Het wielerseizoen is begonnen, en daarmee begint voor mij ook het zeer sporadische 'cyclohoppen'. Afgelopen zomer overleefde ik in dit kader tijdens mijn zomervakantie een lange dag op de Alpe d'Huez. Onderstaande sfeerimpressie schreef ik destijds voor het Heerenveen-forum:
08:30 Op drie kilometer van Bourg d’Oisans, dat aan de voet van de Alpe d’Huez ligt, is het nog mogelijk om de auto kwijt te raken. Daarna is het lopen. Lopen langs één lange rij van geparkeerde bussen en auto’s.
Aan de voet van De Nederlandse Berg ziet het zwart van de witte campers. Terwijl de hoofdrolspelers van vandaag, de Tourrenners, nog aan het ontbijt zitten, lopen groepen Nederlanders al de polonaise voor de camper. 'Als de morgen is gekomen' schalt door de luidsprekers. De toon is gezet.
09:30 In de rij de berg op. Lopen zover je komt. De zon gaat zich er ondertussen ook mee bemoeien. Naast de onophoudelijke stroom wandelaars is er ook de onophoudelijke stroom van fietsers, auto's en vrachtauto's. Die zou nog duren tot 12:00. Toen ging de berg dicht. Al lopend zien we de opvallendste Nederlander uit deze Tour omhoog fietsen. Michael Boogerd kan het nog.
De weg is mooi volgeschilderd. Bijvoorbeeld de naam van dopingzondaar Ricco, met daaronder een grote pijl naar rechts. Rechts liep niet de weg, maar begon het ravijn.
10:30 Een mooi plekje gevonden, bij La Garde. Niet al te hoog, want je moet ook nog terug. Het wachten kan beginnen. Volgens de guntstigste prognose passeren de renners even voor half zes. Dat duurt dus nog zeven uur. Maar er is genoeg te zien. Een oude oma in een dik fleece-vest, met stokbrood op haar rug, op de gewone fiets, kachelt in de eerste versnelling omhoog. Kijken dus naar het Tourpubliek dat langstrekt. Je hebt drie categorieën: de fanatieke supporters, de carnavalslui en verder ook nog de dagjesmensen. De tijd gaat snel, maar het is warm. Ongelofelijk heet. De ruisende wereldontvanger geeft de koers door.
15:15 Nog nooit heb ik zoveel medelijden met mensen in een Afrikaans rampgebied als vandaag. De kilometerslange reclamekaravaan trekt zich de berg op. Na uren lijden in de brandende zon kan het Grote Graaien beginnen. Volwassen mannen gooien zich voor de opdoemende auto's op jacht naar prooi. Het gaat hier niet om meel en rijst. Nee, om sleutelhangers, kleppers en petjes. Wat verschrikkelijk. Een klein Nederlands meisje krijgt een Skoda-petje voor haar voeten geworpen. Voor ze kan bukken om het op te rapen grist een oude mevrouw het weg. De boomlange vader krijgt het zwart voor zijn ogen, grijpt de vrouw bij haar keel naar hem toe en trekt met de andere hand het petje met oerkracht uit haar handen. Voor hij haar met een zet de menigte induwt schreeuwt hij: 'Doe nie'so asociaal joh, ouwe taart!'. De Franse mevrouw begrijpt de boodschap.
17:10 Er komt opwinding. Mensen kijken naar beneden, je hoort de helikopter, ze komen. In de verte schieten twee stipjes, de koplopers, de rotonde over. Vlak daarachter het vuurwerk. De spanning is voelbaar, de ruisende radio biedt hoop. 'MENCHOV VALT AAN!'. Nog even en hij moet langskomen. Maar dan komt Carlos Sastre de bocht om gefietst, in een indrukwekkend tempo. Met een vertraagde flits zijn ook de andere klassementsrenners voorbij. Menchov zit te ver achter, maar wordt vooruit geschreeuwd. Hij gaat tenminste staan op de pedalen.
17:32 Terwijl de dagjesmensen al in de benen zijn passeert de bus, in een iets minder indrukwekkend tempo. De grote groep is ontspannen en reageert met een glimlach op aanmoedigingen. Dan is het klaar. Radio luisteren. Die meldt dat Sastre wint, indruk maakt en de basis legt voor zijn eindwinst in de kleurloze Tour 2008. Het is weer aansluiten in de rij, naar beneden.
17:50 Carlos Sastre zal al met de trui om zijn schouders hebben gestaan toen tussen de grote groep wandelaars en fietsers door een wielrenner omhoog kwam. Dit is toch geen Tourrenner meer? Toch wel. Het lijdende hoopje mens is Jimmy Casper. Zonder nog te kunnen trappen wil hij de Alpe nog op. Iedereen duwt hem, maar na zo'n zetje valt hij gelijk weer stil. Het licht is al uit. De arme ziel zou toch nog boven komen. Buiten de tijdslimiet, dat wel.
Dan zit de lange dag er op. Je staat uren en uren in de bloedhitte, voor een paar minuten zicht op wat wielrenners. Eigenlijk ben je gek, net als die andere paarhonderdduizend. Maar leuk is het wel.