Geboren in de provincie Utrecht, grotendeels opgegroeid in Gelderland, was ik als klein jochie Ajax-fan. Vandaag de dag doet het me pijn dit toe te moeten geven, maar het is nu eenmaal zo. Door mijn omgeving beïnvloed kon ik amper anders. Maar met de jaren en de talloze zondagse uitzendingen van Studio Sport veranderde dit. Ik besloot mij, toegegeven wat kunstmatig, te concentreren op de club van mijn geboortestreek en heel geleidelijk won deze merkwaardige vereniging mijn sympathie. Rond mijn tiende stond FC Utrecht voor mij op dezelfde hoogte als Ajax, korte tijd later veranderde dat dramatisch in het nadeel van de hoofdstedelingen en in het seizoen 1995/1996 was er nog maar één club voor mij, hoewel ik deze nog nooit live had zien spelen. Mijn obsessie ontwikkelde zich dus niet aan vader's hand in het stadion, maar zelf voor tv en luisterend naar de radio. In het reeds genoemde seizoen moest het er van komen en met één van mijn beste vrienden, een supporter van de Go Ahead Eagles, bezochten we de inhaalwedstrijd tussen onze favorieten. FC Utrecht, op dat moment kansloos bivakkerend op de 18de stek, versloeg de Eagles (17de op de ranglijst) door een vrije trap van Hans Visser in de 94ste minuut. Voor mij is een mooiere première niet denkbaar en tot op heden is er geen probaat middel tegen het virus gevonden.
Mijn lijstje ziet er dus als volgt uit:
Nederland - FC Utrecht
daarnaast een sympathie voor De Graafschap
Duitsland - 1. FSV Mainz 05 en Rot-Weiss Essen
Rep. Ierland - Bohemian FC
Met zogenaamde topclubs heb ik eerlijk gezegd weinig. Ik heb vorig seizoen genoten van Arsenal FC en heb op basis van in het verleden bezochte wedstrijden gek genoeg ook wel ergens een sympathie voor Liverpool FC, maar een echte favoriet heb ik niet in de Engelse, Spaanse en Italiaanse competities.