GroundhoppersNet

Groundhopping => Duitsland => Topic gestart door: hgrm op apr 22, 2014, 20:32:06

Titel: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 22, 2014, 20:32:06
Politiek gezien is Duitsland nooit een eenheidsstaat geweest, zoals bijvoorbeeld Engeland of Frankrijk. Tot 1871 bestond Duitsland niet eens en ook in de tijd erna -tot op de dag van vandaag- hielden de deelstaten veel macht. Het is dan ook niet vreemd dat het voetbal in Duitsland erg lang regionaal georganiseerd is geweest. In de begintijd stuurde elke deelstaat een vertegenwoordiger naar het eindtournooi om het Duitse kampioenschap. Ook de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog kende het toenmalige West-Duitsland een structuur met 5 regionale competities (Noord, West, Zuidwest, Zuid en Berlijn)  waarvan de winnaars en later ook de nummers twee om het kampioenschap speelden. Pas met de invoering van de Bundesliga in 1963 kwam er een nationale competitie.

In het jaar voor de invoering van de Bundesliga kende Duitsland 74 clubs die op het hoogste niveau actief waren. Slechts 16 daarvan gingen naar de Bundesliga. Met de invoering van de 2. Bundesliga (1974, aantal clubs gehalveerd in 1981), de Regionalliga (1994, aantal clubs gehalveerd in 2001) en de 3. Liga (2008) is de top steeds smaller geworden. Veel clubs die in de jaren 50 en 60 in hun regio een rol van betekenis speelden, zijn ergens tussen 1963 en 2001 afgehaakt. Sommigen doen amechtige pogingen om terug te komen (RW Essen, Waldhof Mannheim, Wuppertaler SV bijvoorbeeld), anderen zijn compleet weggezakt in de Niederungen des Amateurfussballs en berusten daarin. Juist in deze laatste categorie zijn clubs en stadions te vinden waar de tijd lijkt stil te staan. Een aantal van deze clubs wil ik voorstellen.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 22, 2014, 22:12:43
Om niet te veel hooi op de vork te nemen, beperk ik me (voorlopig) tot clubs die in 1963 de boot hebben gemist en vervolgens nooit meer op het hoogste niveau zijn teruggekeerd.

Kapitel 1: Schweinfurt 05

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 2002 (2. Bundesliga)
Palmares: Deelname aan eindronde Duits Kampioenschap (1942), halve finale beker (1936)
Huidig niveau: Regionalliga Bayern (IV)

Schweinfurt is een stad van net iets meer dan 50000 inwoners in het noordwestpuntje van Beieren. Al in 1905 werd de plaatselijke voetbalclub opgericht. In het begin was er nog geen aansluiting met de regionale top; clubs als Nürnberg, Fürth en Würzburger Kickers waren een maatje te groot.

In de jaren 30 maakte Schweinfurt zijn opwachting op het hoogste niveau. Een belangrijke rol hierin speelde suikeroom Willy Sachs, fabrikant van aandrijvingen voor auto's. In 1936 schonk Sachs de club een nieuw stadion. Bij de opening droeg Sachs zijn SS-uniform en waren diverse hoge Nazi's van de partij. Ondanks het Nazi-verleden van Sachs heet het stadion tot op de dag van vandaag het Willy-Sachs-Stadion.
Ondanks de bemoeienissen van Sachs lukte het slechts éénmaal om de hegemonie van Nürnberg en Fürth in de Gauliga Bayern te doorbreken. In 1942 werd de competitie gewonnen. In de eindronde was het door een nederlaag tegen Straatsburg al na één ronde schluss.

Als één van de weinige clubs was Schweinfurt in alle 18 seizoenen van de Oberliga Süd van de partij. Een derde plek in 1955 was het beste resultaat; kwalificatie voor de eindronde werd op doelgemiddelde gemist. In de jaren 60 zakte Schweinfurt steeds meer af. Een 11e plaats in 1963 was dan ook bij lange na niet voldoende voor deelname aan de Bundesliga. In de jaren die volgden, wist Schweinfurt de Regionalliga Süd (destijds niveau 2) éénmaal te winnen. In de kwalificatieronde voor de Bundesliga werd de club laatste.

Toen de 2. Bundesliga in 1974 van start ging, lukte het Schweinfurt op het nippertje kwalificatie veilig te stellen. Het verblijf in de 2e Bundesliga duurde slechts twee jaar. De 15 jaar die volgenden, werden voornamelijk in de Bayernliga (niveau 3) doorgebracht, met enkele uitstapjes naar beneden. De ommekeer kwam in 1986, toen Werner Lorant als speler/trainer werd aangesteld. Uiteindelijk werd in 1990 het kampioenschap behaald en ook de promotiecompetitie gewonnen. Schweinfurt was weer terug in de 2. Bundesliga. De vreugde was van korte duur. Met slechts 13 punten werd men laatste.

10 jaar later, in 2001, werd Schweinfurt verrassend 3e in de Regionalliga. Aangezien de nummer twee, het tweede team van Stuttgart, niet kon promoveren, mocht Schweinfurt naar de 2e Bundesliga. Ook ditmaal duurde het verblijf slechts 1 jaar. De eindplaatsering was wel iets beter: 17e met 24 punten. 

Deze hernieuwde degradatie was de voorlopige nekslag voor de club. Sindsdien speelt met afwisselend op niveau 4 en 5. Momenteel vecht Schweinfurt in de Regionalliga Bayern tegen degradatie. Lange termijn doelstelling is de 3. Liga.

Het Willy-Sachs-Stadion heeft ook het laatste seizoen in de 2. Bundesliga goed doorstaan. De noodzakelijke renovatie beperkte zich tot het vernieuwen van de staanplaatsen, het aanleggen van een uitvak en het plaatsen van lichtmasten.  De bomen die het stadion omzomen zijn blijven staan en geven het stadion zijn charme. In essentie ligt het stadion er nog bij zoals in de jaren 30, al zullen de bomen toen een stukje kleiner zijn geweest.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN9691_zpsaf059f9c.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN9688_zpsb55984be.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN9693_zpsf3c5678b.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 24, 2014, 00:28:02
Kapitel 2: Hessen Kassel

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 1990 (2. Bundesliga)
Palmares: Deelname aan eindronde Westduits Kampioenschap (1927), kwart finale beker (1991)
Huidig niveau: Regionalliga Südwest (IV)

Hoewel voorgangerclub SV Kurhessen Kassel voor en tijdens de oorlog duidelijk succesvoller was dan Hessen Kassel erna, speelde Hessen tot aan de invoering van de Bundesliga toch enkele jaren op het hoogste niveau. In 1962-63, het laatste seizoen van de oude Oberliga, werd het gepromoveerde Hessen Kassel 10e. Kwalificatie voor de Bundesliga werd hiermee ruim gemist.

Met het begin van de Bundesliga werden de oude Oberligen vervangen door Regionalligen. In de Regionalliga Süd werd Hessen meteen kampioen. In de hierop volgende promotieronde voor een plaats in de Bundesliga was Hannover echter te sterk. Ondanks enkele goede plaatseringen in de volgende jaren, wist men niet meer door te dringen tot de promotieronde.

1973/74 was opnieuw een kwalificatieseizoen, ditmaal voor de nieuw op te richten 2. Bundesliga. Een ranglijst opgemaakt over de laatste 5 jaren zou hierbij bepalend zijn. Om deel te nemen aan de 2. Bundesliga, mocht een club in het laatste seizoen echter niet bij de laatste 3 eindigen. En dat was precies wat Hessen Kassel deed. Hierdoor werd de 2. Bundesliga, die op grond van de ranglijst over 5 jaar zeker leek, toch gemist. Het verschil met nummer 14, Schweinfurt, bedroeg slechts 1 punt.

Het duurde even voordat de club zich had hersteld van het missen van de 2. Bundesliga. De eerste paar jaar op het 3e niveau leverden plaatsen in de subtop op. In 1979/80 werd uiteindelijk het kampioenschap gewonnen en hiermee promotie naar de 2. Bundesliga. De laatste wedstrijd als amateurclub verliep dramatisch: in de halve finale van het Duitse amateurkampioenschap werd roemloos  met 11-0 verloren van de amateurs van VfB Stuttgart.

Het eerste seizoen in de 2. Bundesliga Süd verliep uiterst succesvol. Een 4e plaats en directe kwalificatie voor de ongedeelde 2. Bundesliga die in 1981/82 van start ging. In de 5 seizoenen hierna was Hessen Kassel driemaal vierde. Steeds werd de promotiewedstrijd van de nummer 3 van de 2. Bundesliga tegen de nummer 16 van de Bundesliga net gemist, in 1985 zelfs op doelsaldo. In 1987 ging het plotseling mis: Hessen werd 19e en moest terug naar de Oberliga. Twee jaar later lukte het nog om voor één jaar terug te keren naar de 2. Bundeslga, voorlopig (?) voor het laatst.

De jaren 90 werden gekenmerkt door financiële problemen. In 1993 werd -door een boekhoudkundige truc- een faillissement overleefd zonder dat de club teruggezet werd. Hierdoor was Hessen Kassel een jaar later Gründungsmitglied van de nieuwe Regionalliga. In 1998 ging het echt mis. Er werd opnieuw een faillissement uitgesproken en dit maal was er geen redding mogelijk. De club werd ontbonden en als KSV Hessen Kassel heropgericht. Hierdoor moest men in de laagste klasse beginnen.

Door vier promoties op rij vanuit de Kreisliga (VIII) via de Bezirksliga (VII), Bezirksoberliga (VI) en Verbandsliga (V) naar de Oberliga (IV) speelde de nieuwe club snel weer op acceptabel niveau. In de Oberliga stagneerde de progressie; pas in het vierde seizoen werd promotie naar de Regionalliga afgedwongen.

In het seizoen 2007/2008 ging het weer mis in een kwalificatieseizoen. Na een goede eerste seizoenshelft werd er na de winterstop slechts 3 keer gewonnen. Het eindresultaat was een 14e plaats en 7 punten te weinig voor kwalificatie voor de 3. Liga. Sindsdien speelt KSV Hessen op het vierde niveau. In afgelopen seizoen werd de Regionalliga Südwest gewonnen. In de promotiewedstrijd tegen Holstein Kiel ging het echter weer fout. Momenteel staat Hessen Kassel onderin de middenmoot.


Na diverse omzwervingen door de stad betrok Hessen Kassel in 1953 het nieuw gebouwde Auestadion, waar het nog steeds speelt.
Zoals veel stadions uit die tijd bestaan de rondlopende staantribunes uit puin van de in de oorlog zwaar gebombardeerde stad. Het dak van de hoofdtribune was zelfdragend (zonder pilaren) uitgevoerd, waardoor het voor zijn tijd erg modern was. Later zijn links en rechts van de hoofdtribune nog kleine overdekte zittribunes gebouwd.

Het laatste decennium heeft het stadion een metamorfose ondergaan. Tegenover de hoofdtribune is een nieuwe overdekte zittribune gebouwd, zodat er alleen achter de goals nog staanplaatsen over zijn. Wegens bouwvalligheid is de oude hoofdtribune (ondanks monumentenstatus) gesloopt en door een nieuwe vervangen.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN4460_zpsb77414d4.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN4459_zps88807348.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN4463_zpsfc8070e6.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN4490_zps0ff5efa6.jpg)

 
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 25, 2014, 00:04:20
Kapitel 3: Arminia Hannover

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1980 (2. Bundesliga Nord)
Palmares: Noordduits kampioen (1920), deelname aan Duits Kampioenschap (1920, 1930, 1933 )
Huidig niveau: Landesliga Hannover (VI)

Hoewel de clubkleuren van Arminia Hannover groen en wit zijn, speelt de club al sinds 1913, 3 jaar na de oprichting, in het blauw. Dit heeft er mee te maken dat volgens de toenmalige regels van de Hannoveraner voetbalbond elke kleur maar door één club gebruikt mocht worden. Groen was al bezet... Aanvankelijk koos Arminia voor zilvergrijs, maar in 1913 kwam blauw vrij doordat er twee andere clubs fuseerden. Sindsdien speelt men in blauw en luidt de bijnaam 'die Blauen'.

In 1920 behaalde het nog jonge Arminia zijn eerste succes: het Noordduits kampioenschap en daarmee deelname aan de Duitse kampioensronde. Door tweede te worden in 1930 en 1933 mocht Arminia nog tweemaal meedoen aan het Duitse kampioenschap. 1933 was het beste jaar, toen werd de tweede ronde gehaald. In de jaren 30 veroverde Hannover 96 de hegemonie in de stad  dankzij betere contacten met de nieuwe machthebbers  en werd zelfs Duits kampioen. Arminia zakte weg naar de middenmoot.

Na de oorlog was Arminia lang in de Oberliga vertegenwoordigd zonder potten te kunnen breken. In 1957 degradeerden de blauwen. Terugkeren naar de Oberliga bleek moeilijk; pas de vijfde poging om de promotiecompetitie te winnen was succesvol. Hierdoor was Arminia er het laatste seizoen van de Oberliga weer bij, maar was het kansloos voor kwalificatie voor de Bundesliga. 

De eerste jaren in de Regionalliga waren redelijk succesvol. Arminia eindigde steevast in het linker rijtje en speelde twee keer (zonder succes) om promotie naar de Bundesliga. In de jaren 70 waren de resultaten zoveel minder dat kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga in 1974 er niet in zat. Twee jaar later lukte het wel om te promoveren. Arminia speelde 4 jaar in de 2. Bundesliga en eindigde in 1979 zelfs boven Hannover 96 (voor het laatst in de historie). Een jaar later degradeerde Arminia kansloos met 14 punten achterstand op een veilige plek.

In de jaren 80 mocht Arminia nog tweemaal meedoen aan de promotiecompetitie voor de 2. Bundesliga, maar zonder succes. In 1991 bleek zelfs het niveau van de Oberliga te hoog. Drie jaar later mocht Arminia zich weer Oberligist noemen, maar dan alleen omdat de Regionalliga opgericht werd en de Oberliga daardoor het vierde niveau werd.

Een opleving kwam in 1997, toen Arminia naar de Regionalliga promoveerde en in het eerste seizoen zesde werd. Deze plaatsering bleek een incident te zijn, in de jaren die volgden streden de blauwen tegen degradatie en in 2000 werd de kwalificatie voor de verkleinde Regionalliga gemist. Financiële problemen zorgden ervoor dat Arminia in 2008 niet mocht deelnemen aan de nieuwe Regionalliga (op niveau 4). Sindsdien pendelt Arminia tussen de Oberliga (V) en de Verbandsliga (VI). Momenteel staan de blauwen op het punt weer terug te keren in de Oberliga.


In 1918 fuseerde Arminia met rugbyclub Merkur. De rugbyclub bracht het Stadion am Bischofsholer Damm in. In dat stadion speelt Arminia nog steeds, al is het inmiddels omgedoopt in Rudolf-Kalweit-Stadion. Gastronoom Rudolf Kalweit was bijna 80 jaar lid en liet Arminia een behoorlijke erfenis na.
In 1963 dreigde het einde van het stadion: de stad wilde een verkeersweg verbreden en had de grond nodig. Uiteindelijk is er een compromis gevonden en hoefde alleen één tribune achter de goal gesloopt worden. In 1976 kreeg de hoofdtribune een nieuw dak. Of beter gezegd: een tweedehands dak. Het dak van de staantribune van het oude Stadion Rote Erde in Dortmund, dat na de opening van het Westfalenstadion werd verkleind, werd naar Hannover getransporteerd en doet sindsdien dienst aan de Bischofsholer Damm. De rest van de tribune is overigens ook in Hannover te vinden: bij OSV Hannover.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7669_zps678ae78e.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7677_zpsb9664bea.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7671_zps7389d679.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7665_zps8dbc7697.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7696_zps03ae1181.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7703_zpsa0f949f3.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 27, 2014, 02:47:26
Kapitel 4: Westfalia Herne

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga West)
Laatste jaar op tweede niveau: 1979 (2. Bundesliga Nord)
Palmares: Westduits kampioen (1959), deelname aan Duits Kampioenschap (1959, 1960)
Huidig niveau: Oberliga Westfalen (V)

In tegenstelling tot veel clubs uit het Ruhrgebiet is Westfalia Herne geen echte mijnwerkersclub, hoewel veel spelers wel mijnwerker of metaalarbeider waren. Westfalia bleef dan ook veel langer op hoog niveau actief dan de echte mijnwerkersclubs zoals Sodingen en Katernberg, die hun piek in het begin van de jaren 50 hadden.
De eerste 30 jaar van zijn bestaan was de club nog niet heel succesvol. Slechts in het seizoen 1908/1909 werd op het hoogste Westfaalse niveau gespeeld. De kentering kwam in 1934, toen het nieuwe stadion werd geopend. Vanaf dat jaar tot aan het einde van de oorlog speelde Westfalia op het hoogste niveau, zonder zich overigens te kwalificeren voor de eindronde om het Duitse kampioenschap.

Na de oorlog duurde het tot 1954 voordat Westfalia zich weer bovenin meldde. De eerste vier seizoenen in de Oberliga waren moeizaam: tweemaal 13e, 11e en 12e. Het vijfde seizoen was alles plotseling anders: Westfalia werd kampioen met 6 punten voorsprong op 1.FC Köln en ook voor clubs als Dortmund, Essen en regerend Duits kampioen Schalke. In de eindronde om het kampioenschap overleefde Herne de poulefase niet.
Dat Herne geen eendagsvlieg was, bewees het de volgende seizoenen: in 1960 mocht men als vice-kampioen van het westen opnieuw meedoen om het Duits kampioenschap (al in de kwalificatieronde ging het mis) en de twee seizoenen erna werd Westfalia 5e en 6e. Aan de vooravond van het seizoen 1962/63 leek kwalificatie voor de Bundesliga haalbaar. Het pakte anders uit: Westfalia werd 14e en moest genoegen nemen met een plaats in de Regionalliga, niveau II.

In de Regionalliga zijn de resultaten eigenlijk nooit goed geweest. In het eerste seizoen was een 6e plaats bij lange na niet voldoende voor deelname aan de promotieronde naar de Bundesliga en daarna was Westfalia doorgaans onderin de middenmoot te vinden. In 1968 degradeerde de club zelfs voor 2 jaar naar het derde niveau. In 1974 werd kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga -zoals te verwachten viel- gemist. 

Dat Westfalia Herne een jaar later naar de 2. Bundesliga promoveerde, dankte het aan sponsor Erhard Goldbach. De eigenaar van benzinestation-keten Goldin. Met Goldins geld hield Westfalia het na de promotie in 1975 vier jaar in de 2. Bundesliga uit. Eerst in de middenmoot, in 1978/79 (onder de naam Westfalia-Goldin Herne; dat mocht toen) werd een 5e plaats behaald.

In mei 1979 kwam er een abrupt einde aan het avontuur dat misschien wel in de Bundesliga had kunnen eindigen. Het bleek dat Goldin al jaren verlies leed en alleen door grootschalige belastingontduiking (345 miljoen DM; nog steeds de grootse belastingfraude uit de Duitse geschiedenis) het hoofd boven water had kunnen houden. Voor Goldin was dit het einde en voor Westfalia ook bijna. Het seizoen 1979/80 werd nog wel in de  2. Bundesliga aangevangen, maar na één wedstrijd werd de licentie van Westfalia Herne (nu weer zonder Goldin in de naam) ingetrokken. Degradant RW Lüdenscheid nam Hernes plaats in en Herne ging naar de Oberliga Westfalen.

Na 10 seizoen Oberliga (met als beste resultaat een 2e plaats in 1988), zakte Herne in de jaren 90 weg tot in de Landesliga (VI). In 1999 en opnieuw in 2005 keerde Westfalia terug in de Oberliga (inmiddels niveau IV). In 2008 werd kwalificatie voor de Regionalliga net gemist zodat Westfalia in de NRW-Liga (niveau V) terecht kwam. Na vier seizoenen werd de NRW-liga wegens de reorganisatie van de Regionalligen ontbonden en sindsdien speelt Westfalia Herne weer in de Oberliga Westfalen. Vorig seizoen werd degradatie net voorkomen en ook dit seizoen vecht men tegen den Abstieg.


Het Stadion am Schloss Strünkede waar Westfalia nog steeds in speelt, ligt in een park vlak bij het slot van Herne, niet ver van het centrum. Bij de opening in 1934 was het stadion één van de grootste van het land. Afgezien van de bouw van een nieuwe tribune in de jaren 50 is er in het stadion weinig veranderd. Het is dan ook het prototype van een Duits stadion: zitplaatsen op de hoofdtribune, athletiekbaan en staanplaatsen.
In tegenstelling tot Westfalia Herne heeft het Stadion am Schloss Strünkede wel Bundesligavoetbal gekend. In 1976 werd het Ruhrstadion van Bochum verbouwd en moest Bundesligist VfL Bochum uitwijken. Het stadion van Herne werd opgeknapt en Bochum speelde zich aan het einde van het seizoen in Herne veilig.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1176_zps4d0d7e09.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1242_zps20306534.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1224_zps5967a54e.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1226_zps24cda49b.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1178_zps433e56b0.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 28, 2014, 00:27:28
Kapitel 5: ETB Schwarz-Weiß Essen

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga West)
Laatste jaar op tweede niveau: 1978 (2. Bundesliga Nord)
Palmares: Bekerwinnaar (1959), deelname Duits Kampioenschap (1924)
Huidig niveau: Oberliga Niederrhein (V)

De stad Essen in het Ruhrgebiet heeft twee gezichten. Het noorden van de stad ligt midden in het mijnbouw- en industriegebied. Vroeger werd dit gedeelte gekenmerkt door de vele fabrieken, hoogovens (o.a. Krupp) en mijnen, tegenwoordig door werkeloosheid en andere sociale problemen. Uit dit gedeelte komen ook de meeste bekende Essense voetbalclubs: arbeidersclubs als Rot-Weiss Essen, Sportfreunde Katernberg en TuS Helene.
In het zuiden van Essen, dat ligt in de Ruhrvallei, wonen veelal de beter gesitueerden. Beroemd is wat dat betreft de Villa Hügel, het meer dan modale optrekje van de familie Krupp.  Uit dit gedeelte van de stad komt Schwarz-Weiß Essen. In het noorden wordt de club ook wel Lackschuhe-Verein genoemd, vrij vertaald in het Nederlands: witte-boorden-club.

Op 11 april 1881 werd de Essener Turnerbund Schwarz-Weiß opgericht. In die tijd was voetbal nog vrijwel onbekend in Duitsland. Onder aanvoering van Turnvater Friedrich Ludwig Jahn was turnen de nationale sport van Duitsland geworden. De machthebbers vonden dit -na aanvankelijke tegenstand- prima; turnen was een uitstekend middel om de bevolking fit te houden voor een eventuele oorlog. Rond de eeuwwisseling begon het voetbal Duitsland te veroveren en in 1900 werd ook binnen ETB Schwarz-Weiß een voetbalafdeling opgericht.
De turnbond zag voetbal met lede ogen populairder worden en werkte het onduitse Fußlummelei op allerlei manieren tegen. In 1924 werd het turnclubs verboden een voetbalafdeling te hebben. Dit bereikte niet het gewenste effect; de meeste voetbalafdelingen -zo ook die van Schwarz-Weiß- werden zelfstandig en niet het voetbal, maar het turnen kreeg harde klappen. In 1936 smolten de voetbalafdeling en de rest van de club weer samen.

In de jaren 20 vierde Schwarz-Weiß, lang voor concurrent Rot-Weiss, de eerste successen. In 1923 werd het regionale kampioenschap behaald en in 1925 deed ETB SW mee aan de Duitse kampioenschappen. In de jaren 30 speelde de club continu op het hoogste niveau. Drie maal op rij werd een tweede plaats behaald, wat net niet genoeg was om mee te doen aan het Duitse kampioenschap. In de oorlog degradeerde Schwarz-Weiß en na de oorlog duurde het tot 1951 voordat de Oberliga bereikt werd. Op dit hoogste niveau was de middenmoot het hoogst haalbare. Drie jaar lang was de club zelfs zweitklassig. Ondertussen was Rot-Weiss uitgegroeid tot de succesvolste club van de stad door het winnen van de beker (1953) en het landskampioenschap (1955). Aan het einde van de jaren 50 herstelde Schwarz-Weiß zich: in 1959 werd -als tweedeklasser- de beker gewonnen en in het begin van de jaren 60 was men weer terug op het hoogste niveau, waar een 4e en een 7e plaats behaald werden. Op dat moment speelde Rot-Weiss een niveau lager.

Ondanks dat Schwarz-Weiß weer de beste van de stad was, waren de plaatsering niet goed genoeg voor kwalificatie voor de Bundesliga. Samen met Rot-Weiss ging men in de Regionalliga spelen. Vanaf dat moment belandde Schwarz-Weiß in Essen op het tweede plan. Terwijl het Rot-Weiss tot drie maal toe lukte om de promotieronde voor de Bundesliga te winnen (en hierdoor totaal 7 jaar Bundesliga speelde), mocht Schwarz-Weiß maar één keer deelnemen. In 1967 kwam het één punt tekort om te promoveren.

De kwalificatie voor de 2. Bundesliga werd in 1974 wel gehaald. Vier jaar zou Schwarz-Weiß het uithouden op het tweede niveau. In het laatste jaar speelden beide Essense clubs in de 2. Bundesliga. Rot-Weiss werd als degradant uit de Bundesliga tweede, Schwarz-Weiß werd laatste en degradeerde naar de Oberliga. Ondanks diverse pogingen om de Oberliga naar boven te verlaten (tweede plaatsen in 1980 en 1988), speelt ETB SW daar nu nog steeds. In 1994 werd kwalificatie voor de Regionalliga ruim gemist en ook het ambitieuze plan 'WIR 1996' dat tot doel had om in 1996 te promoveren, mislukte jammerlijk.

In 2008 was kwalificatie voor de nieuwe Regionalliga het doel. Hiervoor moest bij de eerste 4 geëindigd worden. Dit leek te lukken; een overwinning in de thuiswedstrijd tegen concurrent 1.FC Kleve zou genoeg zijn om de promotie te bezegelen. De wedstrijd werd jammerlijk met 2-0 verloren waardoor Kleve en niet Schwarz-Weiß promoveerde. Kwalificatie voor de NRW-liga op niveau vijf (nog nooit speelde ETB SW zo laag) was een schrale troost. Vier jaar later miste Schwarz-Weiß de volgende kans op deelname aan de Regionalliga. Door de versterkte promotie wegens het uitbreiden van het aantal Regionalligen was de 9e plaats voldoende voor een play-off wedstrijd. ETB SW werd op doelsaldo 10e.  Vorig seizoen werd Schwarz-Weiß ondanks een bijna-faillisement 6e in de Oberliga en ook nu staat de club in de subtop.


In 1922 werd de pacht van het oude sportterrein niet verlengd en moest Schwarz-Weiß op zoek naar een nieuw terrein. Dit werd gevonden in het Stadtwald, vlak bij de Baldeneysee, waar een nieuw stadion kon worden gebouwd. Het Stadion am Uhlenkrug was voor zijn tijd erg modern: het geraamte van de tribune voor 2000 toeschouwers was van staal en er waren totaal 35000 plaatsen. In 1939 werd de tribune vergroot tot 2400 plaatsen en het totale stadion tot 45000. Doordat Schwarz-Weiß steeds verder achterop raakte bij de concurrentie, is het stadion hierna nooit meer uitgebreid of gemoderniseerd. In 1975 was het zelfs zodanig vervallen dat Schwarz-Weiß moest uitwijken naar het nabijgelegen Grugastadion (inmiddels gesloopt) voor zijn wedstrijden in de 2e Bundesliga.
In de loop der jaren zijn er -helaas- wel steeds meer staanplaatsen verdwenen. De staanplaatsen aan de noordzijde werden als eerste weggehaald, hoewel de contouren van de staantribune behouden beleven. In het kader van de kwalificatie voor de NRW-liga is de bovenste helft van de Gegengerade verdwenen. Momenteel passen er nog 9950 mensen in de Uhlenkrug.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0547_zps523188a0.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0524_zps37036f65.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0550_zpsec627804.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0510_zps5528e132.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0507_zps9b2405fd.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0498_zpse9f27abc.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0480_zps73588098.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0472_zpsd1be3204.jpg)

Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op apr 28, 2014, 23:30:56
Kapitel 6: Bayern Hof

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 1978 (2. Bundesliga Süd)
Palmares: Deelname promotieronde Bundesliga (1967, 1968, 1972)
Huidig niveau: Regionalliga Bayern (V)


Bayern Hof is in 1910 opgericht als 1910 Hof en was vanaf 1911 als Britannia Hof actief. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd deze naam onacceptabel zodat de club sindsdien naar de naam Bayern Hof luistert. Voor de oorlog speelde de club een tijdje op het hoogste (regionale) niveau, zonder door te dringen tot het Duitse kampioenschap. Na de oorlog werd het er niet makkelijker op. Door de Duitse deling was Hof verworden van knooppunt van belangrijke verkeersstromen tot een slaperig stadje in een uithoek van de Bondsrepubliek. Het duurde dan ook lang voordat Bayern Hof zijn opwachting maakte in de Oberliga: pas in 1959 promoveerde Hof. Vier jaren later waren vier seizoenen in de middenmoot van de Oberliga bij lange na niet voldoende voor kwalificatie voor de Bundesliga. Het hoogtepunt uit die tijd was wel een 5-0 uit-overwinning bij het andere Bayern, Bayern München, in het seizoen 1961/62

Na enkele middelmatige jaren in de Regionalliga deed Hof vanaf de tweede helft van de jaren 60 opeens mee voor promotie naar de Bundesliga. Een tweede plaats in 1967, het Regionalliga-kampioenschap in 1968 en opnieuw een tweede plaats in 1972 bezorgden de Oberfranken driemaal een plaats in de promotieronde. Driemaal kwam men er niet aan te pas. Hoewel de resultaten daarna minder werden, plaatste Hof zich toch voor de nieuwe 2. Bundesliga Süd. Een vierde plaats in 1975 was het beste resultaat en na vier seizoenen was het in 1978 schluss.

Twee jaar na de degradatie bleek ook de Bayernliga (III) te hoog gegrepen. 30 jaar lang was Bayern Hof het Volendam van Beieren: dan weer eens Bayernliga, dan weer eens Landesliga. Overigens was de Bayernliga in het eerste seizoen dat Hof er speelde het 3e niveau en 30 jaar later (doordat eerst de Regionalliga en later de 3. Liga ertussen waren gekomen) het 5e niveau.
In 2012 profiteerde Hof van de versterkte promotie wegens de uitbreiding van het aantal Regionalligen. In de Regionalliga Bayern vecht de club sindsdien tegen degradatie.


Al in 1913 streek Bayern Hof neer in het oosten van de stad, aan de Grüne Au. Een Au of Aue is in Duitsland het laaggelegen gebied langs de rivier (in dit geval de Saale), vergelijkbaar met de uiterwaarden in Nederland.
Het terrein werd steeds uitgebreid naarmate de club hoger ging spelen. In het seizoen 1929/30 kwamen er 7000 toeschouwers af op de wedstrijd tegen regionale grootmacht Nürnberg.

Pas vlak na de oorlog werd er een houten tribune langs de hele noordzijde van het veld gebouwd, die er nu nog steeds staat. In de jaren dat Hof om promotie naar de Bundesliga speelde, moest er ook een modernere tribune komen. In 1969 werd begonnen met de bouw van een zittribune hoog boven de Gegengerade. Toen het geld op was, was de tribune nog niet klaar. Het heeft tot 1999 geduurd voordat de tribune een dak kreeg. Het stadion was toen allang aan de stad verkocht om de financiële nood te lenigen.
Overigens is het Stadion Grüne Au één van de weinige oude Duitse stadions zonder atletiekbaan.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1365_zpsf1328933.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1325_zps901da624.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1315_zps28edeaec.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1307_zpsf23f62cc.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1321_zpse3d4d7f1.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1356_zps22d1a36c.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op mei 02, 2014, 00:37:38
Kapitel 7a: Waldhof Mannheim

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1990 (Bundesliga)
Laatste jaar op tweede niveau: 2003 (2. Bundesliga)
Palmares: Deelname aan eindronde Duits Kampioenschap (1934, 1936, 1937, 1940, 1942), finale beker (1939)
Huidig niveau: Regionalliga Südwest (IV)


Eigenlijk voldoet Waldhof Mannheim niet aan de criteria voor dit topic: in 1963 was Waldhof geen Oberligist en Waldhof heeft nog in de Bundesliga gespeeld, niet eens zo heel lang geleden. Bovendien laat mijn Waldhof-fotoarchief te wensen over. Toch wijd ik een (half) hoofdstuk aan Waldhof vanwege de vrije val die het na 2003 doormaakte en vanwege de verwevenheid met de andere club uit Mannheim, VfR Mannheim, die om meer dan één reden vergelijkbaar is met die van Spakenburg met IJsselmeervogels. Meer over VfR komt overigens in het tweede deel van dit hoofdstuk.

Laten we bij het begin beginnen: in 1907, 4 jaar voordat VfR uit een fusie ontstond, werd SV 1907 Waldhof opgericht in het gelijknamige arbeiderswijk van Mannheim. Al in 1914 werd de hoogste klasse bereikt. De Eerste Wereldoorlog gooide tijdelijk roet in het eten, maar in 1920 was Waldhof weer succesvol met deelname aan het Zuidduits kampioenschap. De meest succesvolle periode kwam na de machtsovername door de Nazi's: tussen 1933 en het einde van de oorlog deed Waldhof vijfmaal mee aan het Duitse kampioenschap (beste resultaat: 4e in 1940) en was het verliezend bekerfinalist  (1939).

Na de oorlog was Waldhof tot degradatie in 1954 een middenmoter in de Oberliga. Hierna pendelde Waldhof tussen de Oberliga en de 2. Liga. In het laatste jaar voor de Bundesliga speelde Waldhof in de 2. Liga, dus kwalificatie kwam nicht in Frage. De 3e plaats was wel voldoende voor een plaats in de Regionalliga. Na een aarzelend debuutjaar (11e) ging het aanvankelijk best goed en behaalde Waldhof een 4e en een 3e plaats. Daarna zakte men weg naar de middenmoot en zelfs naar de amateurs in 1970.

In 1972 had chipsfabrikant Chio er 190 000 DM voor over om Waldhof voortaan als SV Chio Waldhof te laten spelen. Net weer gepromoveerd naar de Regionalliga werd Chio meteen 7e en in 1974 plaatste de club zich probleemloos voor de 2. Bundesliga Süd. In de 2. Bundesliga werd middelmatig gepresteerd, maar Waldhof (inmiddels weer zonder Chio en vanaf 1979 als Waldhof Mannheim) plaatste zich wel voor de ongedeelde 2. Bundesliga in 1981. Twee jaar later promoveerde men zelfs naar de Bundesliga.

Omdat het eigen stadion te klein was, moest Waldhof uitwijken naar het Südweststadion in Ludwigshafen, tot groot ongenoegen van 1.FC Kaiserslautern. Hoewel Ludwigshaven slechts door de Rijn van Mannheim gescheiden wordt, ligt het in een ander Bundesland en valt het onder de regio Südwest. Volgens de regels mag een club niet buiten het eigen regiogebied spelen. Mannheim kreeg dispensatie hetgeen Südwestclub Kaiserslautern (75 km verderop) als oneerlijke concurrentie zag.  Uiteindelijk zou Waldhof 6 jaar in Ludwigshafen spelen. Seizoen 1989/90, het laatste jaar Bundesliga, werd weer in het eigen stadion afgewerkt.

Na de degradatie probeerde Waldhof wanhopig weer te promoveren. In 1992 was men dichtbij maar een 2e plek in de eenmalig weer in Noord en Zuid verdeelde 2. Bundesliga was niet voldoende vanwege de competitiehervormingen na de Wende. Ook het gereedkomen van het nieuwe stadion in 1994 bracht niet de gehoopte promotie. In 1997 degradeerde Waldhof zelfs naar de Regionalliga. Na twee jaar kwam Waldhof nog één keer terug in de 2. Bundesliga. Het verblijf duurde vier jaar en leverde één vierde plek op, maar dus weer geen promotie.

In 2003 barstte de bom. De financiële situatie bleek zo slecht dat Waldhof -na degradatie uit de 2. Bundesliga- geen licentie kreeg voor de Regionalliga. Na vijf jaar Oberliga werd de Regionalliga wel weer bereikt, maar na twee jaar betekende een faillissement opnieuw de gang naar de Oberliga. Inmiddels is Waldhof weer terug in de Regionalliga.
Dat de club überhaupt nog bestaat, heeft het te danken aan Dietmar Hopp, de eigenaar van 1899 Hoffenheim. Behalve dat Hopp Waldhof rechtstreeks gesponsord heeft toen de nood hoog was, heeft Hoffenheim tijdens het eerste Bundesligaseizoen in het stadion van Mannheim gespeeld omdat het eigen stadion nog niet klaar was. Ongetwijfeld heeft Waldhof daar ook financieel van geprofiteerd.


Na enkele jaren gespeeld te hebben op een veld met de weinig goeds voorspellende naam Sandacker, kon Waldhof in 1924 een nieuw stadion openen. Tot aan de verhuis naar het nieuwe Carl Benz-stadion in 1994 speelde Waldhof in het Stadion am Alsenweg, met uitzondering van de eerste zes jaren Bundesliga. Tegenwoordig wordt het stadion voor het tweede en de jeugd gebruikt. In 1996 is het stadion vernoemd naar Seppl Herberger, ooit jeugdspeler van Waldhof maar bekender als de coach van het team dat in 1954 wereldkampioen werd.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0306_zps14d27f3e.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0321_zps0ed3eb7e.jpg)


Het Südweststadion van Ludwigshafen werd in 1940 geopend, maar in de oorlog totaal vernield. Tussen 1946 en 1950 werd een nieuw stadion gebouwd waarbij puin uit de verwoeste stad als ondergrond voor de staanplaatsen werd gebruikt. Het stadion had maar liefst 83000 plaatsen, maar geen vaste bespeler op niveau. Er werd af en toe een wedstrijd om het kampioenschap gespeeld: in 1952 de finale en later diverse thuiswedstrijden van Kaiserslautern. Ook in de Bundesligatijd week Kaiserslautern voor een paar wedstrijden uit naar Ludwigshaven toen de Betzenberg werd verbouwd. De 6 Bundesligaseizoenen van Waldhof Mannheim waren de enige jaren dat er structureel op het hoogste niveau werd gevoetbald in het Südweststadion.
Intussen is het stadion nogal vervallen. Voor de thuiswedstrijden van Regionalligist Oggersheim (inmiddels ook al weer ter ziele) is een klein gedeelte van de staanplaatsen en de hoofdtribune gerenoveerd. De rest is gesperrt. Nu wordt het stadion allen nog maar voor breedtesport gebruikt.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3134_zps702afe4e.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3141_zpsf381cb15.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3142_zps39c3f9cd.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3129_zps674ca36a.jpg)


Het Carl Benz-Stadion uit 1994 is gebouwd net voor de grote hausse aan nieuwe stadions. Veel aspecten van de latere stadions zijn al zichtbaar: dichtgebouwde hoeken, doorlopend dak, in het dak geïntegreerde floodlights. Er zijn echter slechts twee hoeken dichtgebouwd, zodat het stadion U-vormig is met een losstaande tribune aan de open kant van de U.
Op de plek van het huidige Carl Benz-Stadion stond tot 1992 het Stadion Mannheim uit 1927. Dit stadion was een klassiek ovaal stadion met atletiekbaan. De contouren van het oude stadion zijn nog zichtbaar rond het nieuwe stadion.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3119_zps841d5427.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3121_zpsb780ce31.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3122_zps9b1413df.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op mei 02, 2014, 23:52:31
Kapitel 7b: VfR Mannheim

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Süd)
Laatste jaar op tweede niveau: 1975 (2. Bundesliga Süd)
Palmares: Duits kampioen (1949)
Huidig niveau: Oberliga Baden-Württemberg (V)


In de eerste helft van dit hoofdstuk vergeleek ik de relatie tussen Waldhof en VfR al met die tussen Spakenburg en IJsselmeervogels. Naast de rivaliteit tussen beide teams (die pogingen tot een fusie al meerdere malen gefrustreerd heeft), is er nog een reden voor: net als in Spakenburg liggen ook in Mannheim de stadions van beide clubs letterlijk naast elkaar.

De oudste voorganger van VfR Mannheim is opgericht in 1896 (het jaar dat de club als officieel oprichtingsjaar opgeeft) maar pas in 1911 ontstond de club in huidige vorm toen 3 clubs uit het burgerlijke milieu fuseerden. Daarmee is voor een deel ook de rivaliteit met Waldhof verklaard: Lackschuhe tegen Arbeiter was in het vooroorlogse Duitsland een garantie voor een stevige rivaliteit. Bovendien domineerden beide Mannheimer clubs in de jaren 30 de regionale competitie en werden ze bijna beurtelings kampioen. In die tijd nam VfR zesmaal aan de landelijke eindronde deel.

Ook na de oorlog mocht VfR nog tweemaal meedoen aan de eindronde. In 1949 was een 2e plaats in de Oberliga Süddeutschland genoeg voor deelname. Via overwinningen op HSV en Kickers Offenbach werd de finale in Stuttgart bereikt. Voor maar liefst 92000 toeschouwers leek Borussia Dortmund in de 82e minuut de winnende goal te scoren. Vijf minuten voor tijd maakte VfR gelijk zodat er verlengd moest worden. In de zomerhitte hield Mannheim het het langst vol. Door een doelpunt in de 108e minuut mocht de ploeg als eerste de kampioensschaal in ontvangst nemen; de oude trofee (die Viktoria) was in de oorlog zoek geraakt en werd pas 50 jaar later teruggevonden.

Het volgende seizoen werd VfR in de Oberliga slechts 5e. Als titelverdediger mocht VfR toch meedoen aan het kampioenschap. In de eerste ronde kwam men de finale-tegenstander van het vorige jaar tegen, Borussia Dortmund. Opnieuw werd er gewonnen. De tweede ronde was het echter Schuss tegen Preussen Delbrück (dat inmiddels is opgegaan in Viktoria Köln).

In de seizoenen die volgden, was VfR meestal slechts middelmaat. In tegenstelling tot Waldhof speelde VfR tot aan de invoering van de Bundesliga wel continu in de Oberliga. Kwalificatie voor de Bundesliga zat er niet in, dus vanaf 1963 was VfR -net als Waldhof- Regionalligist. In 1971, een jaar na Waldhof, degradeerde ook VfR naar de amateurs. Twee jaar later (weer een jaar na Waldhof) kwam VfR weer terug in de Oberliga. In 1974 plaatste beide clubs zich voor de 2. Bundesliga Süd, maar aan het einde  eerste seizoen scheidden de wegen van de twee clubs zich. Terwijl Waldhof  in de 2e Bundesliga bleef en zich later zelfs opwerkte naar de Bundesliga, degradeerde VfR als laatste naar de amateurs.

Het eerste jaar bij de amateurs leverde het kampioenschap op en daarmee (tevergeefse) deelname aan de promotieronde terug naar de 2. Bundesliga. Het zou bij die ene keer blijven. 19 jaar lang speelde VfR op het hoogste amateurniveau. In 1994 waren de prestaties goed genoeg om Gründungsmitglied van de Regionalliga te worden. In 1995 werd VfR tweede, op respectabele afstand van Stuttgart Kickers, dat als kampioen naar de 2. Bundesliga promoveerde. VfR mocht meedoen aan het amateurkampioenschap, waar het de finale bereikte. In 2000 wist VfR zich door een prima 3e plaats te kwalificeren voor de nieuwe, tweedelige Regionalliga.

Sportief ging het niet slecht, maar financieel wel. In 2002 gaf VfR de licentie voor de Regionalliga terug en nam het ook niet deel aan de Oberliga. Het seizoen daarop moest men in de Verbandsliga (VI) aantreden. Het kampioenschap werd behaald zodat VfR weer terug was in de Oberliga. Op nog twee jaar Verbandsliga na, speelt het daar nog steeds.


In 1905 kreeg één van de voorgangers van VfR een terrein naast een brouwerij. Hoewel het stadion niet toereikend was voor een club van de statuut van VfR Mannheim, kon de club niet verhuizen omdat het grote Stadion Mannheim met voorrang werd gebruikt door de in Mannheim gelegerde Amerikaanse troepen. Toen de brouwerij in 1959 ging uitbreiden, moest VfR weg. Het grote stadion (inmiddels teruggekocht van de Amerikanen) was het enige alternatief. Voor VfR was het te groot en te leeg en het stadion raakte meer en meer in verval.

In 1971 kwam de oplossing: naast het stadion bouwde VfR een voetbalstadion dat meer bij de grootte van de club paste, zonder atletiekbaan en met lichtmasten. Met het grote stadion gebeurde weinig meer totdat er in 1994 een nieuw stadion voor Waldhof verrees. Ondertussen speelt VfR nog steeds in het inmiddels al weer meer dan 40 jaar oude Rhein-Neckar-Stadion.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3100_zpsd0417b4e.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3110_zpsd6eec392.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3108_zps92b19b39.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3088_zps3b75c086.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op mei 04, 2014, 01:56:04
Kapitel 8: Hamburg

Concordia Hamburg
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1974 (Regionalliga Nord)
Palmares: Kwartfinale beker (1953), Derde plaats amateurkampioenschap (1976)
Huidig niveau: Landesliga Hamburg (VI)

Altona 93
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1968 (Regionalliga Nord)
Palmares: Deelname Duits kampioenschap (1903, 1909, 1914, 1925), halve finale beker (1955, 1964)
Huidig niveau: Oberliga Hamburg (V)

Victoria Hamburg
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1954 (Oberliga Nord)
Laatste jaar op tweede niveau: 1966 (Regionalliga Nord)
Palmares: Deelname Duits kampioenschap (1905, 1906, 1907, 1943), tweede plaats amateurkampioenschap (1975)
Huidig niveau: Regionalliga Nord (IV)


Al sinds 1919, toen uit HSV uit een fusie ontstond, heeft HSV het Hamburgse voetbal gedomineerd. Als enige club in Duitsland is HSV sinds 1919 ononderbroken op het hoogste niveau actief. In de regionale competities was HSV zowel voor en tijdens de oorlog (17 kampioenschappen in 27 jaar, nooit lager dan 3e) als na de oorlog (16 kampioenschappen in 18 jaar) veruit de beste ploeg van de stad en van Noord-Duitsland. Naast HSV heeft alleen St. Pauli tot op heden weten te overleven binnen het profvoetbal. Toch kent Hamburg nog een aantal interessante ploegen in de schaduw van de 'grote twee'.

Als havenstad kwam Hamburg vroeg in contact met de Engelse cultuur. Al voor de eeuwwisseling was er in de stad een aantal voetbalclubs actief zoals SC Germania von 1887 en Hamburger FC 1888 die later zouden opgaan in HSV en ook Victoria Hamburg (1895). In de tot 1938 zelfstandige stad Altona werd Altonaer FC von 1893 opgericht. Voor de opkomst van HSV waren Victoria en Altona toonaangevend in de stad en in het land. Beide verenigingen waren Gründungsmitglieder van de DFB, de Duitse bond, en Altona deed mee aan het eerste kampioenschap in 1903. Voor de eerste wereldoorlog zouden beide ploegen elk 3 maal meedoen aan het Duitse kampioenschap. Daarna was de grote tijd wel voorbij, maar zowel Victoria als Altona hoorden bij de betere clubs en speelden tot aan het einde van de oorlog steeds op het hoogste niveau.

Concordia Hamburg begon haar bestaan in 1907 als Concordia Wandsbek. Net als Altona werd Wandsbek in 1938 bij Hamburg gevoegd. Concordia (of Cordi, zoals de club vaak genoemd wordt) had voor de oorlog niet de statuur die Victoria en Altona wel hadden. Pas in 1919 speelde Cordi voor één seizoen op het hoogste niveau. In de jaren 20 volgden nog 6 seizoenen, maar daarna zakte de club zelfs weg tot de 3e klasse. In 1939 promoveerde Cordi naar de Gauliga, het hoogste niveau in Nazi-Duitsland. Het verblijf duurde slechts twee seizoenen.

In 1947 maakten Victoria en Concordia deel uit van de nieuwe Oberliga Nord. Victoria degradeerde direct, kwam in de jaren 50 nog twee keer terug maar nam in 1954 definitief afscheid van het hoogste niveau. Concordia degradeerde in 1953, maar wist zich drie jaar later terug te vechten naar de Oberliga. Meer dan middenveldplaatsen zaten er echter niet in. Altona'93 promoveerde pas in 1950 naar de Oberliga, degradeerde en promoveerde in 1952 opnieuw. Na een aantal plaatsen in de subtop, zakte Altona ook af naar het middenveld en kwam het duidelijk te kort voor kwalificatie voor de Bundesliga. En ook al zouden Concordia of Altona zich sportief wel gekwalificeerd hebben, dan had de DFB een stokje gestoken voor deelname aan de Bundesliga omdat een tweede team uit de stad -naast het ongenaakbare HSV- ongewenst was. Aan de andere kant van het land werd Bayern München om dezelfde reden gepasseerd.

Toen de Regionalliga als tweede niveau in 1963 van start ging, waren Victoria, Altona en Concordia alle drie van de partij. Met een vierde plaats kwam Altona het dichtst bij promotiewedstrijden, Victoria eindigde in het middenveld en Concordia wist zich ternauwernood op doelgemiddelde te redden. Twee jaar later haakte Victoria als eerste af. Op 7 punten van de voorlaatste werd de club afgetekend laatste. Na een aantal jaren op het 3e niveau volgde degradatie naar het 4e niveau en in 1996 zelfs naar het 5e niveau. Na promotie in 2012 speelt Viktoria momenteel in de Regionalliga (IV) waar het vecht tegen degradatie.

Na een aantal goede plaatsen in de voorgaande jaren, ging het in 1968 mis met Altona'93. De club degradeerde naar de Landesliga (III, later IV) en kwam in de jaren 80 zelfs even op het 5e niveau terecht. Altona herpakte zich en werkte zich op naar de Oberliga Nord (III) waar het in 1986 zelfs meedeed om promotie. In 1996 promoveerde Altona naar de Regionalliga, waaruit het na één seizoen weer degradeerde. Uit financiële overwegingen zakte men toen zelfs voor enkele jaren naar de Verbandsliga. In 2008 kwalificeerde Altona zich voor de nieuwe Regionalliga, maar ook nu duurde het verblijf slechts een jaar. Sindsdien is Altona subtopper in de Hamburgse Oberliga.

Concordia hield het het langste uit op het tweede niveau. In 1970 werd het afgetekend laatste werd maar in 1973 keerde de club terug in de Regionalliga. Een 10e plaats was op zich verdienstelijk, maar niet voldoende voor kwalificatie voor de 2. Bundesliga. Tot 1991 speelde Concordia in de Oberliga Nord (III), meestal in de middenmoot. Als kampioen van de Verbandsliga (IV) mocht Cordi meedoen in de nieuwe Regionalliga, waar het drie seizoenen speelde. Sindsdien is de club bezig langzaam weg te zakken in het moeras dat amateurvoetbal heet. Momenteel speelt de club (na een fusie onder de naam Wandsbeker TSV Concordia von 1881) op het zesde niveau.


Na 10 jaar op het Heiligengeistfeld (ongeveer waar nu St. Pauli gehuisvest is) gespeeld te hebben en 3 jaar bij de wielerbaan, verhuisde Victoria Hamburg in 1907 naar een eigen terrein in Hoheluft. Twee jaar later werd een tribune gebouwd, de eerste in het noorden van Duitsland. Het stadion werd dan ook vaak gebruikt voor wedstrijden in de eindronde om het kampioenschap en voor interlands. Na een brand werd in 1921 een nieuwe tribune gebouwd, die er nu nog staat.
Stadion Hoheluft werd meerdere malen verkleind omdat het naastgelegen ziekenhuis ruimte nodig had. In 2008 werd het stadion gerenoveerd omdat Victoria kans maakte zich te plaatsen voor de Regionalliga. Dat lukte niet, maar Altona'93 kwalificeerde zich wel en speelde een jaar in het stadion omdat de eigen Adolf Jäger Kampfbahn niet aan de eisen voldoet.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0073_zps11502b9f.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0048_zpsae90e652.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0058_zps16664fdf.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0055_zps923b4866.jpg)


De Adolf-Jäger-Kampfbahn, genoemd naar een international van Altona'93, is slechts enkele jaren jonger dan Stadion Hoheluft. In de loop de tijd werd het stadion uitgebreid en in de jaren 20 was het zelfs het grootste stadion van Hamburg met 27000 plaatsen. Tegenwoordig mogen er nog 8000 in. Het stadion is inmiddels wel in de blessuretijd van het bestaan aangekomen: het is al verkocht, maar Altona mag er blijven spelen totdat er een nieuw onderkomen is gebouwd.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0005_zpsc6ec86bc.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0035_zps362b0c7f.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0042_zpsdca09066.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0055_zpsb935ccbb.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0037_zpsb2ec4c68.jpg)


De eerste 15 jaar van het bestaan leidde Concordia een nomadisch bestaan, maar in 1922 kon er een stuk land in de villawijk Mariënthal gekocht worden. In 1924 was het veld bespeelbaar. Een echt stadion was het nog niet; pas in de jaren 50 werd er een tribune gebouwd en staanplaatsen aangelegd. In 1952 werd het stadion in allerijl flink uitgebreid want het grote Borussia Dortmund kwam op bezoek voor een bekerwedstrijd. Er werd letterlijk tot aan de nacht voor de wedstrijd doorgewerkt aan de tijdelijke tribunes om alle toeschouwers een plaats te kunnen bieden. 
In 2009 is Stadion Marienthal gesloten en gesloopt. Concordia speelt nu op een zielloos standaard-sportpark.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0019_zps35ffeb5c.jpg)   

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0031_zps7190acd4.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0033_zps236f6659.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0022_zps5929f91a.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0036_zps2defd640.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op mei 11, 2014, 00:27:14
Kapitel 9: Saar 05 Saarbrücken

Saar 05 Saarbrücken
Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Südwest)
Laatste jaar op tweede niveau: 1971 (Regionalliga Südwest)
Palmares: 5 maal deelname aan hoofdtournooi DFB-Pokal
Huidig niveau: Saarlandliga (VI)


Toen Saar 05 Saarbrücken in 1905 onder da naam St. Johanner SC 1905 (genoemd naar het stadsdeel waar de club vandaan komt) werd opgericht, was Saarbrücken een normale stad in het zuiden van de Rheinprovinz in de deelstaat Pruissen. De club zelf speelde tot aan de Eerste Wereldoorlog op het tweede niveau. Gezien de versnipperde situatie en de enorme hoeveelheid competities op het eerste niveau die er toen in Duitsland waren, was dat niet bijzonder hoog.

Na de Eerste Wereldoorlog veranderde de politieke situatie enorm. Duitsland was Elzas-Lotharingen aan Frankrijk verloren en het Saargebied was onder Frans bestuur gekomen. Hierdoor werd Saarbrücken opeens een stad op de grens van de Duitse en de Franse invloedssfeer. Voor het voetbal veranderde er niet veel. Saar 05 bleef in de Duitse piramide spelen. Tegenstanders uit steden als Metz kwam het niet meer tegen, die speelden nu in Frankrijk.
Na de oorlog kwam Saar 05 op het hoogste niveau terecht en kwalificeerde zich in 1920 voor het kampioenschap van de Rheinkreis. De winnaar hiervan mocht meedoen aan het Zuidduitse kampioenschap, waar op zijn beurt weer startbewijzen voor het Duitse kampioenschap te verdienen waren. Zover kwam het niet: Saar 05 werd als tweede van de Rheinkreis uitgeschakeld.

Tot aan de invoering van de Gauliga door de Nazi's, speelde de club, op twee seizoenen in de jaren 20 na, steeds op het hoogste niveau zonder verder potten te breken. De kwalificatie voor de Gauliga Südwest in 1933 werd gemist maar een jaar later lukte het alsnog om de Gauliga te bereiken. Na één seizoen degradeerde Saar 05 weer. Pas na de oorlog keerde de club op het hoogste niveau terug.

De Tweede Wereldoorlog had nog grotere gevolgen voor de politieke situatie van het Saargebied dan de Eerste Wereldoorlog. Zo groot, dat ze in feite tot vandaag de dag voortduren. Onder druk van de Nazi's was het Saargebied in 1935 weer officieel deel geworden van Duitsland. 10 jaar later, toen de oorlog afgelopen was, werd Duitsland verdeeld in 4 bezettingszones (Brits, Amerikaans, Russisch en Frans). Het Saargebied viel onder de Franse zone. De Fransen scheidden het Saargebied steeds meer van de rest van Duitsland af en het Saargebied werd ook niet opgenomen in de Duitse Bondsrepubliek die in 1949 uit de Britse zone, de Amerkiaanse zone en de rest van de Franse zone werd gevormd. Het Saargebied bleef als semi-onafhankelijk land onder Franse invloed en had zelfs een eigen nationaal voetbalteam. Pas in 1957 werd Saarland de tiende deelstaat van West Duitsland.

De onduidelijke politieke situatie van het Saarland had na de Tweede Wereldoorlog ook invloed op het voetbal. In de eerste jaren maakten de clubs nog deel uit van de Duitse competitie. Saar 05 speelde toen (onder de naam SV Saarbrücken) in de Zuidwestduitse competitie, in 1947/48 zelfs op het hoogste niveau. In 1948 stonden de Fransen dit niet meer toe en moesten alle clubs uit Saarland in een eigen competitie spelen. Het grote 1.FC Saarbrücken was hierdoor het zwaarst getroffen; de topclub kon zo niet meer meedoen aan het Duitse kampioenschap. Als compromis mocht het buiten mededinging meedoen aan de Franse 2e divisie, die het prompt won. Het bleef dan ook bij dat ene jaar....

Voor Saar 05 waren de gevolgen niet zo dramatisch. Drie jaar lang speelde de club (nog steeds als SV Saarbrücken) in de subtop van de Saarlandliga. In 1951 mochten de Saarclubs weer meedoen in de Duitse competitie en werd Saar 05 (weer onder de oude naam) opgenomen in de Oberliga Südwest.

In de 11 jaar dat Saar 05 in de Oberliga speelde, werd het 8 keer negende. Deze prestaties waren niet voldoende voor een plaats in de Bundesliga; de Oberliga Südwest werd samen met de Berlijnse Liga als zwakste gezien zodat er maar twee plaatsen in de Bundesliga beschikbaar waren voor het Zuidwesten. Kaiserslautern legde -als kampioen en veruit sterkste club van de regio- beslag op de één van de twee plaatsen. Het andere startbewijs voor de Bundesliga ging niet naar nummer twee en eindrondedeelnemer Borussia Neunkirchen, maar naar 1.FC Saarbrücken. Boze tongen beweren dat Sepp Herberger, voorzitter van de voetbalbond en afkomstig uit Saarbrücken, hier de hand in had.

Dit soort beslommeringen gingen aan Saar 05 voorbij. De club kwam in de Regionalliga Südwest terecht en ook daar speelde de club in de middenmoot totdat de club in 1971 onverwacht degradeerde naar de amateurs. In het begin deed de club nog wel mee in de top, maar al snel zakte Saar 05 ook hier weg naar de middenmoot. Toen de drie hoogste amateurligen uit het Zuidwesten in 1978 fuseerden tot de Amateuroberliga Südwest, wist Saar 05 zich niet te kwalificeren. Pas in 1990 lukte het om (voor 2 jaar) terug te keren op niveau 3.

In 2001 bereikte Saar 05 nog eenmaal de Oberliga, maar daarna kwam de club in vrije val. In 2007/2008 speelde de club in de Kreisliga A (niveau 10), kreeg het ook nog eens een keer 15 punten in mindering en was de financiële situatie dramatisch. De oplossing was om de voetbalafdeling op te heffen en op het allerlaagste niveau opnieuw te beginnen met inschrijving van het jeugdteam. Dit was de ommekeer. Saar 05 promoveerde vier keer achter elkaar. Vorig seizoen debuteerde men in de Saarlandliga (VI) met een 2e plaats en dit seizoen staat Saar 05 al vast als kampioen zodat er volgend jaar weer Oberliga wordt gespeeld.


Sinds 1924 speelt Saar 05 Saarbrücken op de huidige plek. Aanvankelijk was er weinig meer dan een speelveld, maar vanaf 1931 werd er een echt stadion gebouwd, het Stadion Kieselhumes. Tot aan de bouw van het Ludwigsparkstadion (1953) was het het grootste stadion van Saarbrücken. 1.FC Saarbrücken gebruikte het stadion dan ook geregeld voor wedstrijden in het Duitse kampioenschap en het nationale team van Saarland heeft er ook gespeeld.
Tegenwoordig is een flink deel van de ooit 35000 staanplaatsen verwijderd en zijn de atletiekfaciliteiten gemoderniseerd. De tribune staat echter nog steeds (welliswaar voorzien van een modern dak), evenals het karakteristieke torentje ernaast.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1710_zps027793cd.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1717_zpse9fadff6.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1740_zpsb2432ba5.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1679_zpsfd243051.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1683_zps130bf0c4.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op mei 17, 2014, 01:59:11
Kapitel 10: VfR Kaiserslautern

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1963 (Oberliga Südwest)
Laatste jaar op tweede niveau: 1965 (Regionalliga Südwest)
Palmares: Deelname aan amateur-landskampioenschap (1971)
Huidig niveau: A-Klasse (IX)


De Oberliga Südwest was één van de zwakste in het tijdperk voor de Bundesliga. In vergelijking met de andere Oberligen beslaat Südwest een relatief klein gebied dat bovendien dun bevolkt is. Veel clubs uit het zuidwesten zijn dan ook nooit in de Bundesliga terecht gekomen en in de jaren 70 diep weggezakt. Eén van die clubs is VfR Kaiserslautern.

Op voetbalgebied is Kaiserslautern vooral bekend vanwege 1.FC Kaiserslautern, de grote club van de stad die in de jaren 50 diverse malen kampioen werd met Fritz Walter in de gelederen. Ook in latere jaren vierden de bewoners van de Betzenberg op nationaal niveau nog successen.

Kaiserslautern telt echter nog een tweede club die op het hoogste niveau speelde: VfR Kaiserslautern. Veel valt er over de club niet te schrijven. Over de vooroorlogse periode is weinig te vinden, behalve dat de club in 1920 is ontstaan door een fusie van diverse oudere clubs.

Na de oorlog speelde VfR lange tijd onderin de middenmoot van de Oberliga, in de schaduw van grote broer 1.FC Kaiserslautern dat in die tijd furore maakte. De Bundesliga ging aan VfR voorbij en na twee jaar was ook de Regionalliga te hoog gegrepen. Langzaamaan zakte de club weg naar een bedenkelijk niveau: momenteel speelt VfR op het negende niveau, wel met kansen om weer te promoveren naar niveau 8.


Over het Waldstadion am Erbsenberg is wel een interessant verhaal te vertellen. In 1924 streek VfR Kaiserslautern neer aan de Wormserhöhe, nadat het eerdere stadion werd omgebouwd tot wielerbaan. Op de Wormserhöhe werd een stadionnetje inclusief houten tribune gebouwd. In 1936 moest VfR weer verhuizen: Duitsland was zich aan het voorbereiden op oorlog. Het terrein werd door het leger gevorderd om kazernes op te bouwen.

VfR werd wel schadeloos gesteld: het kreeg een nieuw terrein vlak bij de Betzenberg van 1.FCK. Het leger zou opdraaien voor de kosten voor het verplaatsen van de omheining en tribune. Door de rotsachtige grond vielen die kosten tegen en het heeft aardig wat voeten in de aarde gehad voordat de club z'n geld had. Door deze geschiedenis doet zich dus het merkwaardige feit voor dat delen van de tribune ouder zijn dan het stadion zelf.

Sinds de jaren 50 (toen het stadion nog één keer is uitgebreid) is er weinig veranderd in het stadion. De tribune staat er nog in volle glorie en keurig onderhouden. Verder is er aan de twee lange zijden nog wat terracing. Er mogen tegenwoordig 5000 toeschouwers het stadion in (vroeger 15000); meer dan voldoende voor het niveau waar VfR nu speelt.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3034_zps04986d07.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3027_zps0b030258.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3029_zpsd5e8fac6.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3032_zpsdb6cc114.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op mei 18, 2014, 23:48:35
Kapitel 11: SV Alsenborn

Laatste jaar op het hoogste niveau: -
Laatste jaar op tweede niveau: 1974 (Regionalliga Südwest)
Palmares: Deelname aan promotieronde naar Bundesliga (1968, 1969, 1970)
Huidig niveau: A-Klasse (IX)


In dezelfde klasse als VfR Kaiserslautern speelt SV Alsenborn. Eigenlijk is Alsenborn geen Traditionsverein. In tegendeel, het is een dorpsclub uit het dorpje Alsenborn (2750 inwoners, 10 km van Kaiserslautern). Dat deze dorpsclub het bijna tot de Bundesliga heeft geschopt, is al bijzonder. Dat er geen grote geldschieter achter zat (zoals bij Hoffenheim) maakt het verhaal helemaal af.

De eerste 40 jaar van de in 1919 opgerichte club waren onopvallend. Zoals zoveel clubs uit de provincie speelde Alsenborn in de lagere amateurklassen zijn voetbal. Dit veranderde toen Fritz Walter, de inmiddels gestopte sterspeler van 1.FC Kaiserslautern en Weltmeister van 1954, SV Alsenborn ging trainen.

Het succesverhaal van Fritz Walter en SV Alsenborn begint in Amsterdam. Naar eigen zeggen kreeg Fritz het idee om van Alsenborn een topclub te maken toen hij bij de Europacupfinale van 1963 (Real-Benfica, Olympisch Stadion) aanwezig was. Walter vond in de persoon van Hannes Ruth, oud-ploeggenoot en aannemer in Alsenborn een gewillig oor. Fritz zou het sportieve aspect voor zijn rekening nemen, Hannes het financiële.

Walter overtuigde drie oud-ploeggenoten uit Kaiserslautern om voor Alsenborn te gaan spelen en bovendien brak er een flink aantal lokale talenten door. Dankzij drie kampioenschappen in drie jaar kwam Alsenborn in 1965 in de Regionalliga Südwest terecht, toen het tweede niveau.

Het avontuur van Alsenborn stopte daar niet. In 1968 werd de Regionalliga met overmacht gewonnen en mocht Alsenborn meedoen aan de promotieronde naar de Bundesliga. In het grote stadion van Ludwigshafen (zie eerder in dit topic) werden 3 van de 4 thuiswedstrijden gewonnen en één gelijkgespeeld. Uit werd maar één punt behaald, zodat de club als 3e eindigde en niet promoveerde.

Ook in 1969 en 1970 werd de Regionalliga gewonnen en werd er in Ludwigshafen gespeeld om promotie. In 1969 was Alsenborn het dichtst bij; een nederlaag op de laatste speeldag bij Hertha Zehlendorf in Berlijn betekende opnieuw een derde plaats, op slechts één punt van Arminia Bielefeld (dat promoveerde en vervolgens hoofdrolspeler werd in het beruchte omkoopschandaal).

Als Alsenborn wel zou zijn gepromoveerd, zou dat het einde van de club in de huidige vorm hebben betekend. Om te kunnen voldoen aan de eisen van de DFB was een verhuizing naar Ludwigshafen en een fusie met club uit die stad nodig geweest. Voor een kleine dorpsclub met een dito stadion was geen ruimte binnen het profvoetbal. Dit zou Alsenborn later nog opbreken.

Een grote klap voor de club was de dood van Otto Render die in 1969 verongelukte. Render was één van de spelers die Fritz Walter uit Kaiserslautern had gehaald en inmiddels trainer geworden. Na 1970 bleef de club bovenin de Regionalliga meespelen maar kwalificeerde het zich niet meer voor de promotieronde.

In 1974 leek kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga Süd geen probleem te worden. Sportief gezien telde een gewogen ranglijst over de laatste 5 jaar. Ondanks een tegenvallend seizoen waren er in het verleden genoeg punten behaald om door te gaan. Het stadion werd met vereende krachten uitgebreid en zou ook geen probleem vormen. Toch ging het niet door. De DFB greep in en gaf 1.FC Saarbrücken 'op financiële gronden' de voorkeur. Boze tongen beweren dat -net als 12 jaar eerder, toen Saarbrücken de Bundesliga binnensloop- DFB-president Hermann Neuberger zijn invloed aanwendde om 'zijn club' Saarbrücken te bevoordelen.

De affaire rond de kwalificatie is Alsenborn nooit meer te boven gekomen. Mentaal geknakt zakte de club steeds verder weg in de regionale competities. Nu is SV Alsenborn weer wat het voor de periode-Walter ook was: een dorpsclub in de lagere klassen van het amateurvoetbal. Maar wel een dorpsclub die kan terugkijken op een gouden periode in de clubgeschiedenis.


Al sinds 1932 speelt SV Alsenborn in het Stadion an der Kinderlehre. In de tijd dat Alsenborn Regionalliga speelde, konden er 8000, later 10000 mensen in. Meer dan een paar duizend kwamen er zelden. Alleen de promotiewedstrijden in Ludwigshafen werden goed bezocht: ruim 20000 toeschouwers gemiddeld.
Met het oog op de kwalificatie naar de 2. Bundesliga werd het stadion uitgebreid tot 15000 plaatsen. Toen het oordeel kwam dat Alsenborn toch niet mocht, waren de nieuwe staanplaatsen al klaar en stond het hek rond het veld er al. Een nieuwe, grotere tribune was al besteld, maar is niet meer geleverd.
In deze toestand staat het stadion er nu nog steeds, al zijn de staanplaatsen behoorlijk overwoekerd. De achterwand van de tribune wordt gesierd door affiches van de promotiewedstrijden uit 1968-70. Als stille getuigen van een mooi verleden.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3057_zps0226120d.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3052_zps7c0e8ec5.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3039_zpse089a506.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3067_zpsfdc1e0b3.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3036_zps138e478c.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op jun 07, 2014, 23:38:21
Kapitel 12: Freiburger FC

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1957 (Oberliga Südwest)
Laatste jaar op tweede niveau: 1982 (2. Bundesliga)
Palmares: Duits kampioen (1907), Zuidduits kampioen (1899, 1907)
Huidig niveau: Oberliga Baden-Württemberg (V)

Na hele stapels examens te hebben nagekeken, gaan we weer verder met het wroeten in de Duitse voetbalhistorie. Vandaag deel 12: Freiburger FC.

Op 22 mei 1993 werd de machtsovername afgrond. Met een 4-2 overwinning thuis tegen Unterhaching promoveerde SC Freiburg naar de Bundesliga waardoor er geen twijfel meer over bestond welke club de sterkste van de stad Freiburg is. In twintig jaar tijd heeft SC Freiburg stadsrivaal Freiburger FC ingehaald en voorbij gestreefd. Terwijl SC een plaats onder de elite van het Duitse voetbal veroverde, zakte FC weg in de onbeduidendheid.

Freiburger FC is de oudste van de twee en ook één van de oudste voetbalclubs van Duitsland, zelfs ouder dan de Duitse bond. Directe aanleiding voor het oprichten van de Freiburger FC was een uitnodiging van FC Basel om aan te treden voor een vriendschappelijke wedstrijd. Blijkbaar was de wedstrijd zo'n succes dat de club kort daarna, op 17 december 1897, officieel werd opgericht. Het eerste succes kwam al snel: in januari 1899 werd het Zuidduitse kampioenschap gewonnen dankzij een klinkende overwinning op Pforzheim. Acht jaar later werd het Zuidduits kampioenschap opnieuw binnengesleept. Inmiddels was er een nationale voetbalbond en een nationaal kampioenschap, zodat Freiburg het zuiden mocht vertegenwoordigen in het eindtournooi. Na overwinningen op Leipzig en Viktoria Berlin mocht Freiburger FC zich de beste van het hele land noemen.

Na het kampioenschap was de grote tijd van Freiburger FC eigenlijk meteen voorbij. In 1908 deed de club als titelverdediger nog wel mee aan het Duitse kampioenschap, maar verder dan de eerste ronde kwamen ze niet. Tot het einde van de eerste wereldoorlog handhaafde FC zich wel op het hoogste niveau, zonder grote successen te boeken.

De Franse bezettingsautoriteiten verboden na de Tweede Wereldoorlog alle nog bestaande verenigingen, zo ook Freiburger FC. De club werd onder de naam Fortuna Freiburg heropgericht en mocht pas in 1949 de oude naam weer aannemen. Al snel deed de club weer mee in de nieuwe Oberliga Südwest. In 1949 werd deelname aan het Duitse kampioenschap net gemist. Toen een jaar later de zuidelijke helft van de Oberliga Südwest werd samengevoegd met de Oberliga Süd (dit had te maken met de opheffing van de Franse bezettingszone), was een 4e plaats in de eindstand niet genoeg voor deelname aan de nieuwe Oberliga Süd. Pas in 1956 lukte het om de Oberliga Süd te bereiken, maar slechts voor een jaar.

Tot aan de oprichting van de Bundesliga speelde Freiburger FC op het tweede niveau. Daarmee was het nog steeds de hoogst spelende club van de stad; SC Freiburg speelde nog bij de amateurs. Vanaf 1963 speelde FC met wisselend succes in de Regionalliga, het tweede niveau na de Bundesliga. Het beste seizoen was 1968/69, toen de nacompetitie voor een plaats in de Bundesliga werd bereikt. RW Oberhausen was op doelsaldo te sterk. In 1974, het laatste seizoen van de Regionalliga, werd kwalificatie voor de nieuwe 2. Bundesliga gemist maar in 1977 werd het 2e niveau alsnog bereikt. Een jaar later zou ook SC Freiburg zijn opwachting maken in de 2. Bundesliga.

Vier seizoenen in de middenmoot van de 2. Bundesliga Süd waren voldoende voor kwalificatie voor de ongedeelde 2. Bundesliga in 1981, maar een jaar later werd Freiburger FC voorlaatste. Eén keer was de club dicht bij promotie terug naar de 2e Bundesliga. In de nacompetitie waren Homburg en Bürstadt (wie???) echter duidelijk te sterk.

In de Oberliga was FC doorgaans in de bovenste regionen te vinden. In 1990 werd vrij abrupt de weg naar onderen ingezet: voorlaatste en degradatie. FC was snel weer terug, maar in 1994 degradeerde de club opnieuw. Dit was het begin van bijna het einde. De club zakte weg tot in de Landesliga en de financiële problemen waren zo groor dat het stadion zelfs verkocht moest worden, nota bene aan SC Freiburg dat een terrein voor de jeugdopleiding zocht. Inmiddels gaat het weer beter. Freiburger FC is onlangs gepromoveerd naar de Oberliga en heeft weer een eigen onderkomen.


Het Möslestadion is in 1922 opgeleverd en is bijna 80 jaar lang de thuishaven van Freiburger FC geweest, totdat het in 2000 aan SC Freiburg werd verkocht. In 1922 had het stadion al twee overdekte tribunes: aan de ene kant de oude tribune die was meegenomen van het vorige terrein, aan de andere kant een nieuwe houten hoofdtribune voor 1000 toeschouwers. In 1953 brandde deze tribune uit (waarbij ook de kampioenswimpel uit 1907 verloren ging). Vanwege het grote turnfeest dat voor 1954 gepland stond, droegen de stad en de Lotto flink bij om snel een nieuwe tribune te bouwen. Op 15 augustus 1954 werd het nieuwe stadion met nieuwe tribune en flink uitgebreide staanplaatsen ingewijd.
Ondanks de jaren in de 2. Bundesliga is er sinds 1954 niet veel aan het stadion veranderd. De grootste verandering is het jeugdcomplex dat achter de hoofdtribune is verrezen.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3480_zpseadbac99.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3487_zpsb0fb68fd.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3497_zps56b6a4e9.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3489_zpsbbbf98cb.jpg)\

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN3501_zpsf3b8c60a.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Hugo op aug 27, 2015, 21:07:06
Citaat van: hgrm op mei 18, 2014, 23:48:35
Kapitel 11: SV Alsenborn

Laatste jaar op het hoogste niveau: -
Laatste jaar op tweede niveau: 1974 (Regionalliga Südwest)
Palmares: Deelname aan promotieronde naar Bundesliga (1968, 1969, 1970)
Huidig niveau: A-Klasse (IX)


In Alsenborn zijn ze begonnen met een "Sanierung". Dat betekend in Duitsland dat alles plat, saai en strak gaat worden.

(http://img.photobucket.com/albums/v317/pietjebel/F2015/Alsenborn38.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op aug 27, 2015, 21:14:06
Zonde. Het was een monument uit de tijd dat kleine clubs nog wel eens iets konden bereiken...
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Hugo op aug 27, 2015, 21:15:45
Citaat van: hgrm op aug 27, 2015, 21:14:06
Zonde. Het was een monument uit de tijd dat kleine clubs nog wel eens iets konden bereiken...

In ieder geval bedankt voor de tip.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op aug 28, 2015, 16:37:07
Misschien moet ik nog eens wat hoofdstukken gaan toevoegen. Heb nog wel wat materiaal.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Sebastiaan_W op aug 28, 2015, 18:15:41
Citaat van: hgrm op aug 28, 2015, 16:37:07
Misschien moet ik nog eens wat hoofdstukken gaan toevoegen? Heb nog wel wat materiaal.

Graag!
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op aug 30, 2015, 22:33:04
Kapitel 13: Union Solingen

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1941 (Gauliga Niederrhein, als VfR Ohlings)
Laatste jaar op tweede niveau: 1989 (2. Bundesliga)
Palmares: 5e in de 2. Bundesliga (1984), Kwartfinale beker (1985)
Huidig niveau: Bezirksliga (VIII)/Kreisliga B(X)

Het Bergische Land, het gebied net ten zuiden van het Ruhrgebied en ten oosten van Düsseldorf dankt zijn naam aan het Hertogdom Berg, één van de staten die later opgingen in het Duitse keizerrijk. Het hart van het gebied wordt gevormd door de Bergische Stedendriehoek Wuppertal-Remscheid-Solingen. Deze drie steden hebben zich ook op voetbalgebied niet onbetuigd gelaten. De bekendste voetbalclub uit de Driehoek is ongetwijfeld de Wuppertaler SV. De blauw-roden hebben een blauwe maandag in de Bundesliga gespeeld en doen momenteel amechtige pogingen om vanuit de Oberliga weer hogerop te komen. De clubs uit de andere twee steden, Union Solingen en FC Remscheid, zijn wellicht minder bekend maar niet minder interessant. In dit en het volgende hoofdstuk komen ze aan de orde, te beginnen met Union Solingen.

In 1974 ontstond Union Solingen als product van een serie fusies van clubs die vooral op regionaal niveau acteerden. Alleen VfR Ohlings (Ohlings is een stadsdeel van Solingen) heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog een jaartje op het hoogste niveau gespeeld. De nieuwe fusieclub startte in de Verbandsliga Niederrhein, destijds één van de vele competities op het derde niveau. In het eerste jaar werd het kampioenschap met overmacht gewonnen. In de promotieronde voor de 2. Bundesliga werd het achter Bayer Leverkusen tweede, hetgeen genoeg was voor promotie.

In de 2. Bundesliga Nord debuteerde de club uit de messen-stad met een 13e plaats. Een seizoen later werd Union voorlaatste, maar omdat Bonner SC geen licentie kreeg en Göttingen en Wacker Berlin er hierna vrijwillig vanaf zagen in de 2. Bundesliga te blijven, hoefde Union niet te degraderen. Vanaf dat moment was Union een vaste klant in de middenmoot met drie negende plaatsen en een zevende plaats. Plaatsing voor de eingleisige 2. Bundesliga in 1981 was dan ook geen enkel probleem. Na twee keer degradatie net ontlopen te hebben, braken halverwege de jaren 80 de grote jaren aan. In 1984 werd de club 5e en een jaar later werd er beslag gelegd op de zesde plaats. In 1985 werd ook de kwartfinale van de beker bereikt, waarin Borussia Mönchengladbach nipt te sterk was. Veel publiek trok de club overigens niet. Zelfs in de meest succesvolle jaren was het gemiddelde zelden hoger dan 5000.

Na twee succesvolle jaren zakte de club snel weg. Na enkele flirts met het degradatiespook werd Union in 1989 allerlaatste. Een jaar later degradeerde Solingen opnieuw als allerlaatste uit de Oberliga. In de zomerstop ging de club failliet maar maakte onder een andere naam (SG Union Solingen werd 1.FC Union Solingen) een doorstart in de Verbandsliga (IV). De volgende 22 jaar werden gekenmerkt door sportieve middelmaat. Er werd enkele seizoenen Oberliga gespeeld, maar de club degradeerde ook enkele malen naar de Landesliga. Financiële problemen speelden de club keer op keer parten. In 2000 en 2007 werd een faillissement nog net voorkomen, maar in 2012 werd de club opgeheven.

Inmiddels strijden er twee clubs om de nalatenschap van Union. Na het faillisement richtten fans, bestuursleden en sponsors OFC Solingen op. Deze club speelt momenteel in de Kreisklasse B (X). Een aantal mensen uit de jeugdafdeling van Union sloten zich bij BSC Aufderhöhe aan. Deze club verwierf de rechten op de naam "Union" uit de failliete boedel en ziet zich eveneens als legitieme opvolger. Inmiddels heet de club BSC Union Solingen en speelt in de Bezirksliga (VIII).


Het Stadion an der Hermann Lönsweg is in 1929 als werkverschaffingsproject gebouwd en werd door VfR Ohlings, één van de voorgangers van Union bespeeld. In de jaren 50 werd de schade uit de oorlog hersteld en het stadion voorzien van staanplaatsen. Pas in 1971 werd het gravelveld vervangen door gras. In 1976 werd het stadion nogmaals uitgebreid en geschikt gemaakt voor de 2. Bundesliga.

Tot aan het faillisement van 2012 speelden Union in het stadion, daarna is het stadion aan zijn lot overgelaten en heeft de natuur het overgenomen. Alleen de bijvelden worden nog gebruikt door OFC Solingen, voor wie de huur van het stadion te duur was. Waarschijnlijk valt het stadion binnenkort ten prooi aan woningbouw.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC06483_zpsfxlipxq0.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC06490_zps5uz3ztxd.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC06503_zpsni6tu8er.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC06514_zps4gwjgpfl.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op sep 06, 2015, 21:34:29
Kapitel 14: FC Remscheid

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1947 (Bezirksliga Berg/Mark, als VfB Marathon 06 Remscheid)
Laatste jaar op tweede niveau: 1993 (2. Bundesliga)
Palmares: Deutscher Amateurmeister  (1968 (VfB Marathon), 1986 (BVL Remscheid))
Huidig niveau: Landesliga (VI)

De situatie in Remscheid is beter dan in de buurstad Solingen, maar niet veel beter. Ook in Remscheid treffen we een gevallen 2. Bundesligaclub. De club bestaat nog wel en speelt ook nog in het stadion, maar inmiddels alweer een aantal jaren op niveau 6.

FC Remscheid zelf is pas in 1990 als fusieclub ontstaan. De twee fusiepartners zijn echter veel ouder. De oudste van de twee is VfB Marathon 06 Remscheid. In 1906 werd de club als FC 1906 Remscheid opgericht. In 1914 verdween de club, maar in 1917 vond de heroprichting plaats als VfB 06 Remscheid. Tijdens de tweede wereldoorlog fuseerde men met VfL Marathon 1928 Remscheid tot VfB Marathon 06 Remscheid. Onder die naam nam de club net na de oorlog deel aan de Bezirksliga Berg/Mark. Bij gebrek aan regionale of landelijke competities in die tijd één van de vele op het hoogste niveau. Toen er aan het einde van de jaren 40 weer een normale competitie gespeeld kon worden, miste Marathon de boot en speelde het in de tweede of derde divisie. Aan het einde van de jaren 50 zakte men nog verder weg. In de jaren 60 ging het weer beter, wat leidde tot het Duitse Amateurkampioenschap in 1968. Na een nieuwe fusie tot met BV 08 Remscheid tot VfB Remscheid 06/08 bleef de club meestal op het hoogste amateurniveau actief, maar bereikte nooit de profcompetities.

De andere fusiepartner was BV 08 Lüttringhausen, in 1908 opgericht in de toen nog zelfstandige gemeente Lüttringhausen. In de jaren 30 speelde deze club op het hoogste niveau in het westen van Duitsland. Deze status kon de club niet lang vasthouden. Pas in de jaren 70 deed Lüttringhausen weer van zich spreken. In 1979 werd de Amateuroberliga Nordrhein bereikt waar de club meteen een rol van betekenis speelde. Al in het derde seizoen werd het kampioenschap gewonnen. De promotieronde werd zonder puntverlies gewonnen zodat Remscheid voor het eerst een club in de 2. Bundesliga had.

Het eerste jaar in de 2. Bundesliga was moeizaam. De club werd welliswaar 13e maar het verschil met de degradatieplaatsen bedroeg slechts 2 punten. Het volgende seizoen ging het helemaal mis: de club werd met afstand laatste. In de Oberliga deed men meteen weer goed mee met een 3e plaats. Het volgende seizoen -we schrijven inmiddels 1985/86- werd de naam gewijzigd in BVL Remscheid. Een tweede plaats in de Oberliga betekende deelname aan het Amateurkampioenschap dat prompt gewonnen werd. Het jaar erop won BVL de Oberliga en de promotieronde zodat er opnieuw 2. Bundesliga werd gespeeld. Ditmaal duurde het verblijf slechts één seizoen.

In de seizoenen 1988/89 en 1989/90 speelden zowel BVL als VfB Remscheid in de Oberliga. In 1990 werden de krachten gebundeld en ontstond FC Remscheid. In het eerste seizoen werd direct promotie afgedwongen tot de 2. Bundesliga. Het seizoen 1991/92 was een vreemd seizoen voor de 2. Bundesliga. Vanwege het integreren van de clubs uit de voormalige DDR speelde de competitie in 2 groepen van 12 die eerst een hele competitie speelden en vervolgens gesplitst werden in een promotiepoule en een degradatiepoule. Remscheid kam na de voorronde 1 punt tekort om aan de promotiepoule deel te nemen. In de degradatiepoule werd het nooit echt spannend. Remscheid werd uiteindelijk 8e.

Het volgende seizoen was zo mogelijk nog vreemder: de competitie werd nu in één poule gespeeld met 24 ploegen waarvan er maar liefst 7 moesten degraderen. In dit marathonseizoen hield men alleen Darmstadt onder zich en kwam er een einde aan de avonturen op het tweede niveau. De laatste 25 jaar zakt Remscheid langzaam verder weg. De club speelde nog 3 jaar Regionalliga, maar inmiddels is ook de Oberliga te hoog gegrepen en vinden we de club in de subtop van de Landesliga terug.

FC Remscheid speelt in het Röntgen-stadion, genoemd naar de Duits-Nederlandse natuurkundige die beroemd is geworden dankzij de naar hem genoemde straling en foto's. Het stadion ligt in Lennep, de geboorteplaats van Röntgen en sinds 1929 onderdeel van Remscheid. Oorspronkelijk werd het stadion, dat in 1924 gebouwd werd, vooral voor breedtesport gebruikt, vooral door de atleten en voetballers van VfL Lennep. Toen BV 08 Lüttringhausen in de jaren 70 de voetbalpiramide bestormde, had het een groter stadion nodig. Verhuizen naar het stadion in het nabijgelegen Lennep was de beste oplossing, tot chagrijn van VfL Lennep. Met de promotie naar de 2. Bundesliga kreeg het stadion zijn huidige naam en zijn huidige vorm: er werd een grote hoofdtribune gebouwd en de staanplaatsen werden uitgebreid. Er kunnen ongeveer 13000 toeschouwers in het stadion.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC07970_zpsnyqlnrpt.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC07972_zps9od7zxk1.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC07992_zpsj6hznq1t.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC07995_zps2ifgtz9g.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: AthleticHolanda op sep 06, 2015, 22:54:51
Onlangs speelde Remscheid een wedstrijd in het oude stadion Reinshagen en dat leverde een ware 'hopperauflauf' op. Maar volgens mij willen ze daar permanent naartoe... weet iemand daar meer over?

http://www.rga.de/lokales/remscheid/zieht-nach-reinshagen-5069979.html
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op sep 06, 2015, 23:53:53
Als ik het goed begrijp wil de gemeente het Röntgenstadion kwijt voor een outletcentrum en wordt er nu gesteggeld waar FCR moet geen spelen.

Volgens Fussball.de vinden de wedstrijden voorlopig nog in het Röntgenstadion plaats.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Hugo op sep 07, 2015, 06:44:36
Citaat van: AthleticHolanda op sep 06, 2015, 22:54:51
Onlangs speelde Remscheid een wedstrijd in het oude stadion Reinshagen en dat leverde een ware 'hopperauflauf' op. Maar volgens mij willen ze daar permanent naartoe... weet iemand daar meer over?

http://www.rga.de/lokales/remscheid/zieht-nach-reinshagen-5069979.html

Dat was de finale van een lokale Pokal.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: ALenstra op sep 07, 2015, 17:14:57
In 1992 nog bij FC Remscheid-Eintracht Braunschweig geweest. Bij de bezoekers speelde Igor Belanov mee.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op sep 13, 2015, 22:36:49
Kapitel 15: FC Gütersloh

Laatste jaar op het hoogste niveau: -
Laatste jaar op tweede niveau: 1999 (2. Bundesliga)
Palmares: Deutscher Amateurmeister  (Kampioen Regionalliga W/SW 1996)
Huidig niveau: Westfalenliga (V)

Zo'n 30 jaar lang heeft de stad Güterloh in Ostwestfalen een woordje meegespeeld in het profvoetbal. In de jaren 70 had de stad, die nog geen 100.000 inwoners telt, zelfs twee clubs op het tweede niveau: Arminia Gütersloh en DJK Gütersloh. Arminia ontstond in 1934 uit een fusie en was lange tijd de meest vooraanstaande club van de stad. DJK, hetgeen staat voor "Deutsche JugendKraft" en duidt op lidmaatschap van de gelijknamige Katholieke sportbond, ging pas in 1958 in de competitie van de DFB spelen en werkte zich in razend tempo op. In 1969 werd via een 3e plaats in de promotieronde een plaats in de Regionalliga West, destijds het tweede niveau, bereikt. Twee jaar later promoveerde ook Arminia naar de Regionalliga.

Beide clubs speelden middenmoot, waarbij DJK het meestal net iets beter deed dan Arminia. Dit had tot gevolg dat DJK, op grond van de prestaties uit de jaren ervoor, in 1974 de nieuwe 2. Bundesliga wel haalde maar Arminia niet. Na twee jaar in het nieuwe Unterhaus van de Bundesliga degradeerde DJK als voorlaatste. In 1977 werd Arminia kampioen van Westfalen, maar wist via de eindronde niet te promoveren.

Al in 1974 was er geprobeerd tot een fusie te komen, maar ondanks dat beide clubs het financieel moeilijk hadden, slaagde men niet. In 1978, na het 2. Bundesliga-avontuur van DJK en de mislukte promotieronde van Arminia, lukte het wel om de handen ineen te slaan en ging men samen door als FC Gütersloh. De 2. Bundesliga bleef voor de fusieclub ver weg. In 1984 werd het Westfalenkampioenschap gewonnen, maar lukte het weer niet in de promotieronde. In 1990 degradeerde de club zelfs uit de Oberliga. Gütersloh keerde weliswaar direct terug in de Oberliga, maar miste in 1994 de kwalificatie voor de nieuwe Regionalliga.

Met de komst van ex-prof Volker Graul als trainer/manager aan het roer lukte het een jaar later wel de Regionalliga te bereiken. Het volgende seizoen gebeurde wat niemand verwachtte: Gütersloh werd direct kampioen en promoveerde naar de 2. Bundesliga. Het eerste seizoen eindigde de club net boven de degradatiestreep, maar een seizoen later werd Gütersloh, met ondersteuning van het Bertelsmann-concern, verrassend 5e. Het team viel uit elkaar en het volgende seizoen was degradatie onontkoombaar.

Terug in de Regionalliga kwam de aap uit de mouw: er was een schuld van 9 miljoen Mark (4,5 miljoen Euro). Ondanks reddingspogingen lukte het niet om een faillissement af te wenden; op 14 februari viel het doek voor FC Gütersloh. 9 dagen later werd een nieuwe club opgericht: FC Gütersloh 2000. Het Regionalligateam werd uit de competitie genomen, maar de andere teams gingen over naar de nieuwe club. Door een maas in de reglementen kon er in het seizoen 2000/2001 een nieuw eerste team in de Oberliga ingeschreven worden, één niveau onder de Regionalliga. Uiteraard tot groot ongenoegen van andere verenigingen, die vonden dat Gütersloh weer onderop moest beginnen. In de Oberliga speelde Gütersloh steeds in de bovenste regionen mee, maar de kwalificatie voor de nieuwe Regionalliga in 2008 werd gemist. Daarvoor in de plaats speelde de club in de nieuwe NRW-liga (V). Een 17e plaats betekende degradatie naar de Westfalenliga (VI) èn nieuwe financiële problemen. Inmiddels speelt Gütersloh weer in de Oberliga (V) en heeft het net weer een bijna-faillissement overleefd.


Het profvoetbal in Gütersloh heeft zich integraal in het Heidewaldstadion afgespeeld. De ontstaansgeschiedenis van het stadion is merkwaardig te noemen. In 1924 werd door de schietvereniging een grondstuk gekocht om een schietbaan te bouwen. In het kader van de werkverschaffing in de crisistijd werd er naast de schietbaan een stadion gebouwd, dat voor de oorlog voornamelijk als wielerbaan werd gebruikt. Ook de fusieclub Arminia Gütersloh speelde op het terrein dat toen "Adolf-Hitler-Stadion" heette. Na de oorlog kreeg het stadion uiteraard een andere naam maar bleef de thuishaven van Arminia. Op vriendschappelijke wedstrijden tegen ploegen als Borussia Dortmund, HSV en Rot-Weiss Essen kwamen tot 11.000 toeschouwers af.

Toen DJK in 1969 promoveerde naar de Regionalliga, moest het op zoek naar een geschikt stadion. Tot ongenoegen van de Arminia-diehards trok de "andere club" in hun stadion. Toen in 1971 ook Arminia naar de Regionalliga promoveerde, besloot de stad het stadion te verbouwen tot de huidige vorm: een voetbalstadion zonder atletiek- of wielerbaan. Boven de schietbaan werd een staantribune gebouwd en aan de andere kant kwam een zittribune met 1150 plaatsen. Sindsdien is er eigenlijk niks aan het stadion veranderd, afgezien van de bouw van lichtmasten in 1998.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC05782_zpsv3wrc3tv.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC05825_zpssoqcszkv.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC05829_zps3ah5hiqz.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSC05777_zpsko7szugm.jpg)

Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: FC_Emmen op okt 12, 2015, 11:47:17
Ben je ook al bij VfB Oldenburg geweest? Spelen nu in Regionalliga Nord maar kwamen enkele jaren op het hoogste en op het tweede niveau uit. Wellicht een kandidaat voor deze serie ;)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 12, 2015, 17:32:35
Nee, nog niet.
Maar wel een goede reminder om weer eens een hoofdstukje te schrijven.

De keuze is aan jullie:

a) Sporfreunde Katernberg
b) Rochling Völkingen
c) Rheydter SV
d) 1. FC Bocholt
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: FCT1980 op okt 12, 2015, 20:17:57
Ik ben wel benieuwd naar Bocholt.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: FC_Emmen op okt 12, 2015, 22:44:36
Citaat van: FCT1980 op okt 12, 2015, 20:17:57
Ik ben wel benieuwd naar Bocholt.
Same here
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Sebastiaan_W op okt 13, 2015, 06:13:42
A en B zeggen mij helemaal niks, dus daar ben ik erg benieuwd naar.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 13, 2015, 10:59:51
Dan wordt de volgorde: Bocholt, Katernberg, Völkingen, Rheydt
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 13, 2015, 22:23:46
Kapitel 16: 1. FC Bocholt

Laatste jaar op het hoogste niveau: -
Laatste jaar op tweede niveau: 1981 (2. Bundesliga)
Palmares: Kwartfinale DFB-Pokal (1984)
Huidig niveau: Oberliga Niederrhein (V)

Vlak bij de Nederlandse grens, in het uiterste westen van Nordrhein-Westfalen ligt het stadje Bocholt. Het grensplaatsje is de thuishaven van 1. FC Bocholt, een modale amateurclub die tweemaal een uitstapje naar de profs heeft gemaakt.

Het verhaal van 1.FC Bocholt begint in 1900 als FC 1900 Bocholt. Na een fusie in 1937 met BV 1909 Bocholt werd de naam BV 1900 Bocholt aangenomen. Dankzij het bundelen van de krachten werd de toenmalige 3e divisie bereikt. Na de oorlog werd de club (op last van de geallieerden) onder een andere naam heropgericht: 1.FC Bocholt was geboren. In de jaren 50 kwamen wat bescheiden succesjes in de vorm van twee seizoenen in de Verbandsliga, de hoogste amateurklasse. Daarna duurde het tot de jaren 70 totdat dat niveau weer bereikt zou worden.

Na de promotie in 1974 rees de Bocholter ster snel: al in het tweede seizoen werd de promotieronde naar de 2. Bundesliga bereikt, de eerste keer nog zonder succes. Een jaar later, in 1977, was het wel raak: Bocholt promoveerde dankzij een tweede plaats in de groep en een overwinning in een beslissingswedstrijd tegen Siegburg naar de 2. Bundesliga. Het verblijf op het hoogste niveau duurde slechts één seizoen: de club kwam één punt tekort om zich te handhaven. Twee jaar later, in 1980, lukte het opnieuw om te promoveren. Dit keer werd in de 2. Bundesliga een verdienstelijke 12e plaats bereikt. Doordat de in tweeën gedeelde 2. Bundesliga dat jaar werd samengevoegd tot één competitie, was dat echter niet genoeg voor handhaving.

In 1984 werd een derde promotie naar de profs door een 3e plaats in de promotiepoule gemist. In de beker deed Bocholt dat jaar wel van zich spreken: pas in de kwartfinale was Bayern München met 1-2 te sterk.

Na deze laatste oprisping speelde de club jaren lang in het linkerrijtje van de Oberliga. In 1994 werd de Regionalliga gemakkelijk bereikt, 3 jaar later degradeerde de club weer naar de Oberliga. In 2008 en 2009 volgden twee degradaties op rij en speelde Bocholt op het 7e niveau. Inmiddels is de club weer terug in de Oberliga.

Vanaf 1904 speelt de 1.FC Bocholt op de huidige locatie, "Am Hünting", genoemd naar de toenmalige eigenaar van het grondstuk. In de beginjaren bouwde de club in eigen beheer een groot sportpark ("het grootste van de Niederrhein", volgens de clubhistorie). Later streek ook de tweede club van de stad, Olympia Bocholt er neer. Aan het einde van de jaren 30 bouwde de stad er een groot nieuw stadion voor beide clubs.

Na de oorlog lag de stad en ook het stadion in puin. Olympia herbouwde het oude stadion (en gebruikt dat nog steeds), 1. FC bouwde een eigen onderkomen. Dit nieuwe stadion was in eerste instantie niet meer dan een veld met graswallen er omheen. Bij de eerste promotie naar de 2. Bundesliga moest het stadion aangepast worden. Er kwam een spelerstunnel en de graswallen werden van golfbrekers voorzien. In 1980, bij de tweede promotie, kwam de grote overdekte tribune met staan- en zitplaatsen gereed.

Tot 2012 is het stadion in de toestand van het laatste 2. Bundesligajaar behouden gebleven, daarna is de tribune wegens betonrot gesloopt en vervangen door een kleiner exemplaar.

De onderstaande foto's zijn gemaakt in januari 2006, toen RW Essen op bezoek kwam in het kader van de Niederrheinpokal.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0087_zpsqdkgs2xv.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0117_zpsd1lutabk.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0114_zpsjxfswln0.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0115_zpszzp3u4hj.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0111_zpstuvs42x0.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Voetbalman op okt 14, 2015, 00:29:57
Mooie foto's! Vele kameraden verklaren me voor gek als ik zo'n berg 'gras' geweldig vind als 'tribune'. Liefst niet in de winter bij regenweer natuurlijk -)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: FCT1980 op okt 14, 2015, 12:15:10
Thnx, mooi verslag met hele mooie foto's.
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 14, 2015, 13:47:47
Dank!
Binnenkort weer meer in dit theater
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: Jeje op okt 14, 2015, 16:17:05
Erg mooi verslag weer, zo leer je nog eens wat!

Vind zo'n heuvel met gras ook wel iets hebben inderdaad :)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 15, 2015, 22:31:28
Kapitel 17: Sportfreunde Katernberg

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1953 (Oberliga West)
Laatste jaar op tweede niveau: 1955 (2. Liga West)
Palmares: 2e plaats Oberliga West (1948),
Huidig niveau: Kreisliga A Essen (VIII)

Het Ruhrgebied heeft altijd een bepalende rol gespeeld in de ontwikkeling van het voetbal in Duitsland. In de jaren 20 en 30 waren het de Knappen van Schalke die, als mijnwerkersclub, de hegemonie van de (doorgaans uit Duisburg afkomstige) burgerlijke clubs doorbraken. Met spelers als Kuzorra en Szepan, mijnwerkerszonen van Poolse komaf, werden tot 1941 maar liefst zes Duitse kampioenschappen gewonnen.

Na de Tweede Wereldoorlog lag het Ruhrgebied in puin en werd er honger geleden. Toch werd er al snel weer gevoetbald. Opnieuw waren het de clubs die aan de kolenmijnen verbonden waren, die van zich deden spreken. Dat is ook niet zo vreemd: mijnwerkers kregen een iets ruimer voedselrantsoen. Clubs als SV Sodingen en STV Horst-Emscher, nu allang vergeten, beleefden hun zenit.

In het rijtje met grote mijnwerkersclubs mogen de Sportfreunden Katernberg ook niet ontbreken. De in 1913 opgerichte club uit het stadsdeel Katernberg in Essen promoveerde in 1944 voor het eerst naar het hoogste niveau, maar door oorlogsomstandigheden werd er niet meer gespeeld. In 1947 was Katernberg er bij toen de eerste naoorlogse Oberliga West van start ging. Twee punten achter Borussia Dortmund maar voor clubs als Düsseldorf, RW Oberhausen, Alemannia Aachen en Schalke werd Katernberg tweede. De bekendste naam in het team was doelman Heinz Kubsch, die in 1954 deel uitmaakte van het wereldkampioensteam van Duitsland.
Door de tweede plaats mocht Katernberg meedoen aan de wedstrijden om het kampioenschap van de Britse bezettingszone (West-Duitsland bestond nog niet). In de eerste ronde was Eintracht Braunschweig nipt te sterk.

Na het bijna-kampioensjaar ging het een stuk slechter: Katernberg werd laatste in de competitie en degradeerde. Een jaar later, in 1950, keerde de club  terug in de Oberliga. Een jaar lang speelde Helmut Rahn, die de winnende maakte in de WK-finale van 1954, voor Katernberg maar verder dan de middenmoot kwam men niet. In 1953 viel het doel definitief, in 1955 bleek ook het tweede niveau te hoog.

Sinds 1955 speelt Katernberg met wisselend succes bij de amateurs. In 1989 werd de semi-professionele Oberliga, destijds het derde niveau, bereikt. Het verblijf duurde twee seizoenen. Daarna zette het verval door, tot op het 9e niveau. Na het kampioenschap in de Kreisliga B (IX) speelt Katernberg momenteel in de Kreisliga A (VIII).


Sinds 1931 spelen de Sportfreunde Katernberg in het zelfgebouwde stadion Am Lindenbruch. Het stadion overleefde de oorlog wonderwel en in de hoogtijdagen van de jaren 40 en 50 konden er 25000 toeschouwers in. Het eerste seizoen in de Oberliga werd nog op gravel gespeeld, maar in 1948 werd er gras aangelegd. Inmiddels is het grasveld weer vervangen door een gravelveld en ook de houten tribune die er ooit gestaan heeft, is verdwenen. De terracing heeft de tand des tijds weerstaan en geeft het terrein charme.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7475_zps2oarhvip.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7423_zpsimu9xhkf.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7434_zpsioga3lme.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7438_zpsockz8uhc.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN7459_zpsgktnoxzb.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 21, 2015, 23:03:43
Kapitel 18: Röchling Völklingen

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1951
Laatste jaar op tweede niveau: 1980 (2. Bundesliga Süd)
Palmares: Kwartfinale DFB-Pokal (1976)
Huidig niveau: Oberliga Rheinland-Pfalz/Saar (V)

De geschiedenis van SV Röchling 06 Völklingen is nauw met die van de stad Völkingen en met het Saarland als geheel verbonden. Het zuiden van de Pruisische Rheinprovinz ontwikkelde zich -net als de aangrenzende gebieden in Luxemburg en Frankrijk- tot een belangrijke staalproducent. Evenals als bijvoorbeeld Neunkirchen heeft Völklingen, net ten westen van Saarbrücken gelegen, zich sinds het einde van de 19e eeuw ontwikkeld van een onbeduidend plaatsje tot een belangrijke industriestad. Belangrijke jaartallen in de geschiedenis van Völklingen zijn 1873, toen de plaatselijke hoogoven werd geopend en 1881, toen het bedrijf werd overgenomen door de gebroeders Röchling.

Bij een steeds groter wordende stad hoort ook een voetbalclub en die kwam er dan ook. In 1906 werd FC 06 Völklingen opgericht. In 1913 werd FC in SV gewijzigd en in 1916 verdween de club. In 1919 werd de club als VfB Völklingen opnieuw opgericht maar al snel werd de oude naam weer aangenomen. De club noemt 1906 als officiële oprichtingsdatum. Behalve dit verhaal over naamswijzigingen is er over de verrichtingen van de SV 06 tot en met de tweede wereldoorlog weinig te vinden.

Al snel na de oorlog werd er weer gevoetbald, al waren de jaren na de oorlog chaotisch en onoverzichtelijk. Het begon er al mee dat de geallieerden, die Duitsland tot 1949 bezetten, niet toestonden dat de bestaande clubs hun activiteiten weer hervatten zodat veel clubs tijdelijk onder een andere naam actief waren. In de Engelse en Amerikaanse bezettingszones werden de oude clubnamen al snel weer toegestaan maar in de Franse zone, waar het Saarland onder viel, duurde het langer. SV 06 speelde tot 1951 onder de naam SuSG Völklingen. In 1947 promoveerde de club naar de Oberliga Südwest, het kampioenschap van de Franse bezettingszone en speelde daarmee voor het eerst op het hoogste niveau. Meer dan een plaats onderin de middenmoot zat er niet in.

Vooruitlopend op de oprichting van de Bundesrepublik Deutschland bepaalden Franse bezettingsautoriteiten dat het Saarland geen deel zou uitmaken van de nieuwe Westduitse staat. Het geïndustrialiseerde gebied dat rijk aan grondstoffen is, kreeg net als na de Eerste Wereldoorlog een aparte status als Frans protectoraat. Als semi-onafhankelijke staat  mocht het zelfs met een eigen nationaal team meedoen aan de kwalificatie voor het WK van 1954. In eerste instantie werden de clubteams ook uit de Duitse competitie gehaald en in een eigen competitie, de Ehrenliga Saarland geplaatst. Deze competitie zou bestaan van 1948 tot 1951 waarna de clubs weer in de Duitse piramide werden geïntegreerd.

Ook SuSG Völklingen speelde drie jaar lang in de Ehrenliga Saarland. Met een 7e, een 6e en een 4e plaats in de relatief zwakke competitie kon de club geen potten breken. Met het einde van de Ehrenliga kwam de club, weer onder de naam SV 06 Völklingen, dan ook op het 3e niveau van de Duitse piramide terecht. Pas in 1961 werd promotie naar het tweede niveau bewerkstelligd. Toen de Bundesliga werd opgericht in 1963 plaatste Völklingen zich voor de Regionalliga Südwest, het tweede niveau onder de nieuwe landelijke competitie.

In de Regionalliga waren de resultaten redelijk, maar nooit meer dan middenmoot. Pas in de jaren 70 deed de club, die vanaf 1966 de 'Röchling' aan de naam toevoegde, van zich spreken. Of dat te maken heeft met toegenomen sponsoring door het staalconcern van Röchling, is niet te achterhalen. Dankzij tweede plaatsen in de Regionalliga in 1972 en 1973 werd deelname aan de promotiepoule afgedwongen. Beide keren lukte het niet om de Bundesliga te bereiken. In 1974 was plaatsing voor de nieuwe 2. Bundesliga evenwel geen probleem.

De ondergang van de staalindustrie en daarmee de club diende zich aan het einde van de jaren 70 al aan. Na een 13e, een 6e en een 16e plaats deed Röchling in 1977 vrijwillig afstand van de licentie en keerde terug naar de amateurs. Twee jaar later werd nog een keer promotie naar de 2. Bundesliga afgedwongen maar na een kansloos seizoen viel definitief het doek in het profvoetbal. Een hoogtepunt uit de korte periode van profvoetbal was het bereiken van de kwartfinale in de DFB-Pokal. In 1976 was Hertha BSC pas na verlengingen te sterk.

Sinds de laatste degradatie uit de 2. Bundesliga is Röchling weggezakt tot aan de Saarlandliga (VI). Inmiddels speelt de club weer in de Oberliga (V). De hoogovens van Röchling zijn in 1986 gesloten (en sinds 1994 Werelderfgoed), maar ondanks dat en ondanks de niet helemaal zuivere rol van Ernst Röchling in de Tweede Wereldoorlog heet de club nog steeds naar de familie die bepalend is geweest voor stad en club.


Al sinds 1912 speelt Röchling op de huidige plek. Rond 1930 werd er een stadion gebouwd, in 1955 werd er een tribune toegevoegd (die nu nog staat) en in 1974, bij de promotie naar de 2. Bundesliga, werden de staanplaatsen verdubbeld. In 1994 werd het stadion naar Hermann Neuberger vernoemd, die als bondscoach de architect was van het Wonder van Bern (WK 1954). In 2007 werden wat staanplaatsen weggesaneerd zodat er nu nog 12000 (was: 16000) toeschouwers in het stadion passen.
Opvallend is dat de staanplaatsen achter de goals snel in hoogte afnemen. Tegenover de hoofdtribune zijn er helemaal geen staanplaatsen meer. Ik vermoed dat die er ook voor de sanering van 2007 niet waren. Tegenwoordig is nog wel duidelijk te zien dat er achter de goal veel meer staanplaatsen waren dan dat er nu nog zijn.

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1759_zpspr065zvl.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1752_zpsmvwmnv6c.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1757_zpsokx7xyj7.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN1763_zpsiphi9sdl.jpg)
Titel: Re: Das Sterben der Traditionsvereine, of: Hoe de tijd stil is blijven staan.
Bericht door: hgrm op okt 23, 2015, 23:17:18
Kapitel 19: Rheydter SV

Laatste jaar op het hoogste niveau: 1954 (Oberliga West)
Laatste jaar op tweede niveau: 1960 (2. Liga West)
Palmares: Finale amateurkampioenschap (1990)
Huidig niveau: Kreisliga A (VIII)

Op z'n minst sinds de jaren 70 is de stad Mönchengladbach, vlak bij de Nederlandse grens in het uiterste westen van Nordrhein-Westfalen, vooral bekend vanwege de Fohlen, het team van Borussia Mönchengladbach dat met gedruft voetbal furore maakte en de landstitels aaneen reeg. Toch is Borussia niet altijd de sterkste en ook niet altijd de populairste club uit de omgeving geweest. In het begin van de jaren 50 stak de Rheydter Spielverein (RSV) uit de aan Mönchengladbach vastgegroeide stad Rheydt Borussia geregeld de loef af.

De historie van de Rheydter SV gaat terug tot 1847, toen de Rheydter Turnverein werd opgericht. Vanaf 1899 werd er binnen de turnclub ook gevoetbald en in 1905 werd de voetbalafdeling zelfstandig. Als officieel oprichtingsjaar voert RSV 1905. In de regio ontwikkelt RSV zich tot een topclub en in 1933 is kwalificatie voor de Gauliga, de hoogste competitie in Nazi-Duitsland een feit. Na twee seizoenen zakt RSV weg naar het tweede plan.

In de jaren direct na de oorlog is RSV opnieuw één van de sterkste clubs uit de regio. In 1946 en 1947 wordt het kampioenschap van de "Linker Niederrhein" gewonnen. In 1947 wordt Borussia Mönchengladbach in de finale met 1-0 verslagen. Als kampioen van de "Linker Niederrhein" mag RSV meedoen aan de kwalificatie voor de Oberliga West, die in 1947 van start gaat. Het lukt niet om plaatsing af te dwingen en het zal tot 1950 duren voordat Rheydt zijn opwachting maakt op het hoogste niveau, tegelijk met Borussia.

In het seizoen 1950/51 is Rheydt de beste club van de (dubbel-)stad. Rheydt wordt negende, Borussia wordt 14e en degradeert. Ook in aantal toeschouwers wint RSV het (gemiddeld 17.067 tegen 15.167). Een jaar later degradeert RSV maar na een jaar op het tweede niveau is de club in 1953 weer terug in de Oberliga, waar het weer op Borussia stuit. Sportief is Borussia de meerdere (12e plaats voor Borussia, 15e plaats en degradatie voor Rheydt) maar opnieuw trekt RSV meer toeschouwers. In het laatste Oberligaseizoen werd Rheydt getraind door Hennes Weisweiler, die tien jaar later met Borussia furore zou maken.

Ondanks de populariteit van RSV lukt het niet meer om te promoveren. Terwijl Borussia Mönchengladbach uitgroeit tot een Duitse en Europese topclub, ploetert Rheydt nog zes jaar door in de onderste regionen van de 2. Liga West totdat ook dat niveau te hoog blijkt. Na een korte opleving rond 1990 (met in 1990 een 2e plaats in de Oberliga, destijds niveau III) speelt de club met wisselend succes en geplaagd door financiële problemen in de lagere amateurcompetities. Momenteel staat Rheydt tweede in de Kreisliga A, niveau VIII. In plaats van Borussia Mönchengladbach en Schalke 04 heten de tegenstanders tegenwoordig Kleinenbroich, Giesenkirchen en Wickrath.


Toen RSV in de jaren 20 uitgroeide tot een regionale topclub, moest er ook een stadion komen. In 1922 was het zover. Grotendeels door eigen arbeid van de leden werd het Jahnstadion voor 25.000 toeschouwers gebouwd. Opvallend is dat de tribunes zich dicht langs het veld bevinden zonder dat er een atletiekbaan tussen ligt. In 1925 werd de nu nog bestaande hoofdtribune gebouwd. Opvallend element is het enorme oorlogsmonument van rond 1930 achter één van de goals.
In 1948 werd het stadion nog een keer uitgebreid tot 40.000 plaatsen.

Het toeschouwersrecord dateert uit 1953, toen er voor de derby tegen Borussia 35.000 toeschouwers waren. Momenteel kunnen er nog 20.000 toeschouwers in, maar die komen er in een heel seizoen niet eens.

Een opvallend detail aan het stadion was het oude scorebord van het Bökelbergstadion dat RSV van Borussia had gekocht toen het oude stadion verlaten werd. Enige jaren lang heeft het scorebord in het Jahnstadion gestaan. Toen RSV in financiële nood kwam, kocht Borussia het enorme ding terug en verplaatste het naar het Grenzlandstadion, een paar honderd meter verderop. In het Grenzlandstadion speelt het tweede team van Borussia.


(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0837_zpsvsp6elb1.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0829_zps8h9gwdrr.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0067_zpsbbcowbxf.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/DSCN0844_zpseza6ijes.jpg)

(http://i20.photobucket.com/albums/b243/hgrm/Traditionsvereine/IMG_0063_zpsyopqmepe.jpg)