Bij dit soort aantallen kun je er vanuit gaan dat het eindcijfer volkomen willekeurig en onafhankelijk is. Ofwel: de kans dat het een 7 (of welk cijfer dan ook) is, is 0,1.
We kunnen hier een binomiale hypothesetoets van maken:
De nulhypothese is dat de kans op een eindcijfer 7 ook bij MSV 0,1 is.
De alternatieve hypothese is dat deze kans groter is dan 0,1
We nemen een significantieniveau van 1%
We hebben gegevens van 26 wedstrijden. Als de nulhypothese klopt, verwachten we 0,1 maal 26 = 2,6 keer een 7 op het einde. De waarneming is 24 keer. We kunnen de kans uitrekenen dat we deze waarneming kunnen verklaren door toeval. Deze kans is de kans op 24 of meer keer een 7 als we er vanuit gaan dat de nulhypothese klopt.
Deze kans is binomiaal verdeeld en is met behulp van een tabellenboek of een grafische rekenmachine simpel te berekenen. Volgens de rekenmachine is deze kans zo klein dat die niet van 0 te onderscheiden is.
Met andere woorden: binnen het gekozen significantieniveau kunnen we de nulhypothese verwerpen en concluderen dat de kans op een 7 als eindcijfer bij MSV groter is dan 0,1.