Liverpool – Standard de Liege
Meestal verslijten groundhoppers club na club om zoveel mogelijk verschillende ervaringen op te doen.
Het kan een beginnersfout van me zijn, maar ik ben blijven hangen bij één van mijn eerste clubs die ik buiten Nederland bezocht.
Niet voor niets is dit een Belgische club, want ik ben België-fan en dan niet alleen op voetbal/stadion-gebied, maar ook van bijv. Jambers(‘overdag is zij een moeder van twee kinderen, maar ’s avonds..) en Vlaamse frieten die drijven in een dode zee van zout.
Allemaal Vlaamse ingrediënten die mijn beeld van België hebben gevormd, maar er is meer, er is ook nog Standard de Liege in het Waalse deel van het land.
De sfeer spatte wekelijks van het beeldscherm af, wanneer ik inschakelde op Sporza, want wanneer Standard een thuiswedstrijd speelde leek het wel alsof er per ongeluk een Zuid-Europese wedstrijd uitgezonden werd.
De sfeer was anders dan bij welke voetbalploeg dan ook in de Benelux, maar toch lag het in de Benelux, waardoor het te bereizen was.
Wedstrijden tegen de topclubs waren allemaal uitverkocht voordat de fans zonder seizoenkaart er aan te pas konden komen.
Had Standard alle plaatsen verkocht als seizoenkaarten?
Nee, Standard heeft tig fanclubs door het hele land die milieu-en alcoholvriendelijk veelal per touringcar naar ‘Sclessin’ afzakken(een naam dat lekker bekt, maar toch ook angst inboezemt)en als eerste in aanmerking komen voor kaartjes van thuis en uit-wedstrijden.
We zetten dus in op een wedstrijd tegen de nummer 17 van de competitie, Sint-Truiden.
Deze wedstrijd, hoe slecht het niveau ook was, maakte zoveel indruk op me, wat sfeer betreft, dat ik naar meer wedstrijden wilde gaan in de toekomst, maar dan een echte topwedstrijd met ‘nog’ meer sfeer.
Zo googlede ik mij een weg langs de tientallen fanclubs die Standard rijk is op het internet.
Maar meestal waren de sites van hetzelfde niveau als het veldspel van Standard tegen Sint-Truiden, rommelig.
Tot ik bij een fanclub uit kwam dat o.a. gevestigd is in Antwerpen, de stad in België die ik buiten het voetbal om ook al eens bezocht had en wat ik direct een schitterende stad gevonden had, leuk combineerbaar met een busreisje naar Standard.
Deze fanclub had een druk bezocht forum en was erg uitgebreid en up to date, wat al die andere fanclubs niet hadden.
De fanclub sprak me aan en op hun beurt vonden zij het reuze interessant dat ik als Noord-Nederlander interesse toonde in hun fanclub.
Omdat ik niet direct een seizoenkaart wilde nemen, maar toch meer wedstrijden wilde bezoeken van deze club, besloot ik lid te worden van de Millennium Reds(opgericht in 2000).
Met deze fanclub bezocht ik vorig jaar op de valreep nog Charleroi-Standard, waar ik lid was geworden voor het seizoen 2008/2009, maarja, jullie weten hoe dat gaat, er komt eerder dan verwacht een leuke wedstrijd om de hoek kijken waar je dan toch echt heel graag alvast naartoe wilt gaan.
Omdat de leden van deze fanclub mij allerhartelijkst geholpen en opgevangen hadden, smaakte dit naar meer, veel meer.
Ik ben van plan om Standard zoveel mogelijk achterna te reizen met deze fanclub, zodat ik toch iedere keer weer nieuwe stadions kan bezoeken, want dat is natuurlijk een gouden combinatie voor iemand die ook zoveel mogelijk nieuwe stadions wil bezoeken.
Standard werd kampioen na 25 jaar zonder titel en plaatste zich daarmee automatisch voor de 3e en laatste voorronde van het kampioenenbal, de Champions League.
Omdat ik wist dat deze voorronde nog in mijn zomervakantie afgewerkt zou worden(het studentenleven is zo slecht nog niet), hoopte ik op een haalbare uitwedstrijd voor mij.
Liverpool kwam uit de koker en waar Standard op mij de meest sfeervolle indruk maakte op tv in België, maakte Liverpool FC dat op mij bij MOTD, wat top-4 van de Premier League betreft(sinds Arsenal verhuisd is naar ‘The Emirates Stadium’).
Omdat Standard in het echt mijn sfeervolle beeld had overtroffen had ik ook een ‘must-go’ gevoel bij deze loting.
En aangezien de fanclub de reis erg scherp geprijsd had, kon ik deze climax van mijn zomervakantie niet aan mij voorbij laten gaan.
Zo vertrokken een vriend en ik afgelopen dinsdagochtend om kwart voor 11 en kwart voor 12 ’s morgens naar Antwerpen om daar om 18:00uur met de bus onze reis naar Liverpool te vervolgen.
Niets geen kinderachtige combi-taferelen, er werden een honderdtal ‘bakken’ meegenomen, wat sommige minder spontane supporters ook over de drempel kreeg, en zo werd het een sfeervolle, maar vermoeiende, bijna slapeloze, reis.
Om 7 uur ’s morgens plaatselijke tijd werden we afgezet in Liverpool.
De zon was ook hier in het noordwesten van Engeland al een tijdje opgekomen, waardoor de ochtendschemering niet kon camoufleren wat voor andere stad Liverpool eigenlijk was dan bijv. London.
Ook al is Liverpool Europees cultuurstad van het jaar, ik wist dat we geen tijd te kort zouden komen in deze stad, nu we er ruim 13 uur voor aanvang van de wedstrijd al ‘gedropt’ waren.
Na een korte opfrisbeurt in een niet zo frisse ruimte, en een ontbijt, gingen we op zoek naar wat ‘cultuur’.
De dag er voor waren we net te laat om een kaarsje te branden voor Standard in de ‘onze-lieve-vrouwe’ van Antwerpen, want een beetje hulp konden we wel gebruiken op ‘Anfield Road’, dus probeerden we dit recht te zetten in Liverpool.
Nu is Engeland niet bepaald een katholiek land, dus moesten we het doen met het invullen van een ‘bidbriefje’, die je op een prikbord kon ophangen tussen de meestal wat serieuzer getinte ‘bidverzoekjes’.
Nu deze zware last van onze schouders af was, konden we onze weg vervolgen door deze tijdelijke cultuurhoofdstad van het continent, maar vooraf hadden we al opgemerkt dat er voor ons maar drie must-do’s waren in deze stad, eerst Goodison Park zien en dan sterven, alvast wat sfeer opsnuiven 500 meter verderop waar het later die dag moest gaan gebeuren, Anfield Road, om vervolgens af te sluiten in Mathew-street, waar het allemaal begon met ‘’The Beatles’.
Met een mp3 speler in de oren met Britse nummers als ‘Stars in their eyes van Just Jack’ gingen we op zoek naar de bus die ons naar Goodison Park zou moeten brengen.
De bus ging immers het langzaamst, is het goedkoopste en op die manier zie je nog eens wat.
Op weg naar de bus(nog geen 9 uur ’s morgens) werden de eerste stalletjes met merchandising van de ‘roden’ en de ‘blauwen’ alvast opgezet door meestal oude mannetjes.
Wij liepen met Standard-sjaals om door de stad, en op die manier waren wij nog vrij neutraal gekleed, want met het uur kwamen we steeds uitbundigere creaties tegen waar iets van RSCL op stond, maar dit zorgde er wel voor dat we erg veel ‘friends for the day’ zouden hebben, de blauwen van de stad.
Zo ook de buschauffeur die als openingszin ons direct de volgende belofte deed: I’ll cheer for you tonight when you play against those red wankers, those fuckers, scum, that’s what they are, anyway, I’ll cheer for you’, om vervolgens zijn megagrote Everton-afbeelding op zijn arm te showen.
Hij was dan ook blij verrast dat we naar Goodison Park wilden, in plaats van naar Anfield Road, we gingen naar ‘de club van ’t stad’, zoals de Belgen zeggen.
In het Engels zeggen ze ‘The People’s Club’(wat natuurlijk letterlijk vertaald niet precies hetzelfde is), wat ook direct het eerste is dat je ziet als je op Goodison Park afrijdt, schitterend.
Vervolgens liepen we langs het beeld van ‘Dixie’ Dean naar de receptie van het stadion of we alvast kaarten konden kopen voor de stadium tour, die om 11 uur zou beginnen.
Helaas was deze volgeboekt tot en met maandag.
Na uitgelegd te hebben dat we hier meer één dag zouden zijn, vertelde ze ons dat wanneer we aardig zouden zijn tegen de beveiliging, we vast wel even binnen mochten kijken.
Dit ging zoals zij voorspeld had, en de man gaf ons rustig de tijd om plaatjes te schieten van dit mooie stadion dat gelukkig nog letterlijk tussen de huizen staat.
We liepen nog een rondje om het stadion en bezochten de fanshop van ‘The People’s club’, ik kocht een sjaal met deze tekst er op, want dit was het eerste wat ik van Everton zag, die tekst op het stadion.
Vervolgens liepen we 500 meter door straten waar de huizen al een lange tijd geleden verlaten waren of waar middeleeuwse technieken werden gebruikt om buitenstaanders te weren, op de muurtjes waren scherpe glasscherven ingemetseld, een akelig gezicht, net als de steegjes die volstonden met grof vuil, van Wasmachines tot buggy’s, en natuurlijk, winkelwagentjes, een teken van armoede(of luiheid).
De wijk had indruk op me gemaakt, het was nog slechter dan ik had verwacht.
Onderweg werd het publiek wat gemixter, waar in de binnenstad iedereen voor Everton leek te zijn, kwamen we nu ook mannen tegen die grapjes maakten met een aansteker onder onze Everton-fanshop tassen.
Bij Liverpool deden we ook een rondje, zo bekeken we onder anderen ‘the memorial’(voor het drama tegen Juventus) en bezochten we het museum.
De club heeft een verschrikkelijk indrukwekkende geschiedenis.
Of je nu wat met die club hebt of niet, het maakt indruk op je, dat museum van ze.
Vervolgens gingen we terug naar het centrum om nog wat moed in te drinken in het meest cultuurverantwoorde straatje van Liverpool, Mathew Street.
Jammer genoeg was ‘The Cavern’ deels omgetoverd in een museum.
Ik begrijp wel dat sommige mensen bewijsmateriaal moeten zien om te geloven dat dat de plek is waar het allemaal begonnen is, maar ik had de pub liever gezien in de oude staat, zodat ik met mijn eigen fantasie kon voorstellen hoe die gillende vrouwen daar voor dat kleine podium stonden te wringen.
Aan het einde van de middag sloten we ons aan bij supporters die de cultuur hoofdstad van Europa alleen maar door een met gerstenat gevuld glas bier met milimeterkraag bekeken hadden, en dat hadden ze toch goed gedaan, want sommige kroegen op het plein waar verzameld was, waren ‘out of beer’(kennelijk hadden ze niet gerekend op zoveel toestroom vanuit België).
Maar aangezien ‘we’ al om 7 uur ’s morgens gedropt waren in de stad, wilden vele supporters al vroeg beginnen met pilsen, dus toen sommige pubs om 10 uur de deuren openden, stonden de eersten al ongeduldig voor de bar, waar pas om 11 geschonken mag worden.
Dit werd opgelost door deze dorstige fans toe te laten tot de woonkamer van de eigenaar boven de bar, waar al wel gedronken mocht worden, en om 11 uur moest het hele zooitje weer naar beneden, naar de pub.
Toen we vervolgens met de bus naar een grote parkeerplek bij Anfield road afgezet werden, kon dan eindelijk beginnen waar we voor gekomen waren, de wedstrijd!
Ik nam in het stadion een meat&potatoe-pie(lekker, en het gezondste wat ik die dagen genuttigd heb) en zocht mijn plek op, op rij 19, direct achter het doel, maar net hoog genoeg om over de lat heen te kijken, waardoor ik totaal geen hinder had van het doel, maar het wel kon gebruiken als luxe.
Oh, wat viel de rest van mijn uitzicht tegen.
Oke, het zou in Nederland een goede concurrent zijn van De Kuip, als het gaat om mooiste stadion van Nederland, maar het was eigenlijk ook gewoon een heel groot Gelredome met die aluminium hoeken.
‘The Kop’ was indrukwekkend toen het vol liep, maar ik kreeg geen kippevel van ‘you’ll never walk alone’, nee, na deze wedstrijd wist ik het zeker, ‘I’d rather walk alone’.
Wat viel dat publiek me tegen zeg, het heeft welgeteld vijf keer een lied ingezet, waar ‘wij’ 120 minuten zongen.
Tuurlijk, wanneer zij massaal begonnen te zingen of te brullen na een kans, klonk dat mooi, en soms zelfs als een oerkreet, maar sfeervol, nee, dat was alleen het uitvak met 3200 uitzinnige verenigde Walen en Vlamingen(er was een nette 50/50 verdeling tussen deze twee groepen, toch bijzonder voor een Waalse club, want dat zie ik bij Charleroi niet gebeuren).
De wedstrijd eindigde in mineur.
Waar Standard in de heenwedstrijd al een penal had gemist en een doelpunt onterecht afgekeurd zag worden(zeg ik door een Standard-bril), waardoor de heenwedstrijd in 0-0 eindigde, had Standard nu ook weer de meeste reden om te klagen, want dat het na 90 minuten nog 0-0 stond was een klein wonder.
Vooraf gezien omdat Liverpool veel te groot is voor Standard, maar achteraf gezien, omdat Standard veel grootser speelde dan Liverpool.
Uiteindelijk zou één onoplettend moment er voor zorgen dat Dirk Kuijt na 208 minuten voetbal het enige doelpunt zou scoren in deze twee wedstrijden, twee minuten voordat beide ploegen zich konden opmaken voor de loterij, ook wel de penaltyreeks.
Zelfs nadat Dirk Kuijt had gescoord waren het alleen de Belgen die zongen en sprongen, ‘merci, Standard, merci’, klonk het uit 3200 kelen, wat ook voor applaus zorgde vanaf de andere tribunes, wat ook direct het enige moment was van de Liverpool-fans die mij kippenvel zouden bezorgen.
Waar een bezoek aan Standard na tientallen wedstrijden op tv gezien te hebben er voor zorgde dat ik helemaal om was en fan werd van Standard, zorgde een bezoek aan Liverpool er voor dat ik een gigantische afkeer kreeg tegen dat overschatte succespubliek, nee, het enige positieve wat de ‘roden’ hebben veroorzaakt is dat ik ‘one of the people’ ben geworden.
Ik hoop dan ook dat ik mijn ‘friends of the day’ nog eens terug zie bij de ‘club van ’t stad’, Come on Toffees, eerst een wedstrijd op Goodison Park zien en dan sterven!
Beter laat dan nooit:
Antwerpen CS krijgt een prominente plek tijdens mijn reizen

Onderweg kent niemand dorst

Op de vroege ochtend wordt een schietgebedje op het prikbord van een plaatselijke kerk geplaatst

De aankomst van 7 uur 's morgens in Liverpool is ons veel te vroeg om ons te voegen bij een massaal bierontbijt: wij gaan de (voetbal)toerist uithangen

Even buurten bij de buren: Goodison Park

De ligging van een groot stadion als Anfield tussen de huizen: het kan dus wel(voor hoelang nog?)


Liverpool is niet de meest interessante stad voor een toerist, maar naast de voetbalstadions mag je The Beatles natuurlijk niet missen, in het teken van nu we er toch zijn.

Één op de twee pagina's in de sportkrant geeft het volgende beeld

We waren niet als eersten bij het stadion

Rondje Anfield



Onze plek in het stadion(kon minder voor een uitvak)

De 'kop' warmt zich op met een eigen versie van zakdoekje leggen

Volgepakt heeft het toch wel wat
