Gelukkig maar. Amber en black zou voor altijd blijven, met diverse motieven, in de negentiger jaren zelfs als een heus tijgerpak, van top tot teen. Tijdens het promotieseizoen 1982-1983 droegen de spelers overigens rode sokken. Toenmalige voorzitter Don Robinson zei hierover: 'I believe red signifies the blood my players have to be prepared for to spill in the name of the club'.



In de loop der jaren zouden de nodige tijgers in diverse variaties op shirts verschijnen. In Maart 1999 besloot de club over te gaan op een zogenaamd 'registered trademark'. Het design was afkomstig van James Hinchcliffe, een grafisch student en tevens zoon van een van de toenmalige clubbestuurders. Als symbolen gebruikte hij een gemoderniseerde tijger, het silhouet van de machtige Humber Bridge die het stadsbeeld bepaalt en de drie kronen uit het stadswapen. Dit ikoon was echter geen lang leven beschoren omdat na de verhuizing naar het KC Stadion onze tijger weer solo haar intrede deed. En terecht.



In het seizoen 1948-1949 trok Hull City gemiddeld 36,763 toeschouwers en op 27 December 1949 bevolkten tijdens de thuiswedstrijd tegen Brentford maar liefst 48,447 lokale fans de machtige tribunes. Boothferry Park puilde in 1949 helemaal met 55,019 supporters voor een FA Cup pot tegen Manchester United.

Een kleine anecdote over Boothferry Park mag hier niet ontbreken. Eén der voetbalgrootmachten uit de jaren veertig, vijftig en zestig was Vasas uit Boedapest. Bijna vijfentwintig jaar lang bezocht dit topteam voorafgaand aan elk voetbalseizoen een Europees land om drie vriendschappelijke wedstrijden te spelen tegen andere nationale grootheden. Vasas was in die cyclus jarenlang ongeslagen gebleven en trad in Engeland aan tegen Tottenham Hotspur dat zeven doelpunten om haar oren kreeg en Sheffield Wednesday met 6-0 oprolde. Wolverhampton Wanderers zou de derde prooi worden maar trok zich te elfder ure terug vanwege een lange blessurelijst. The Tigers hadden wel trek in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Vasas en versloegen de onoverwinnelijk geachte Hongaren zeer verrassend met 3-1. Dat jaar was de kerstkaart van Hull City een illustratie van een trotse tijger met een bot in zijn klauwen waar Vasas op stond.




In de negentiger jaren verdwenen The Tigers bijna van het toneel vanwege mismanagement door de eigenaar van zowel de club als Boothferry Park, magnaat David Lloyd. De reddende engel werd de huidige voorzitter, Adam Pearson die het hele zootje voor een grijpstuiver overnam. Inmiddels was Boothferry Park compleet verrot en werd de capaciteit langzamerhand teruggebracht tot circa 15,000, veels te weinig voor een club met potentie in zo'n grote stad. De laatste wedstrijd op Boothferry Park tegen Darlington trok 14544 man voor een emotioneel afscheid van deze grand old lady.





Ooit genoot ik het voorrecht dat het verlaten stadion speciaal voor mij werd opengemaakt door de security officer. Het werd een emotionele blik achter de schermen van een bouwwerk dat de ommekeer vormde in de geschiedenis van deze schitterende club. Met bonkend hart mocht ik op de heilige grasmat, het veld, de tribunes, in de catacomben, de kleedkamers en de bestuurskamer rauwe historie en de muffe geur van houtrot opsnuiven
Strangely Devoted or Mentally Disturbed